Hoe emoties onze immuniteit versterken

Iedereen voelde het al geruime tijd intuïtief aan, maar nu is het door de wetenschap bevestigd: onze gemoedstoestand heeft een duidelijke impact op onze gezondheid. In positieve, of in negatieve zin, stellen psycho-neuro-endocrino-immunologen vast.

Vormen ons lichaam en onze geest één geheel? “De mens altijd in zijn globaliteit zien, is een vrij recent idee”, legt chirurg en psychotherapeut dr. Thierry Janssen uit. “Het is de psycho-neuro-endocrino-immunologie die verbanden tussen de verschillende delen van de mens probeert te leggen. Daarbij slaat psycho op de emoties, neuro verwijst naar de weerslag van deze gedachten op het zenuwstelstel. Endocrino slaat op het hormonale antwoord daarop en immunologie gaat over de consequenties voor ons immuunsysteem en dus voor onze gezondheid.”

Zo werd bij experimenten in de Verenigde Staten de hersenactiviteit van vrijwilligers gemeten terwijl ze films bekeken. “Men stelde vast dat bij een film die negatieve gedachten oproept (angst, woede...) vooral de rechter prefrontale hersenschors wordt geactiveerd. Als aangename emoties worden getoond daarentegen wordt de linker prefrontale hersenschors geactiveerd.”

Dit kan consequenties hebben voor onze gezondheid. “Er ontstaat namelijk een kettingreactie. Het onderzoek toont aan dat bij onaangename emoties het sympathische deel van ons zenuwstelsel wordt geactiveerd, wat spanning oplevert waardoor we reageren tegen hetgeen deze negatieve emotie in gang zette. Dit noemen we stress. Op endocrinologisch niveau zal dit onder andere de uitscheiding van twee hormonen stimuleren: de adrenaline en cortisol, dat ons immuunsysteem aanzet tot een verdedigingsreactie.”

Nu hoeft een korte periode van stress niet noodzakelijk negatieve gevolgen te hebben maar chronische stress doet dat wel: ze put het organisme uit. “Een grote hoeveelheid adrenaline zal het hart te sterk belasten, wat turbulentie in de aders met zich meebrengt en daarna ook kwetsuren van de vaatwand (het endothelium). Wie chronisch gestresseerd is, heeft echter wellicht ook een te hoog cholesterolgehalte. De cholesterol zal zich in die wondjes nestelen, waardoor atheromateuze plaques ontstaan die jaren later tot een infarct kunnen leiden.”

Maar het tij kan keren. “Wanneer aangename emoties worden opgewekt, wordt het parasympathische deel van het zenuwstelsel geactiveerd en dat brengt geen spanning teweeg, maar juist ontspanning. Alle mechanismen die nodig zijn voor de recuperatie van ons lichaam worden dan in gang gezet met een optimale werking van het immuunsysteem als gevolg.”

Optimistisch?Minder kans op griep!

“Stress is een reactie van het organisme tegenover iets wat het ervaart als een bedreiging”, bevestigt psychiater dr. Yun-Marie Vandriette van het Brusselse UVC Brugmann. “Het organisme bereidt zich voor op de verdediging. De hormonen die vrijkomen door de stress zijn ongeveer overal in het lichaam werkzaam. Ze kunnen dus sterk uiteenlopende uitwerkingen hebben: ze kunnen bijvoorbeeld schildklierproblemen veroorzaken maar ook maagproblemen, gynaecologische aandoeningen bij vrouwen, problemen met de testikels bij mannen, en ga zo maar door. Ook bij de ziekte van Crohn zou er een component aanwezig zijn die gerelateerd is aan stress, tenminste bij mensen die aanleg hebben voor die ziekte. Op cardiovasculair niveau kan hypertensie in verband staan met stress en de Belgische studie Belstress heeft een duidelijke verhoging van cholesterol bij gestresseerde personen aangetoond.”

Goed gekend zijn ook de vele dermatologische aandoeningen die door stress kunnen veroorzaakt worden: acne, haaruitval, moeilijke littekenvorming... “Het verband tussen stress en immuniteit wordt intens bestudeerd: cortisol, het hormoon dat het organisme produceert bij stress, doet onze immuniteit dalen. En inflammatoire ziekten als eczeem en psoriasis worden eveneens bevorderd door stress.”

