Hoe betrouwbaar is bio?

Van 4 tot 12 juni wordt in heel België de ‘Nationale Bioweek’ georganiseerd. Tijd om ons enkele vragen te stellen. Biovoeding, wat is dat precies? Hoe belangrijk is ze voor onze gezondheid? Hoe betrouwbaar? En waarom kosten bioproducten meer? Luk Naets, consumentenvoorlichter bij Velt (de vereniging voor Ecologische Leef- en Teeltwijze) weet er het fijne van.

Als we over biologische voeding willen praten, moeten we het eerst over biologische landbouw hebben”, legt Luk Naets van Velt uit. “Wij kaderen biologische voeding immers in een ruimer geheel van ecologisch leven. De basisprincipes van de biologische landbouw zijn:

een ruime vruchtwisseling. Of anders gezegd: door telkens andere gewassen op een perceel te kweken wordt voorkomen dat de bodem uitgeput raakt en krijgen plagen minder kans.

geen bemesting met kunstmest. In plaats van kunstmest worden groenbemesters gebruikt zoals klaver en compost. En als er dan toch eens dierlijk mest wordt gebruikt, is dit bij voorkeur afkomstig van biologisch gevoederde dieren.

geen gebruik van chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen zoals onkruidverdelgers. Onkruidbestrijding gebeurt mechanisch door wieden of door het onkruid met een gasbrander te lijf te gaan. Ziekten en plagen worden bestreden door passende vruchtwisseling, door keuze van de meest geschikte rassen, mechanische maatregelen en natuurlijke bestrijdingsmiddelen. Om insecten te bestrijden, rekent de bioboer op natuurlijke vijanden zoals de sluipwesp of het lieveheersbeestje. Ook kleverige feromoonvallen met een lokstof schakelen insecten uit.

geen gebruik van genetisch gewijzigde organismen (GGO’s)

geen toevoeging van synthetische geneesmiddelen of groeibevorderaars (in mensentaal: hormonen) in diervoeder.”

Bio en eco in de praktijk

De termen biologisch, ecologisch en organisch en de afkortingen bio en eco zijn in België wettelijk beschermd voor alle dierlijke en plantaardige voeding. Maar los van deze wettelijke bescherming is de betekenis van het begrip ecologisch in de praktijk veel ruimer. “Ecologische landbouw houdt ook rekening met de relaties tussen planten onderling, tussen plant en dier, maar ook tussen mens en omgeving en de gevolgen daarvan voor de maatschappij”, zegt Luk Naets. “Aspecten zoals het kiezen voor seizoengebonden producten uit eigen streek of voor milieuvriendelijke verpakking, de arbeidsomstandigheden bij de productie en het betalen van een eerlijke prijs aan de boeren, en het energievriendelijk bewaren en bereiden van de voeding spelen allemaal een rol. Vandaar dat prinsessenboontjes die per vliegtuig aangevoerd zijn uit Kenia best bio kunnen zijn, maar helemaal niet ecologisch in de ruime betekenis van het woord. Daarvoor is er te veel energie in geïnvesteerd. Wie ecologisch eet, eet seizoengebonden inheemse biogroenten en weinig vlees.”

Veel meer dan groenten en fruit

Wie bio zegt, denkt meestal eerst aan groenten en fruit en daarna aan vlees. Maar ook alle andere voedingsmiddelen kunnen biologisch zijn: eieren, melk, vis,... En al die bioproducten kunnen dan nog eens verwerkt worden tot brood, ijs, kaas, jam, vruchtensappen, bier,... Het assortiment bioproducten wordt steeds ruimer. Welke normen gelden er voor deze producten?

“Eerst nog een woordje wat de biologische veeteelt betreft”, zegt Luk Naets. “Daarbij wordt veel belang gehecht aan het dierenwelzijn. De binnen- en buitenruimtes waar de dieren vrij kunnen lopen, moeten een bepaalde omvang hebben. Voldoende daglicht en leven in groep zijn belangrijke begrippen. Het aantal dieren op een biologisch veebedrijf is beperkt door de mest die ze produceren. Zo moet een veeboer per twee melkkoeien minimaal een hectare landbouwgrond hebben om de mest van zijn koeien kwijt te raken. Als hij niet voldoende eigen grond heeft, moet de bioboer een contract afsluiten met andere gecontroleerde biobedrijven. Geneesmiddelen worden nooit preventief aan de dieren gegeven, enkel ter behandeling aan zieke dieren. Tot nu toe was minstens 80 tot 90 % van de gebruikte veevoeders biologisch. Vanaf 25 augustus vervalt bovendien de uitzonderingsregel voor biologische veehouders om het voederrantsoen bij te sturen met bepaalde gangbare veevoedercomponenten. Dan is 100 % biovoer de norm.”

“Biomelk is de melk afkomstig van de biokoe. Die loopt rond in een grote weide waar kunstmest en pesticiden verboden zijn en waar bijgevolg allerlei wilde planten, klaver en bloemen groeien. Zij krijgt ook biologische granen als voeder.

Naar analogie is een ei pas bio als de kip die het gelegd heeft op biologische wijze gekweekt wordt. Biologische kippen hebben voldoende scharrelruimte en kunnen vrij buiten lopen. Ze hebben ook recht op een ononderbroken nachtrust van acht uur zonder kunstlicht. Hun voer is van biologische oorsprong. Genetisch gemanipuleerde organismen (GGO’s), vismeel, dierlijke ingrediënten en antiobiotica in de voeding zijn verboden.

