Hoe blijven we sociaal actief?

In 100 jaar tijd hebben we 30 gezonde levensjaren gewonnen. Het is dus vandaag – wanneer je 50 bent – dat je de tweede fase van je leven moet plannen, zodat je een gelukkige toekomst tegemoet gaat. Via vier rondetafelgesprekken met experts stapt Plus Magazine mee in het project Vroeger denken aan later dat de Koning Boudewijnstichting in 2012 heeft opgestart. Volgende maand: hoe hou je 50-plussers tot aan hun wettelijke pensioen aan de slag?

Het goede nieuws. Meer dan de helft van de mensen voelt zich gelukkiger dan toen ze 30 jaar jonger waren. Een sterk sociaal leven is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Wie kwaliteitsvolle relaties heeft, leeft beter en gezonder. Maar een sociaal netwerk moet je opbouwen. Liefst al voor je met pensioen gaat. Roularta Research peilde samen met Plus Magazine en de Koning Boudewijnstichting naar de sociale relaties bij 3.348 vijfenveertigplussers en ging erover in debat.

78% zegt dat zijn sociaal leven verbetert of hetzelfde blijft na het pensioen.

Mie Moerenhout, voorzitter van de Vlaamse Ouderenraad: Voor velen is de verandering inderdaad erg positief. Want er is meer tijd voor de kinderen, kleinkinderen en vrienden. Daardoor groeit de band ook. Bovendien hebben mensen die met pensioen gaan eindelijk vrijheid en kunnen ze kiezen wat ze willen doen. Eindelijk kunnen kiezen is een van de basiskenmerken van met pensioen zijn.

Donatienne Desmette, professor dr. in de psychologie, UCL: Veel heeft er mee te maken dat er geen breuklijn meer hoeft te lopen tussen de verschillende stadia van het leven. De overgang van voltijds werk naar voltijds pensioen kan ook zacht gaan, bijvoorbeeld door stilaan deeltijds te gaan werken.

Het is ook effectief zo dat met het ouder worden het psychologisch welzijn en optimisme toeneemt: de kinderen zijn het huis uit, het huis is afbetaald en je bent verlost van een reeks kosten. De tijd die je nog voor je hebt, neemt wel af en dus ga je je meer concentreren op het hier en nu en veel voldoening halen uit je sociale relaties. Je zal meestal ook enkel die contacten overhouden die je echt een goed gevoel geven.

Ellen Van Houdenhove, coördinator psychosociale gerontologie, Odisee Hogeschool: Het hangt er toch wel een beetje van af op welke manier je met pensioen bent gegaan. Wie de gelegenheid heeft om af te bouwen, kan stilaan meer aandacht besteden aan zijn privéleven. Dan is de overgang minder groot dan wanneer je abrupt moet stoppen. Ook de timing ten aanzien van de rest van je netwerk speelt een rol. Als je als eerste van je vriendenkring met pensioen gaat, is het bijvoorbeeld lastiger. Ook wanneer je partner nog werkt, ligt het vaak wat moeilijker.

Daarom is het toch belangrijk dat je je pensioen niet alleen financieel, maar ook psychosociaal voorbereidt. Je moet je leven bouwen op verschillende pijlers en ook tijdens je actieve loopbaan investeren in je privéleven. Het is belangrijk verschillende identiteiten te hebben en van jongs af aan je vrienden en familie niet te verwaarlozen, zodat de basis gelegd is. Voor de huidige generatie vrouwen is dat bijvoorbeeld niet evident, want zij worden zo opgeslorpt door werk en gezin dat er voor vrienden nog weinig tijd overblijft.

19% vindt dat het sociale leven erop achteruit gaat na het pensioen.

Ellen Van Houdenhove: Voor velen neemt het werk een centrale plaats in en is het een bron van contacten. Zeker wanneer het gaat om mensen die geen partner hebben. Of voor diegenen die geleefd hebben voor hun werk. Zij moeten echt een rouwproces doormaken. Studies geven ook aan dat het iets minder makkelijk is een nieuwe vriendenkring op te bouwen na je pensioen. Maar alles hangt af van je ingesteldheid. Wie zich aansluit bij een club of les gaat volgen, ontmoet snel veel nieuwe mensen.

Mie Moerenhout: Je hebt natuurlijk je eigen verantwoordelijkheid om niet eenzaam te worden.

Hélène Eraly, medewerker studiedienst Eneo, de Franstalige sociale beweging voor ouderen: Het zijn dikwijls mannen, voor wie de job hun identiteit vormt. Zij krijgen het uiteraard moeilijk na hun pensioen. Ze zijn het ook nooit gewoon geweest om hun interesses te verbreden gedurende hun actieve leven. Donatienne Desmette: Wat ook speelt is de manier waarop mensen gepercipieerd worden en de verandering van statuut. Mensen moeten zich herdefiniëren. Een van de zaken die 50-plussers graag willen, is hun ervaring doorgeven aan jongeren. Contact tussen de generaties reduceert de stigmatisering en draagt bij tot het algemeen welzijn van gepensioneerden. Intergenerationele ateliers zouden een mooie oplossing kunnen zijn. Maar het is natuurlijk niet de bedoeling dat nieuwe activiteiten, vrijwillig of bezoldigd, even stressvol worden als het beroepsleven.