Het verband tussen stress en immuniteit werd onder meer aangetoond met het volgende experiment. “In dezelfde familie krijgt niet iedereen griep, hoewel het een zeer besmettelijk virus is”, legt dr. Janssen uit. “Dat vormde de basis van dit experiment. Het idee was om een groep mensen gedurende enkele dagen op te sluiten in een hotel, zodat ze aan dezelfde condities waren blootgesteld. Dan werd het stressniveau van elk van die mensen bepaald, en daarna werden ze besmet met het griepvirus. Het waren de vermoeide en gestresseerde mensen die de ziekte uiteindelijk kregen. De anderen hadden voldoende immunitaire weerstand.”

Vragen stellen bij efficiëntie en rendement

Als er een verband is tussen onze emoties en onze gezondheid, moeten we ons dan schuldig voelen als we ziek zijn? Hebben we dan te veel lopen piekeren, en is het dus onze eigen schuld? “Natuurlijk niet!”, pleit Thierry Janssen. “De schuldvraag is hier niet op haar plaats. De ziekte is meestal te wijten aan een geheel van factoren: erfelijke voorbestemdheid, kwetsbaarheid eigen aan het gestel, voedings- en omgevingsfactoren,... Door op bepaalde factoren te werken, kunnen we ze beïnvloeden.”

Daar is de psychologe Danielle Michaux, gespecialiseerd in het begeleiden van kankerpatiënten, het volmondig mee eens. “Emoties deblokkeren volstaat niet om te genezen. En anderzijds lokt het hebben van negatieve gedachten of het blokkeren van emoties evenmin noodzakelijk kanker uit. Het zou gevaarlijk zijn, zekerheden te poneren die er niet zijn. Ik hoop wél dat de belangstelling voor het onderwerp het resultaat is van een maatschappelijke evolutie. Dat de samenleving dus een stapje terug wil zetten. Dat ze bereid is vragen te stellen bij waarden als rendement en efficiëntie, en ze vergelijken met meer menselijke waarden.”

Leren positief te denken

Hoe leer je omgaan met een chronische stresssituatie? “Zowel in de controle van stress als in het omgaan met emoties, is de psychoterapie aangewezen – individueel of in groep -, meer dan geneesmiddelen”, raadt dr. Vandriette aan. “Maar er is ook de relatietherapie en de sofrologie,... Ademhalingstechnieken zoals de buikademhaling zorgen voor een betere spierontspanning. En verder is alles heilzaam waarmee je jezelf een plezier doet, van borduren tot joggen.”

Thierry Janssen vult aan: “Complementair met welke behandeling ook, lijkt de positieve emotie essentieel. De patiënten voelen dit trouwens heel goed aan. Als bijvoorbeeld een kankerpatiënt in staan is om naar een chemokuur te gaan met de gedachte dat dit een positieve zaak is, zonder stil te staan bij de toxiciteit ervan, dan zijn de neveneffecten altijd minder, of worden ze in ieder geval als minder erg ervaren. Ik stel mijn patiënten voor de therape te visualiseren. Bijvoorbeeld een chemotherapie te bekijken als goud dat door hun aders stoomt, of als zonne-energie die hen meer kracht geeft.”

Spontaan op zoek naar ontspanning

Uiteraard is het karakter van de patiënt van groot belang maar toch is iedereen intuïtief op zoek naar ontspanning, naar positivisme. Bovendien kunnen we positief denken leren. “Dit gebeurt aan de hand van cognitief werken: we gaan de persoon die een bepaalde manier van denken heeft, herinformeren. Hem erop wijzen hoe hij zijn negatieve visie kan veranderen in een positievere, hoe hij het leven vanuit een andere invalshoek kan bekijken. Dat doen we door gerichte vragen te stellen. Bent u er zeker van dat het is zoals u denkt? Zou het kunnen dat u die gebeurtenis ook anders kunt interpreteren? Het is de bedoeling dat de oefeningen positieve emoties opwekken die dan weer fysische repercussies hebben. En dat de patiënt dat positief denken doortrekt naar het dagelijkse leven.”

Vaak raadt dr. Janssen aan, deze cognitieve aanpak te combineren met technieken zoals tai chi, qi gong of yoga. “De inspanning die deze technieken vereisen, zal het psychologische werk ondersteunen. Hoe meer flow in uw lichaam, hoe meer flow in uw hoofd.”

Zwakke kantjes tonen

Kankerpatiënten die cognitief werken, leven langer. Dat is voldoende door studies aangetoond, weet de psychologe Sophie Buyse. “Dat een chemokuur die je met tegenzin doet minder kans op slagen heeft, is een feit. Wanneer de patiënt zich een bepaalde dag echt niet goed in zijn vel voelt, praat hij er best over met zijn dokter. Het valt dan zelfs te overwegen of de kuur niet enkele dagen kan uitgesteld worden.”

