Hoe Europa ons leven bepaalt

Op 1 mei schuiven tien nieuwe gasten aan de Europese tafel. De publieke opinie staat soms sceptisch tegenover het nut van deze uitbreiding. Toch zou het ‘Europa van de 25’ de verworvenheden van het ‘Europa van de 15’ moeten versterken. Maar wat zijn die verworvenheden precies? En wat mogen we concreet van het grote Europa verwachten?

We vergeten het gemakkelijk, maar toen ze in 1951 werd gesticht had de Europese Unie (toen nog de EGKS, Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) niet de ambitie om zich tot Frankrijk, Duitsland, Italië, België, Nederland en Luxemburg te beperken. Ze wilde heel Europa verenigen. De huidige uitbreiding naar 25 landen is dus geen bureaucratische gril maar het resultaat van politieke keuzen waarover goed is nagedacht. Marianne Dony, de directrice van de juridische afdeling van het Instituut voor Europese Studies in Brussel, maakt een analyse van wat Europa voor ons leven heeft betekend.

Blijvende vrede

Na het einde van de Tweede Wereldoorlog vonden veel Europese leiders dat men de vrede tussen de landen van Europa alleen kon waarborgen door ze politiek en economisch te verenigen. Ruim 50 jaar later is de Unie een feit en lijkt een gewapend conflict tussen lidstaten ondenkbaar.

En na de uitbreiding? Logisch gezien zou de vredeszone nu bijna heel het Europese vasteland moeten bestrijken. Die zone is gebaseerd op de democratie en de vrijwaring van de mensenrechten en de rechten van de minderheden. Deze evolutie heeft een bijkomende symboolwaarde omdat enkele nieuwe lidstaten vroeger vijanden waren: 3 ex-Sovjetrepublieken (Letland, Litouwen en Estland) en 4 landen uit de communistische invloedssfeer (Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije). Vandaar dat sommigen liever over de ‘hereniging van Europa’ spreken.

Nieuwe vrijheden

Vrij verkeer van goederen en diensten. Doe de test: bezoek gelijk welke Belgische supermarkt, bekijk de rekken en probeer u te herinneren wat er 15 jaar geleden te koop was. De vermenigvuldiging en de diversiteit van het aanbod kunnen u niet ontgaan! Pesto, mozzarella, feta, tapenade, basilicum, parmezaan, muffins: de producten uit Italië, Spanje, Frankrijk, Griekenland, Zweden zijn niet meer te tellen. Vroeger vond je ze alleen in gespecialiseerde winkels en waren ze peperduur!

De regel van de Europese Unie is eenvoudig: een product dat in een lidstaat op een wettelijke manier geproduceerd is, mag (op enkele uitzonderingen na) in alle andere lidstaten worden verkocht. Dit vrije verkeer van goederen heeft onze gewoonten veranderd. Want vooral dankzij de ontdekking van de specialiteiten en culinaire gewoonten van onze buren hebben wij meer belangstelling gekregen voor hun cultuur en tradities. Onze openheid van geest en weliswaar onvolledige kennis van het leven bij onze buren heeft veel aan Europa te danken.

En na de uitbreiding? Specialiteiten uit Hongarije, Polen, Estland, uit heel Centraal- en Oost-Europa zullen weldra op onze markten verschijnen. Op het vlak van het vrije verkeer van diensten heeft Europa nog niet al zijn beloften gehouden, maar de Europese Commissie heeft begin dit jaar een ontwerprichtlijn voorgesteld die een echte binnenlandse dienstenmarkt moet scheppen. Europese dienstenbedrijven (bouw, vrije tijd, toerisme, autoverhuring, reclame, gezondheid enz.) zullen voortaan zonder de minste wettelijke beperking in alle lidstaten actief kunnen zijn. De Europese Commissie beschouwt dat als een groot voordeel voor de consumenten (vooral omdat het de prijzen zou doen dalen) maar het is nog te vroeg om de concrete gevolgen te beoordelen.

Vrij verkeer van personen. Elke Europese burger kan nu naar elk ander Europees land reizen en daar werken en studeren. In principe zijn er geen beperkingen.

Reizen: sinds de afschaffing van de grenscontroles (in 1993) is de douane passeren bijna een plezier, zeker voor wie zich de files aan de grensovergangen van vroeger herinnert. Ook in de luchthavens zijn er geen formaliteiten meer nodig om op een vliegtuig naar een andere lidstaat te stappen. Dit vlotte verkeer maakt ons reislustiger. Het toerisme binnen Europa bloeit als nooit tevoren.