63% is actief op sociale media

Mie Moerenhout: Via mail of Facebook contact hebben met familie en vrienden kan heel goed zijn, maar komen die dan ook op bezoek? Via Facebook kan je mekaar niet vastpakken of samen een kop koffie drinken. Dat is toch nog een groot verschil. Sociale media mogen niet de vervanger worden van fysiek contact. Als dat niet zo is, is het natuurlijk een mooi surplus. Skypen heeft echt wel een meerwaarde. Want dan kan je echt converseren en mekaar zien. Maar hoeveel mensen gebruiken dat? Bovendien kan niet iedereen zich een internetverbinding veroorloven.

Hélène Eraly: Sociale media mogen effectief het echte familieleven en het fysieke contact niet vervangen. Anderzijds kunnen ze wel een meerwaarde vormen om contact te houden met vrienden die ver weg wonen en met wie de band anders zou verwateren.

65% is lid van een vereniging

Mie Moerenhout: Mogelijk zijn daar dan toch papieren leden bij. Want dat lijkt mij erg veel.

Ellen Van Houdenhove: Meestal gaat het om mensen die al tijdens hun loopbaan lid waren van een vereniging. Je hebt dat in je en doorgaans start je daarmee niet pas na je pensioen. Wie als jongere lid was van de scouts bijvoorbeeld, zal je ook later nog terugvinden in een club of vereniging.

Mie Moerenhout: Sommige mensen richten zich volledig op hun familie. Anderen lijnen het familieleven af, zodat ze tijd hebben voor iets anders. Soms ontplooien mensen zich ook pas na hun pensioen door actief te zijn in het verenigingsleven. Bijvoorbeeld wanneer iemand zonder diploma plots toch een bestuursfunctie krijgt in een vereniging en dat goed doet.

Hélène Eraly: Vrijwilligerswerk bijvoorbeeld, is iets waar mensen zich al in engageren voor het pensioen. Die proportie neemt niet toe daarna. Een sportclub of culturele vereniging is vaak iets waar we wel nog mee starten na onze loopbaan. Ik denk dat de verenigingen ook echt een goed middel vormen om sociale banden te smeden.

17% ziet zijn budget als een obstakel voor sociale participatie

Ellen Van Houdenhove: Buitenkomen kost nu eenmaal geld en dat kan mensen soms verhinderen om af te spreken met vrienden of familie. Vrienden ontvangen, samen wat gaan drinken of op uitstap gaan. Het vergt allemaal uitgaven. Wie een hobby beoefent, heeft materiaal nodig, wie lid is van een club betaalt lidgeld. Sommige verenigingen proberen daar wel rekening mee te houden en leveren inspanningen voor wie het minder breed heeft. Maar mensen hebben ook hun trots en maken dat niet altijd graag kenbaar.

Hélène Eraly: Het verenigingsleven is vaak nog betaalbaar, maar culturele activiteiten als theater, film en musea kunnen hoog oplopen. Hier ligt een rol weggelegd voor de politiek, om cultuur meer te democratiseren.

Donatienne Desmette: Er zijn ook indirecte kosten die een rem kunnen vormen. Zich kleden bijvoorbeeld, want dat is het beeld dat men van zichzelf geeft en je kan je niet om het even hoe vertonen. En vergeet ook de transportkosten niet. Wanneer je activiteiten specifiek voor 50-plussers organiseert, riskeer je evenwel dat ze algauw gezien worden als een subgroep die afgesloten raakt van andere generaties.

7% vindt sociaal actief zijn moeilijker zonder partner

Mie Moerenhout: Je moet natuurlijk wel een obstakel overbruggen als je geen partner meer hebt. Het is zoals bij jonge mensen. Je hebt een vriendenkring, maar plots gaan je vrienden samenwonen of trouwen. Dan moet je je heroriënteren, blijf je als single contact houden met de getrouwde stellen? Op latere leeftijd kan je hetzelfde ervaren, maar in omgekeerde zin. Iemand die alleen valt, kan bovendien plots als een bedreiging worden ervaren door andere koppels. Of anderen hebben geen geduld met het rouwproces. Want rouwen duurt gemiddeld wel een jaar. Maar voor een buitenstaander is dat erg lang. Sommige verenigingen hebben wel specifieke aandacht voor wie alleen leeft. Soms zoeken weduwen en weduwnaars mekaar spontaan op.

Lees meer op www.plusmagazine.be/kbs Meer informatie over het project ‘Vroeger denken aan later’ van de Koning Boudewijnstichting vind je op www.maakplannen.be

ANN HEYLENS EN OLIVIA VAN DE PUTTE – FOTO’S FRANK BAHNMÜLLER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content