Hoe gevaarlijk is klinisch onderzoek?

Vooraleer een geneesmiddel in de handel komt, gaat er heel wat onderzoek aan vooraf. Een deel daarvan gebeurt bij mensen zoals u en ik. Wat brengt iemand ertoe om aan een klinisch onderzoek deel te nemen? Hoe worden de kandidaten geselecteerd? Hoe gevaarlijk is het? En wat hebben we erbij te winnen?

Het geneesmiddelenonderzoek bij mensen wordt ingedeeld in vier fasen, zegt professor Luc Van Bortel, hoofd van de Dienst voor Geneesmiddelenonderzoek in het Universitair Ziekenhuis ini Gent. “Maar vooraleer het product aan de eerste fase begint, heeft het al een hele weg afgelegd, die op dat ogenblik gemiddeld al zo’n 6 jaar in beslag heeft genomen. In laboratoria wordt voortdurend gezocht naar moleculen die mogelijk een gunstige invloed kunnen hebben op de gezondheid van de mens. Van 10 000 moleculen die geselecteerd worden, zal er uiteindelijk slechts één een geneesmiddel worden. De rest blijkt niet werkzaam, of toxisch, of heeft te veel nevenwerkingen,... Pas nadat men bij dieren de eerste vaststellingen heeft kunnen doen, starten de klinische proeven bij mensen.”

Plus Magazine: Hoe verloopt het onderzoek naar geneesmiddelen dan concreet?

Professor Luc Van Bortel:

In fase I wordt het kandidaat-geneesmiddel voor het eerst toegediend aan een kleine groep gezonde vrijwilligers om de veiligheid en toxiciteit bij de mens te evalueren en na te gaan in welke dosis het geneesmiddel het best kan gebruikt worden. Men begint steeds met de toediening van een éénmalige dosis, slechts een fractie van de dosis waarvan men doeltreffendheid verwacht. Deze toediening gebeurt meestal in een eenheid voor klinisch geneesmiddelenonderzoek, onder begeleiding van artsen met een ruime ervaring. De patiënt blijft na de eenmalige toediening meestal 24 uur ter observatie. Daarna zal men gedurende 10 tot 14 dagen het geneesmiddel toedienen, in toenemende dosis. Tijdens deze periode mogen de proefpersonen in de meeste gevallen wel naar huis, maar moeten zij zich regelmatig aanmelden voor hun medicatie en onderzoeken zoals bloedafnames, controle van de bloeddruk, enz. In fase I wordt meestal gewerkt met 8 tot 12 personen, waarvan er 6 à 8 het actieve geneesmiddel krijgen en 2 à 4 een placebo (zie kader Het nut van placebo’s).

Fase II is bedoeld om de doeltreffendheid van een kandidaat-geneesmiddel na te gaan. Nu zijn het geen gezonde vrijwilligers meer, maar een kleine groep patiënten-vrijwilligers die het geneesmiddel toegediend krijgt. In deze fase wordt ook bepaald vanaf welke dosis het geneesmiddel werkzaam is. Er worden enkele doseringen uitgetest, bepaald op basis van de bevindingen in fase I. Per dosis wordt ongeveer eenzelfde aantal personen onderzocht als in fase I.

Uiteindelijk worden er 1 of 2 doseringen uitgekozen die in fase III op grote schaal (bij enkele honderden tot duizenden patiënten die vrijwillig aan de studie deelnemen) worden uitgetest. Fase III evalueert de doeltreffendheid en de eventuele nevenwerkingen van een kandidaat-geneesmiddel in vergelijking tot de standaardbehandeling voor de betrokken aandoening of tot een placebo.

Wanneer een geneesmiddel na fase III in de handel komt, is het gemiddeld al aan zo’n 4000 personen toegediend.

Bij onderzoek in fase IV is het geneesmiddel reeds op de markt maar wordt onderzoek gedaan om eventuele zeldzame bijwerkingen te kunnen opsporen.

Hoe vindt een centrum voor geneesmiddelenonderzoek proefpersonen?

De rekrutering gebeurt bij ons via advertenties in kranten en tijdschriften. Zo’n tekst moet eerst, net zoals elk studieprotocol, goedgekeurd worden door een erkend ethisch comité dat erover waakt dat de rechten, de veiligheid en het welzijn van de proefpersonen beschermd zijn. Alle kandidaten die zich aanmelden, worden opgenomen in een databank. Als we weten wie we precies nodig hebben voor een bepaald onderzoek, dan worden deze mensen geselecteerd uit de databank. Het staat hen dan vrij te weigeren of op de uitnodiging in te gaan. 90% van het onderzoek dat wij hier in Gent doen is fase I-onderzoek bij gezonde vrijwilligers. Een belangrijke selectie die daarbij vaak gemaakt wordt, is dat vrouwen met nog een kinderwens niet mogen deelnemen omdat de invloed van het kandidaat-geneesmiddel op de eierstokken meestal nog niet gekend is.