Wonen: elke Europese burger die werk heeft in een andere lidstaat kan er met zijn gezin gaan wonen en geniet dan dezelfde sociale bescherming als de autochtonen. In dit domein is echter niet alles rozengeur en maneschijn, want sommige Europese landen zijn minder gastvrij dan andere (sommige Belgische gemeenten maken de administratieve formaliteiten voor Europeanen bijvoorbeeld niet gemakkelijk). Marianne Dony van het Instituut voor Europese studies: “Sommige lidstaten willen liever geen volledig vrij verkeer, hoewel dat de bedoeling is en we het vrij snel zullen realiseren. In grote lijnen kun je zeggen dat mensen die geen economische reden hebben om in een ander Europees land te gaan wonen (studenten, gepensioneerden) meer hinderpalen ondervinden dan de anderen. Dat komt trouwens erg slecht over bij de gepensioneerden die zich in het zuiden willen vestigen en ontmoedigd worden door de moeilijkheden die ze daar ondervinden. Er zijn dus nog knelpunten maar het Europese parlement zal een richtlijn goedkeuren die het verblijf van burgers van de Unie verder zal vergemakkelijken.”

En na de uitbreiding? De burgers van de nieuwe lidstaten zullen nog verscheidene jaren (misschien wel zeven!) moeten wachten voor ze net als wij aanspraak kunnen maken op vrij verkeer. Omdat ze bang zijn voor een massale stroom van werknemers uit het oosten, hebben de regeringen van de Vijftien besloten een overgangsperiode in te voeren voor de burgers van die landen. De nationale beperkingen op het verblijf van vreemdelingen blijven de volgende twee jaar van kracht. Deze overgangsfase kan verlengd worden met drie jaar, en met nog eens twee als een van de landen van de Vijftien een ‘ernstige verstoring van zijn arbeidsmarkt’ vaststelt. Indien men alle vertragingsmogelijkheden gebruikt (en Duitsland en Oostenrijk hebben al te kennen gegeven dat van plan te zijn) zullen de nieuwe Europeanen pas in 2011 naar hier kunnen komen! Volgens Marianne Dony is deze rem op de migratie een zware vergissing: “De Europeanen van de Vijftien zullen zich niet kunnen verweren tegen zwartwerk. Men bevordert het zelfs, omdat het verblijfsrecht (drie maanden) wordt geliberaliseerd. Het is dus heel waarschijnlijk dat mensen uit Centraal- en Oost-Europa dat recht zullen gebruiken om heen en weer te reizen tussen hun land en het onze, om hier in het zwart te werken. Als ze al niet illegaal komen.”

Toen Spanje en Portugal lid werden van de EU, golden dezelfde overgangsmaatregelen. Er is toen geen migratiegolf vastgesteld. Spanje heeft zelfs zo’n sterke economische groei gekend dat het zelf een immigratieland is geworden.

Open markten

De eengemaakte markt. De openstelling van de nationale markten en de afschaffing van de oude barrières hebben de handel binnen de Unie een enorme stimulans gegeven. Marianne Dony: “De landen van de EU drijven nu tweederde van hun handel met andere lidstaten. De Europese samenhang en de omvang van de markt scheppen een enorm afzetgebied. Zeker voor landen als België, die haast uitsluitend binnen de EU zaken doen.”

Voor de consumenten heeft de ontmanteling van de openbare monopolies de prijzen in verscheidene sectoren (vliegreizen, telecommunicatie, energie enz.) doen dalen. En volgens schattingen van de Europese Commissie heeft de eenheidsmarkt 2,5 miljoen extra banen opgeleverd.

Om een billijke groei te garanderen, wijdt de EU een derde van haar budget aan de steun aan probleemregio’s, zoals Henegouwen in ons land. Dankzij deze hulp hebben landen als Ierland en Spanje een spectaculaire economische groei gekend en is de levensstandaard in die landen snel gestegen.

En na de uitbreiding? Met 450 miljoen inwoners (anderhalve keer zoveel als de Verenigde Staten) zal het uitgebreide Europa de grootste binnenlandse markt ter wereld zijn. Maar er is ook bezorgdheid: sommige waarnemers vrezen dat de uitbreiding een massale verhuizing van ondernemingen naar de Oost-Europese landen zal veroorzaken, waar de lonen lager zijn dan bij ons en de sociale en belastingwetten gunstiger voor de bedrijven. Volgens Marianne Dony is die angst grotendeels ongegrond: “We hebben al bijna tien jaar vrije handel met de nieuwe leden, dus wie wilde verhuizen heeft dat al gedaan! De enige sector waarin de concurrentie met de nieuwe lidstaten een impact zou kunnen hebben, is die van de landbouw. Maar ook daar worden de prijzen door de EU bepaald, zodat onze markt niet zal worden overstroomd met landbouwproducten tegen dumpingprijzen. De mechanismen van het landbouwbeleid maken dat onmogelijk.”

Ter herinnering, een van de doelstellingen van de EU is een snelle verhoging van de levensstandaard van de bevolking van de nieuwe landen, precies om grote migraties en verhuizingen van ondernemingen te voorkomen. Maar niemand weet hoeveel jaren ze nodig zullen hebben...

