Hoe blijf je uit de armoede?

Hoeveel moet je je hele actieve leven opzijleggen om tijdens je pensioen niet te veel koopkracht te verliezen? Het is een vraag die je vaak hoort, maar het antwoord blijft altijd nogal vaag. Er zijn nochtans een paar interessante pistes. Meer bepaald die welke naar voren worden geschoven door PensioPlus, de koepel van instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen, zeg maar IBP’s of pensioenfondsen. Als aanvangshypothese gaan ze uit van een volledige loopbaan van 45 jaar en een jaarlijkse storting vanaf het eerste jaar dat je werkt, uitgedrukt in een percentage van het brutoloon. De ambitie is terug te kunnen vallen op 75% van je laatste nettoloon, niet op 100%. Drie situaties, met drie verschillende brutolonen op het einde van de loopbaan – 37.500, 50.000 en 75.000 euro – worden naast mekaar gelegd.

Om je pensioen aan te vullen moet je sparen vanaf het begin van je loopbaan.

Voor de eerste twee ligt het resultaat dicht bij mekaar: daar bedraagt het wettelijk pensioen, voor belasting, 47% van het brutoloon, maar dankzij een lager belastingtarief hou je netto twee derde over. De situatie van wie 75.000 euro verdiende, is helemaal anders. Omdat het loon maar wordt meegerekend tot een bepaald plafond, vertegenwoordigt het wettelijk pensioen slechts 34% van het brutoloon en 48% van het nettoloon.

Hoe moet je dan tot 75% van je laatste nettoloon komen? Verdien je jaarlijks tussen 37.500 en 50.000 euro bruto, dan moet je 3% van je jaarlijkse brutoloon opzijleggen. Dat is niet zo veel, vermits er ook geen enorme kloof moet worden gedicht. De gelukkige met een jaarloon van 75.000 euro moet een veel grotere inspanning leveren. Om van 48% naar 75% te raken, moet je dan elk jaar 9% van je brutoloon opzijleggen. Het moeilijkste is dat je dit vanaf het begin van je loopbaan moet doen!

Let op: deze cijfers zijn gebaseerd op de ver-onderstelling dat de gespaarde reserve een reëel rendement haalt van 2% per jaar. Reëel betekent: na aftrek van de inflatie. Het geld moet dus worden belegd, niet enkel gespaard op een spaarboekje bijvoorbeeld. Is dat realistisch? Jazeker. De voorbije 30 jaar haalden pensioenfondsen een werkelijk gemiddeld jaarrendement van 4,4%, dus na aftrek van gemiddeld 2% inflatie. Dat is meer dan het dubbele van de voorzichtige hypothese hierboven. Het betekent dat, als je zoals eerder aangehaald, 3% of 9% reserve opbouwt, je dan tot meer dan 75% van je laatste loon kan komen.

Jammer dat pensioenfondsen slechts ongeveer 50 miljard vertegenwoordigen in België, tegenover 1.800 miljard in Nederland. Wij Belgen compenseren dat dankzij een privé-vermogen van gemiddeld 370.000 euro per gezin, tegenover amper 201.000 euro in Nederland. Doordat we vaker eigenaar zijn van een woning dan in de buurlanden, zijn we rijker qua kapitaal dan qua pensioeninkomen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content