Supplementaire rechten voor de slachtoffers, meer aandacht voor wat kinderen vertellen, een politiehervorming... De zaak Dutroux heeft een grote weerslag gehad op de Belgische samenleving. Enerzijds heeft deze schandelijke affaire ons land getraumatiseerd, maar anderzijds is ze ook de aanzet geweest tot een aantal institutionele hervormingen die dringend nodig waren. Een overzicht van wat er sinds die zwarte augustus in 1996 is veranderd.
HET GERECHT Hoopgevende beslissingen
In september van vorig jaar leverde de eerste 'gerechtsbarometer', een peiling door de universiteiten van Leuven en Luik, sombere resultaten op: slechts 41 % van de Belgen vertrouwt het gerecht... tegenover 56 % die dat niét doet! Nog erger is dat zeven jaar na de uitbarsting van de zaak Dutroux minder dan één Belg op de drie (28 %) denkt dat de werking van justitie in de voorbije jaren is verbeterd. 19 % meent zelfs dat het nog erger is geworden. De besluiten van deze door de Overheidsdienst Wetenschapsbeleid gefinancierde studie zijn geen kritiek op het Belgische gerecht, ze zijn een ware kaakslag. Want eerlijk is eerlijk, na de zaak Dutroux heeft het gerecht de hand wel degelijk in eigen boezem gestoken. Het bewijs?
...
In september van vorig jaar leverde de eerste 'gerechtsbarometer', een peiling door de universiteiten van Leuven en Luik, sombere resultaten op: slechts 41 % van de Belgen vertrouwt het gerecht... tegenover 56 % die dat niét doet! Nog erger is dat zeven jaar na de uitbarsting van de zaak Dutroux minder dan één Belg op de drie (28 %) denkt dat de werking van justitie in de voorbije jaren is verbeterd. 19 % meent zelfs dat het nog erger is geworden. De besluiten van deze door de Overheidsdienst Wetenschapsbeleid gefinancierde studie zijn geen kritiek op het Belgische gerecht, ze zijn een ware kaakslag. Want eerlijk is eerlijk, na de zaak Dutroux heeft het gerecht de hand wel degelijk in eigen boezem gestoken. Het bewijs? De druk vanwege de ouders van de slachtoffers van Marc Dutroux heeft ervoor gezorgd dat slachtoffers nu rechten hebben die hun vroeger werden ontzegd. In 1998 is de wet Franchimont goedgekeurd, die slachtoffers inzage geeft in het onderzoeksdossier. Bovendien heeft nu iedereen die door de politie, het parket of een onderzoeksrechter wordt ondervraagd recht op een kosteloos exemplaar van het proces-verbaal. Volgens Adrien Masset, professor strafrecht en strafprocedures aan de universiteit van Luik, is de wet Franchimont een van de belangrijkste hervormingen van het Belgische strafrecht: "Iedereen heeft meer rechten gekregen, zowel de slachtoffers als de beschuldigden. Bovendien zijn veel nieuwe bepalingen perfect begrepen door de burgers. Het aantal ondervraagde personen dat een kopie van hun verhoor vraagt ligt echt heel hoog." Slachtofferhulp is nu een feit. Elk parket van het land heeft een dienst in het leven geroepen die slachtoffers hulp en psychologische bijstand kan bieden en hen op de hoogte houdt over de vordering van hun dossier. Tijdens het verhoor van de slachtoffers moet de politie de gegevens van de dienst voor slachtofferhulp meedelen. Om een einde te maken aan de politieke benoeming van rechters en magistraten, een gebruik dat de onafhankelijkheid van de gerechtelijke macht in het gedrang brengt, is in het kader van de Octopusakkoorden (1998) een Hoge Raad van Justitie opgericht. De raad adviseert de minister van Justitie wanneer verscheidene kandidaten naar eenzelfde benoeming of promotie solliciteren. In de meeste gevallen volgt de minister het advies, zodat hij in principe zijn eigen kandidaten niet langer kan bevoordelen. De Hoge Raad ontvangt ook klachten van burgers over het gerechtelijke apparaat en zorgt voor de opvolging