Voor fase III en fase IV gebeurt het rekruteren van proefpersonen meestal via huisartsen en specialisten en minder vaak in centra voor geneesmiddelenonderzoek.

Maar voor iedereen, en in alle fasen van het klinisch onderzoek geldt dat de mensen vrijwillig en goed geïnformeerd in een studie stappen, dat ze hun schriftelijke toestemming geven en er ten allen tijde mogen uitstappen. Het informeren dient zowel mondeling als schriftelijk te gebeuren. De schriftelijke informatie is vooraf door de ethische commissie goedgekeurd. Niemand kan buiten zijn weten in een studie worden opgenomen en elke vrijwilliger wordt vooraf gescreend.

Wat motiveert mensen om hieraan deel te nemen?

Ze leveren een bijdrage tot de ontwikkeling van nieuwe, veilige en doeltreffende geneesmiddelen. Vanaf fase II, wanneer we werken met patiënten, biedt deelname aan een klinische studie ook het voordeel dat ze toegang krijgen tot nieuwe medicaties die nog niet in de handel zijn. Bovendien worden ze gedurende de studie van zeer nabij medisch gevolgd.

Meestal kan de patiënt ook na de studie over het geneesmiddel blijven beschikken. Als een nieuw medicijn tijdens het onderzoek goed werkt maar nog niet op de markt is, voorzien de meeste farmaceutische bedrijven een periode waarin ze het geneesmiddel gratis ter beschikking stellen om de periode te overbruggen tot het in de apotheek verkrijgbaar is.

Begin dit jaar liep het ernstig mis bij enkele proefpersonen in een Engelse studie. Zijn proefpersonen verzekerd?

Ja. Alle onderzoek moet bij wet gedekt worden door een zogenaamde no fault-verzekering. Dit betekent dat alle schade ten gevolge van het onderzoek verzekerd is, of er nu een fout kan bewezen worden of niet.

Krijgen de vrijwilligers een vergoeding?

In fase I en II worden ze vergoed in functie van de belasting. Dit betekent in functie van het aantal keren dat ze naar het centrum moeten komen, dat ze moeten geprikt worden, het aantal uren dat ze hier in het centrum moeten blijven, het aantal onderzoeken dat ze moeten ondergaan,... Ze worden niet vergoed voor het eventuele risico dat ze lopen. Het bedrag wordt zuiver bepaald volgens de belasting die het onderzoek veroorzaakt.

Er wordt streng op toegekeken dat de deelname op vrijwillige basis gebeurt, niet uit financiële overwegingen. De betrouwbaarheid van de proefpersonen wordt trouwens getest en dat weten ze ook. Bovendien zijn verschillende onderzoekcentra in België, Nederland en Duitsland aangesloten op een databank waarin de identificatiegegevens worden ingevoerd van alle proefpersonen, met de vermelding wanneer ze aan de studie hebben deelgenomen en hoelang ze moeten wachten vooraleer ze eventueel aan een andere mogen deelnemen.

Worden aan proefpersonen beperkingen opgelegd?

Meestal wel. Zo zal er haast altijd gevraagd worden geen alcohol of verdovende middelen te gebruiken en wordt er vaak gezocht naar niet-rokers. Soms wordt gevraagd om perioden nuchter te blijven, soms moeten ze een tijdje hier blijven. Ze moeten dus wel gemotiveerd zijn.

Bestaat er wetgeving die het klinische onderzoek regelt?

Ja, de wet van 7 mei 2004 inzake experimenten op de menselijke persoon. In deze wet is onder meer de verplichting van de no fault-verzekering opgenomen. Verder bepaalt de wet dat al het klinisch onderzoek moet gebeuren volgens de internationale richtlijnen van de Good Clinical Practice. Dat is de term die gebruikt wordt voor een reeks standaarden betreffende de ethische en wetenschappelijke kwaliteit bij het ontwerpen, uitvoeren, analyseren en rapporteren van klinische studies.

De wet bepaalt ook dat het geneesmiddelenonderzoek uitgebreid aan de overheid moet gemeld worden, die het op haar beurt aan EMEA meldt. Elk ernstig ongewenst voorval moet binnen de 24 uur aan de opdrachtgever gemeld worden, ook als dit niets met het geneesmiddel te maken heeft (bijv. iemand die tijdens zijn deelname aan een klinische studie een appendicitis oploopt). De wet bepaalt dat de opdrachtgever dit dan op korte termijn moet melden aan de overheid en aan het ethische comité. Dit ethische comité beslist of de studie mag worden voortgezet of niet. n

Leen Baekelandt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content