Hebben mannen en vrouwen dezelfde houding tegenover hun emoties? “Meestal hebben mannen het moeilijker om hun zwakke kantjes te tonen. Zij beheren hun ziekte alsof het een onderneming is en ook daarin vinden ze rendement en efficiëntie heel belangrijk. Zij moeten nochtans leren te aanvaarden, dat hun ziekte niet te controleren of te beheersen valt. Ze moeten zich durven op het emotieve terrein te begeven, toe te geven aan hun gevoelsleven. Hoe ze zich ontspannen, heeft daarbij geen belang. Ieder heeft zijn eigen methode: schilderen, tuinieren, mediteren, schrijven, zwemmen, sauna....

Voelt u zich dus aangetrokken tot meditatie? Aarzel dan geen seconde! Het is zeer heilzaam, zeker voor uw immuunsysteem. “Studies hebben het heilzame effect ervan aangetoond bij boeddhistische monniken”, weet Thierry Janssen. “Hoe meer ze hadden gemediteerd, hoe duidelijker het positieve effect was. En meditatie is echt toegankelijk voor iedereen. Het grote pluspunt is dat je je focust op de ademhaling, of op een mantra. Eigenlijk doet de manier waarop er niet toe, als je er maar voor zorgt dat je je gedachten niet de vrije loop laat maar verhindert dat negatieve emoties terugkeren. Dat werkt heel therapeutisch.”

Dieren hebben het goed met ons voor

Hebben dieren een positief effect op onze gezondheid? “Zeer zeker, en dit effect is reeds sedert de Oudheid gekend”, verduidelijkt Françoise Sion, algemeen secretaris van Ethologia, een Belgisch studiebureau dat de relatie tussen mens en dier onderzoekt. “Maar toen berustte die idee uitsluitend op een empirische waarneming. Ze was nog niet wetenschappelijk onderbouwd.”

Pas in de jaren 70 van de vorige eeuw verschenen de eerste studies terzake. “Die vonden vooral plaats in de Angelsaksische landen, want hier zijn we nog te rationeel ingesteld, te cartesiaans en zeker te hygiënisch. Het dier wordt nog te vaak buitengesloten, zelfs al heeft men kunnen aantonen dat dieren een positief effect kunnen hebben op de fysische en mentale gezondheid van de mens. Er zijn tal van voorbeelden: hoge bloeddruk, stress, autisme, alzheimer,... De studies liegen er niet om.”

Er is wel één belangrijke voorwaarde aan verbonden: de persoon moet van dieren houden! “Het is inderdaad niet het dier zelf dat iets positiefs bijdraagt, het is de relatie tussen mens en dier”, bevestigt Françoise Sion. “Het dier kan heilzaam zijn op twee manieren. Door zijn aanwezigheid kan het warmte brengen, troost, motivatie, stimulatie, rust, interactie... Maar zijn nut is ook gebleken in het kader van de therapie met assistentiedieren, in groep of individueel. Tijdens die therapie vindt een welbepaalde therapeutische activiteit plaats, met een diagnose, een behandeling, een bilan. In dit geval kan de tegenwoordigheid van het dier de goede relatie van de patiënt met zijn therapeut bevorderen.”

Motiveren en stimuleren

Dieren zijn dikwijls te vinden in rusthuizen, en dat is geen toeval. Dit kunnen honden zijn, maar ook schildpadden, kanaries, papegaaien... “De enige voorwaarde is dat de bewoner zelf voor het dier kan zorgen”, zegt rusthuisdirecteur Filip Van Elsué. “De aanwezigheid van een dier heeft hetzelfde effect op onze gasten als het kinderkoor dat kerstliedjes komt zingen: het laat de emoties stromen. En het zorgt voor een gemoedelijke en ontspannen sfeer. Veel rusthuisbewoners helpen elkaar om de zorg van een hond op te nemen en er dagelijks een wandeling mee te maken. Dat motiveert en stimuleert hen. Het werkt zeer therapeutisch. De bewoners hebben een rol te spelen en voelen zich geïntegreerd.”