De eenheidsmunt. De euro heeft de oude nationale munten van Europa voorgoed vervangen (met uitzondering van de Britse, Deense en Zweedse). Bij de goede punten kan niemand ontkennen dat het erg handig is om op reis niet over de wisselkoersen te moeten nadenken (nooit meer hoofdrekenen voor we in het buitenland iets kopen!). Met een gemeenschappelijke munt kunnen we buitenlandse prijzen ook makkelijker met de onze vergelijken. Jammer genoeg heeft deze transparantie niet tot de verhoopte gelijkschakeling van de prijzen geleid. Vooral in de horeca hebben veel handelaren en dienstenleveranciers van de euro gebruik gemaakt om hun prijzen te verhogen.

Toch heeft de euro de handel binnen Europa maar ook op het internationale vlak vergemakkelijkt, want hij is snel de tweede wereldmunt geworden, na de dollar. Marianne Dony: “De waardestijging van de euro tegenover de dollar is geen probleem, want de handel in euro is voor de Europese economie veel belangrijker. Je kunt je moeilijk voorstellen welke spanningen er zouden bestaan als elk land afzonderlijk tegen een voortdurend dalende dollar zou moeten vechten, zonder de zekerheid van de afzet op de Europese markt!”

En na de uitbreiding? Het zal verscheidene jaren duren voor de nieuwe lidstaten aan de strenge criteria voor de invoering van de euro voldoen (lage inflatie, begrotingstekort van minder dan 3 %, staatsschuld van minder dan 60 % van het BBP enz.). De landen die het eerst in aanmerking zullen komen zijn Cyprus, Malta en Slovenië, waar de koopkracht de onze het dichtst benadert.”

Rechten voor iedereen

Gelijke rechten voor alle Europese burgers: het blijft een van de basisbeginselen van de Europese constructie. Dankzij (of volgens sommigen ‘door toedoen van’) Europa hebben veel Europese burgers en werknemers vandaag rechten die hun nationale overheid hen vroeger onthield. De EU heeft landen soms tegen wil en dank reglementeringen opgelegd voor de gelijkheid van de geslachten, de strijd tegen alle vormen van discriminatie en de uitbreiding van de rechten van de werknemers (betaalde vakantie, beperking van de arbeidstijd, veiligheidsnormen op de werkplek, bescherming van zwangere vrouwen enz.). Marianne Dony: “De eerste fundamentele sociale verworvenheid voor de Europese werknemers was het betaald verlof. In sommige landen, zoals Engeland of Portugal, was betaald verlof een echte revolutie! De beperking van de werkweek tot maximaal 48 uren heeft eveneens een ommekeer teweeggebracht. In enkele jaren zijn de arbeidsvoorwaarden in de landen van de Europese Unie dus sterk verbeterd. In België, bijvoorbeeld, hadden uitzendkrachten tot voor kort geen enkele sociale bescherming. Vandaag moeten ze dankzij een Europese richtlijn verplicht worden aangegeven, hebben ze recht op betaald verlof, een eindejaarspremie enzovoort. Nog een ander voorbeeld: de Belgische wet zei niets over de insolvabiliteit van de werkgever. De wetgeving die de werknemers nu bij bedrijfssluitingen beschermt, komt van Europa.”

En na de uitbreiding? De toekomstige lidstaten hebben zich ertoe verbonden de gemeenschappelijke verworvenheden te respecteren. Dat betekent dat hun sociale wetgeving, vooral in verband met de arbeid, geleidelijk aan moeten worden aangepast aan de Europese sociale normen. Maar omdat elk land het gezag over zijn eigen sociale zekerheidsstelsel behoudt, zullen de nieuwe Europeanen waarschijnlijk nog lang moeten wachten voor ze dezelfde sociale garanties krijgen als de Belgen, de Fransen of de Zweden. Omdat de nieuwe landen voor dezelfde uitdagingen staan als wij (vergrijzing van de bevolking, werkloosheid, een steeds duurdere gezondheidszorg...), vrezen sommige waarnemers het ontstaan van een Europa met twee snelheden, dat van de rijken en dat van de armen.

Europa is ook...

Honderden richtlijnen voor de bescherming van het milieu (luchtvervuiling, afvalverwerking, waterzuivering, bescherming van dieren en planten enz.). Deze regels worden opgelegd aan alle lidstaten en dus ook aan België, dat tot enkele jaren geleden heel weinig belangstelling had voor de natuurbescherming...

Op het vlak van de cultuur stimuleert Europa de promotie en de verspreiding van Europese werken die vroeger alleen in beperkte kring bekend waren. De rijkdom van de steden en regio’s van het Oude Continent wordt regelmatig in de kijker geplaatst dankzij initiatieven als Europalia en de Europese Hoofdsteden van de Cultuur. Programma’s als Erasmus geven duizenden studenten de kans hun studies in een andere lidstaat te voltooien en tegelijk andere zeden en een andere manier van leven te ontdekken..

Vroeger was het geen sinecore om bij een probleem in het buitenland medische verzorging te krijgen. Vandaag heeft elke Europese burger die in een lidstaat ziek wordt of een ongeval heeft recht op verzorging en krijgt hij de kosten thuis terugbetaald.

Karima Amrous

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content