van deze dossiers. De wet Marchal, genaamd naar Paul Marchal, de vader van Dutrouxs slachtoffer An Marchal, is eveneens een stap vooruit. Zijn woede over de onmogelijkheid om de Franstalige debatten in het Nederlands te vertalen (en de mediabelangstelling die ze kreeg) heeft ervoor gezorgd dat de burgerlijke partijen voortaan in de onderzoeksfase recht hebben op een kosteloze vertaler. Vroeger bestond dat recht nota bene alleen voor de verdachten! De wet op de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen kent hen sinds 2001 nieuwe rechten toe. Het verhoor van een minderjarige in het kader van een onderzoek naar pedofilie of misbruik wordt nu op video geregistreerd. Dit voorkomt dat het kind een pijnlijke herhaling van verhoren moet ondergaan. De wet staat ook toe dat deze opnamen tijdens het proces worden gebruikt, om een traumatiserende confrontatie tussen het misbruikte kind en de vermeende misbruiker te vermijden. Natuurlijk is het Belgische gerecht nog niet van al zijn ziekten genezen: een chronisch personeelsgebrek, een tekort aan elementaire apparatuur, trage, omslachtige procedures enz. Justitie zal nog hard moeten werken om het geschonden blazoen op te poetsen en is zich daar maar al te goed van bewust. Minister van Justitie Laurette Onkelinckx heeft alvast beloofd dat ze de hand aan de ploeg zal slaan... Op het einde van 1996 volgden de Belgen met verbijstering op de televisie de zittingen van de parlementaire onderzoekscommissie naar de zaak Dutroux. Politiemensen en onderzoekers die elkaar de schuld in de schoenen schoven, rivaliteit tussen politie en rijkswacht, leugens, een slechte doorstroming van informatie tussen de verschillende politiekorpsen... Kortom, de politie en de mensen die er verantwoordelijk voor zijn werden zonder pardon in hun hemd gezet. Heel die roestige machine was duidelijk aan een ingrijpende hervorming toe. Toch duurde het tot 1998 en de onwaarschijnlijke ontsnapping van Marc Dutroux (nochtans "de bestbewaakte man van België") voor de politieke wereld snel en geschokt de zogenaamde Octopusakkoorden ondertekende. Sinds 1 januari 2002 heeft België een geïntegreerde politie met twee niveaus: de plaatselijke politie, die belast is met de taken in de onmiddellijke omgeving (ordehandhaving, administratief werk, kleine criminaliteit) en de federale politie, die meer gespecialiseerde opdrachten uitvoert. De rijkswacht bestaat niet meer en alle politiemensen hebben nu hetzelfde statuut. Hoewel deze hervorming noodzakelijk was, is ze niet pijnloos tot stand gekomen. Veel politiemensen klagen dat ze gedemoraliseerd worden door de toename van het administratieve werk. Bovendien is het wantrouwen tussen de twee niveaus (plaatselijk en federaal) niet verdwenen en vlot de samenwerking nog niet zoals het hoort. Volgens professor Masset van de universiteit van Luik is de politiehervorming dan ook geen onverdeeld succes: "Als de zaak Dutroux vandaag zou uitbarsten, zou het onderzoek in grote lijnen beter worden gevoerd, omdat het nu gecentraliseerd is. Dat is uiteraard positief. Anderzijds worden de politiemensen overstelpt met papierwerk en zijn ze (mede daardoor) soms weinig gemotiveerd.""Het grootste nadeel van de integratie van de politie", besluit prof. Masset, "is echter dat mensen met klachten over het gedrag van de politie niet meer naar een andere politiedienst kunnen stappen. Alleen het Comité P' kan nu nog eventuele klachten noteren. Democratisch gezien is dat een stapje achteruit."Als er één domein is waar de zaak Dutroux een diepe, duurzame impact heeft gehad, is het de mentaliteit in onze samenleving. Sinds die verschrikkelijke affaire aan de oppervlakte kwam, is pedofilie geen taboe meer. Vooral de