In het ziekenhuis is de aanwezigheid van een dier een stuk moeilijker omdat de hygiënische regels er veel strikter zijn dan in een rusthuis. In België zijn er nochtans twee ziekenhuizen die het aangedurfd hebben. In La Citadelle in Luik komt er éénmaal per week een hond op bezoek bij de gehospitaliseerde kinderen. Dit is een perfect tegengif voor de stress dat een ziekenhuisopname meebrengt. En in Gent bezit de diens palliatieve zorgen een labrador, Kioshi. “Dat eist wel veel bijkomend werk voor de dienst”, vertelt Marleen Verscheuren, de verpleegster die verantwoordelijk is voor Kioshi. “Maar ondanks dat is Kioshi een absolute verrijking. Wanneer zij er niet is, ervaren de patiënten dat als een gebrek. Zij is altijd welgezind, en stoort zich niet aan het uiterlijk van de zieke.”

Françoise Sion bekijkt zo’n dier als een uitzonderlijke vertrouwensfiguur is. “Een dier oordeelt en veroordeelt niet. De zieke kan hem alles toevertrouwen. Hij kan hem vertellen dat hij geen zin meer heeft om te leven, dat hij die medicijnen niet meer wil nemen... Zaken die de zieke soms verzwijgt voor de omgeving. Het dier vraagt ook een zekere zorg en interactie: hij geeft de zieke een bezigheid, zelfvertrouwen, een gevoel van waarde. Hij kan ook een hulp zijn bij het uitvoeren van bepaalde oefeningen bij mensen met gewrichtsproblemen: in plaats van een balletje om met de hand te kneden, geeft men de zieke een borstel om de hond te borstelen. Dat motiveert! Maar een hond brengt nog meer positiefs aan: het is immers niet evident om een persoon die aan het einde van zijn leven staat, aan te raken. De hond echter stoort zich daar niet aan en staat elk contact toe.”

Het voelen

Het voelen is een fundamenteel gegeven in een genezingsproces. “Het was dan ook de eerste vorm van geneeskunde”, stelt Thierry Janssen. “Nadien is het verbannen uit onze cultuur omdat er verwarring ontstond tussen de aanraking op zich, en seksualiteit. Maar baby’s die niet worden aangeraakt, kwijnen nog altijd weg: daarom krijgen couveusekindjes regelmatig een massage. Het aanraken brengt het neurologisch systeem tot rust en zorgt voor een versterking van het immuunsysteem. Het aanraken heeft ook een fysiologische weerslag. Zo is aangetoond dat diabetespatiënten die regelmatig werden aangeraakt, zichzelf minder insuline hoefden toe te dienen, want de rust verlaagde het cortisolgehalte, dat de weerstand tegen insuline lichtjes verhoogt. Minder cortisol betekent dus minder weerstand tegen insuline, waardoor er minder toevoer van insuline van buitenaf nodig is.”

Maar je hoeft niet ziek te zijn om te kunnen genieten van de aanwezigheid van een hond, een poes, een paard of een papegaai... Ook een aantal studies met personen in goede gezondheid tonen het weldadige effect van de aanwezigheid van een huisdier aan. De conclusies zijn duidelijk: eigenaars van huisdieren hoeven minder vaak een geneesheer te raadplegen en als ze toch naar het ziekenhuis moeten, is hun verblijf korter.

Licht als bron van genezing

Ziek of niet, we zijn in ieder geval gevoelig voor de aanwezigheid of de afwezigheid van natuurlijk licht. Een klare dag brengt energie, vitaliteit, goed humeur. Een dreigende, donkere lucht geeft zin om onszelf in huis op te sluiten. In het ziekenhuis wordt daar steeds meer rekening mee gehouden. Zowel bij het bouwen van nieuwe eenheden, als bij het renoveren van oudere eenheden. De aanwezigheid van licht zou zelfs een invloed hebben op de duur van het verblijf. “Want de aanwezigheid van licht vermindert het risico dat de patiënt gedesoriënteerd raakt in de tijd en de ruimte. En dat heeft een invloed op de moraal”, verduidelijkt hoofdverpleegster Christelle Vastrade. “In onze oude kamers, waar weinig of geen daglicht komt, zijn de patiënten onrustiger en hebben ze het mentaal een stuk moeilijker. Onze nieuwe eenheid heeft grote ramen die voor een maximale lichtinval zorgen. Daardoor verloopt het verblijf van de patiënten aangenamer, ze zijn minder gedesoriënteerd en rustiger. Soms heeft dat een impact op de duur van het verblijf. Het daglicht zorgt ervoor dat de patiënt sneller geneest en sneller naar huis kan. Hij kan voor het raam worden geïnstalleerd: hij ziet dan het weer, de natuur, de vogels, de mensen die voorbij komen. Dankzij die positieve gedachten, verloopt de genezing écht veel sneller.” n

Gwenaëlle Ansieau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content