onthulling dat seksueel misbruik zich in de overgrote meerderheid van de gevallen afspeelt in de eigen familiekring, trof de meeste Belgen als een bliksemschicht bij heldere hemel. We luisteren naar de kinderen. Volgens socioloog en filosoof Jean-Louis Genard "wordt er dankzij de zaak Dutroux eindelijk geluisterd naar klachten die vroeger vanwege de aard van het misdrijf of de status van de beschuldigden geen juridisch gevolg kregen. Gevallen van seksueel geweld op school of in de jeugdbeweging en pedofiliezaken waarbij kerkelijke milieus in opspraak komen, worden eindelijk ernstig genomen. In het verleden bleven de schuldigen straffeloos of ver-dwenen de klachten in de doofpot. In het nieuwe klimaat krijgen de slachtoffertjes een erkenning die er vroeger niet was". Gevolg: het welzijn van het kind staat nu centraal en we luisteren beter naar hen. Het klimaat van wantrouwen dat zich in de Belgische samenleving heeft genesteld richt soms schade aan, onder meer bij leerkrachten, monitoren en andere opvoeders. Jean-Louis Genard:"De maatschappelijke sfeer heeft de pedagogische verhoudingen diepgaand beïnvloed. Gedrag dat vroeger als spontaan of natuurlijk werd beschouwd is nu verdacht. Met een kind naar het toilet gaan, het helpen bij het aankleden, tederheid tonen, al die dingen worden nu verdrongen, zijn verboden of worden gecontroleerd. Dat is vooral een probleem voor mannelijke opvoeders, die zich veel meer dan vroeger moeten indekken tegen mogelijke verdenkingen. Tederheid, affectiviteit en genegenheid zijn gevoelens die in de pedagogische wereld niet langer aanvaard worden." De sociale controle is groter dan ooit: Jean-Louis Genard, die ook directeur is van een Brusselse hogeschool voor architectuur, wijst erop dat de scholen voortaan alleen nog leerkrachten met een speciaal bewijs van goed gedrag en zeden aanwerven. Op bevel van het ministerie van Binnenlandse Zaken krijgen kandidaat-leerkrachten pas een bewijs van goed gedrag en zeden na een grondiger politieonderzoek dan vroeger (onder meer met een buurtonderzoek). Een ander voorbeeld van sociale controle: "Kort na de zaak Dutroux werd ik benaderd door psychotherapeuten die zich vragen stelden over hun beroepspraktijk. Ze stonden onder sterke druk om hun patiënten met seksuele afwijkingen aan te geven en vroegen zich af waar de grens lag tussen hun beroepsgeheim en hun sociale verantwoordelijkheid..." Een onverwacht gevolg van het klimaat van verklikkingen na de zaak Dutroux is de toename van beschuldigingen van pedofilie, vooral in de context van echtscheidingen. Hoewel sommige gevallen van seksueel misbruik of mishandelingen echt zijn gebleken, ging het in andere gevallen helaas om verzinsels. Vaders werden vals beschuldigd van seksueel misbruik van hun kinderen, met alle psychologische gevolgen van dien. Sommige mensen hebben zelfs niet geaarzeld om beschuldigingen van pedofilie als politiek wapen te gebruiken. Denk aan de beschuldigingen tegen Elio di Rupo, de voorzitter van de PS, of aan Marie-France Botte, die niet aarzelde om een journalist van de RTBF aan te klagen wegens pedofilie. Hoewel niets bewezen was, verloor de man zijn baan. Inmiddels is hij gerehabiliteerd, terwijl Marie-France Botte wegens laster werd veroordeeld... Geboorte van een burgerbeweging. De Witte Mars en het klimaat van opstandigheid dat daarmee gepaard ging (niet minder dan 300 000 betogers) was een eenmalig gebeuren maar heeft toch een diepe indruk nagelaten. Deze gigantische bijeenkomst van burgers, een protest tegen het falen van de staat, heeft een blijvende stempel gedrukt op de politieke klasse. De toenadering tussen burgers en staat is trouwens nog altijd actueel (denk maar aan de hervorming van de openbare diensten). Verder zijn er de Witte Comités die na de Witte Mars zijn ontstaan: ze krijgen minder aandacht van de media dan vroeger maar blijven bestaan en organiseren nog steeds hulpacties voor misbruikte kinderen en hun families. Voor 1996 hield alleen de vzw Marc en Corine, een vereniging met bescheiden middelen , zich bezig met het zoeken naar vermiste kinderen. In 1996 werd het 'Huis van An' opgericht en einde maart 1998 werd Child Focus operationeel. Het 'Huis van An', een initiatief van Paul Marchal, kwam tot stand na de Witte Mars, als toevluchtsoord voor kinderen en jongeren die het slachtoffer zijn geworden van pedofilie of andere misbruiken, zowel psychische als fysische. Ook Child Focus is een direct uitvloeisel van de zaak Dutroux: "Samen met andere ouders van vermiste of vermoorde kinderen drong Jean-Denis Lejeune (de vader van het door Dutroux vermoorde meisje Julie, nvdr.) erop aan in België een centrum op te richten, gelijkaardig aan het centrum voor vermiste kinderen dat hij in Amerika had bezocht. Twee jaar later was Child Focus een feit", zegt Isabelle Marneffe, directrice communicatie van de organisatie. Child Focus is erkend als organisatie van openbaar nut. Het Europese Centrum voor vermiste en seksueel misbruikte kinderen biedt nationaal en internationaal hulp bij het zoeken naar verdwenen kinderen. In België werkt het samen met de politie, het gerecht en de media. Het is opvallend efficiënt: van zodra de vermissing van een kind wordt gemeld, drukt Child Focus in recordtijd duizenden affiches die in het hele land worden verspreid. "Wij behandelen gemiddeld 2500 dossiers per jaar", vertelt Isabelle Marneffe. "Wij vormen de schakel tussen de politie, de overheid en de ouders, die we op de hoogte houden over de opzoekingen."Op het gratis nummer 110, dat voortdurend bereikbaar is, kan iedereen verdwijningen of seksueel misbruik aangeven. Sinds 2002 is Child Focus ook actief in de strijd tegen de kinderpornografie op het internet. "In 2002 werden ons 2400 verdachte websites gesignaleerd", zegt Isabelle Marneffe. "Wij spelen die informatie onmiddellijk door aan de dienst voor computercriminaliteit van de politie."De verstandhouding tussen de pers en het gerecht is nooit optimaal geweest. Maar de zaak Dutroux heeft het onbegrip en zelfs de vijandigheid tussen beide machten ten top gedreven. De pers werd de spreekbuis van de publieke opinie en ging - soms kwaadwillig - te keer tegen de fouten van het gerecht, dat van de weeromstuit de journalisten verweet het onderzoeksgeheim te schenden, het vermoeden van onschuld met de voeten te treden, op sensatie belust te zijn en 'witte ridder' te spelen. Volgens Benoît Grevisse, professor aan de faculteit communicatiewetenschappen van de UCL, is de manier van werken van de journalisten veranderd. "De zaak Dutroux heeft in België een geëngageerde journalistiek doen ontstaan die sterk op emoties gebaseerd is. Het is ook een thesisjournalistiek: sommige persmensen verdedigen de thesis van de netwerken, andere beweren het tegendeel en ze vliegen elkaar in de haren. In de praktijk zien we bovendien dat de journalisten zich minder interesseren voor de faits divers dan voor de mensen die ze meemaken." De lancering in Franstalig België van de Journal du Mardi (aanvankelijk Journal du Samedi). Het blad kiest uitgesproken partij voor de ouders van slachtoffers. Na de publicatie van foto's, brieven en andere details uit het gerechtelijk dossier woedt het debat over de rechten en plichten van de journalist weer op volle kracht. Advocaten en magistraten verwijten de media dat zij het proces van Dutroux in de kranten voeren zonder op de rechtszaak te wachten. De oude oorlog laait weer op... nKarima Amrous