Wat vis betreft kunt u voorlopig vooral zalm en forel biologisch kopen. Die vissen worden gekweekt in grote kooien die in zee hangen of in kweekvijvers. Ze krijgen het voedsel dat ze normaal in zee of in de rivier zouden eten maar dan gedroogd. Kleurstoffen, chemische stoffen tegen algen of schimmels en antibiotica zijn verboden.”

Verwerkte producten

“Opdat op een verwerkt product de term bio zou mogen voorkomen, moeten er minstens 95 % bio-ingrediënten inzitten. De overige 5 % zijn grondstoffen die nog onvoldoende in bioversie beschikbaar zijn. Hiervoor bestaan positieve lijsten. Dit wil zeggen dat alles verboden is tenzij het op de lijst staat. Nog een voorwaarde voor biologische producten is, dat ze in geen geval doorstraald mogen zijn. Doorstraling is een techniek die vaak gebruikt wordt om ingrediënten langer houdbaar te maken.

Op de verpakking van een bioproduct staat steeds het codenummer of de naam van de controleorganisatie (zie verder). Voor Belgische producten zie je dus Blik of de code BE-2 of Ecocert of code BE-1. Nemen we als voorbeeld het biobier. Om die titel te mogen dragen, moeten mout, hop, suiker, kruiden en specerijen allemaal biologisch zijn. Er bestaan slechts een paar uitzonderingen op deze regel. Zo bestaat er voor lambiek bijvoorbeeld nog geen overjaarse biologische hop.

En dan is er nog een -weliswaar zeer beperkte – reeks producten waarvoor geldt dat minstens 70 % van de ingrediënten biologisch moeten zijn. Op hun verpakking staat uitdrukkelijk vermeld: X % van de ingrediënten uit de landbouw is verkregen volgens de biologische productiemethode. Op de ingrediëntenlijst moet duidelijk aangegeven zijn wat bio is en wat niet en ook hier moet de naam of de code van de controleorganisatie verplicht vermeld worden.”

Strenge controle

Wie garandeert nu eigenlijk dat de kaas, de groenten of de yoghurt die ik koop werkelijk van biokwaliteit is? Luk Naets: “Daarvoor bestaan er wetten en controles. Sinds 1992 geldt een Europese wet die elke bioproducent van plantaardige producten verplichtingen oplegt. In 1999 werd ook de dierlijke biologische productie op Europees vlak geregeld. Ook de manier waarop de controle moet gebeuren ligt bij wet vast. Het zijn onafhankelijke controleorganisaties die nagaan of de normen worden nageleefd. In België zijn dat Blik en Ecocert. De controleurs bezoeken zowel de telers als de verwerkers en de winkeliers. Ze nemen stalen voor analyse en vragen alle nodige documenten op die de biologische kwaliteit moeten bewijzen. Zo zal een bakker die biobrood verkoopt bijvoorbeeld moeten kunnen bewijzen dat hij daartoe voldoende van de nodige bio-ingrediënten heeft aangekocht. Bij boeren gebeurt er ten minste één analyse per landbouwbedrijf per jaar. Bij importeurs en verwerkers worden één tot drie stalen per jaar genomen. Bij de verkooppunten wordt jaarlijks minstens één op de drie bedrijven gecontroleerd.

De meeste biologische producten die op deze manier gecontroleerd worden dragen in ons land het Biogarantie-label. Gecontroleerde bioproducten die aan de normen voldoen mogen dit label dragen, maar het is geen verplichting.”

En hoe zit het dan met ingevoerde producten? “Ingevoerde producten worden in het buitenland door gelijkaardige organisaties gecertificeerd en dragen dan ook meestal een herkenbaar label van dat land. Alle EG-landen zijn gebonden aan de Europese wetgeving. Voor producten uit andere landen – zoals koffie uit Brazilië of bananen uit Costa Rica – wordt eerst nagegaan of die landen een gelijkwaardig productie- en controlesysteem voor biologische producten garanderen. Als dat het geval is, kunnen die producten in ons land ook het Biogarantielabel krijgen. Landen als Zwitserland, Israël, Argentinië, Nieuw-Zeeland, Australië en Costa-Rica hebben zulke EU-erkenning. In de overige gevallen moet de invoerder een dossier indienen bij een Belgische controleorganisatie.”

Betalen om... gecontroleerd te worden

Wie biologisch wil eten, moet dieper in de geldbeugel tasten. Waarom? Luk Naets: “Gangbare producten, geproduceerd met gebruik van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen lijken slechts goedkoper. Want wat de consument in de winkel bespaart, wordt hem als belastingbetaler opnieuw afgenomen. Enerzijds door de overheidssubsidies waar grote bedrijven veel meer van profiteren dan kleine bioboeren, maar ook de belasting van het milieu door de gangbare landbouw kost pakken geld.

Voorts wordt de meerprijs van bioproducten verklaard door het feit dat bioboeren meestal lagere gewasopbrengsten hebben omdat ze geen kunstmest, geen chemische pesticiden en onkruidverdelgers gebruiken. De bioteelt gaat langzamer. Hij is arbeidsintensiever omdat alle onkruid moet gewied worden en de betere verzorging van de dieren meer tijd vergt. Dit leidt vanzelfsprekend tot een hogere loonkost.

Ten slotte moet ook het omvangrijke controlesysteem gefinancierd worden en hoe onlogisch dat ook is: de producenten draaien daar zelf voor op. Zij moeten dus zelf betalen om te bewijzen dat ze gezonder en milieuvriendelijker te werk gaan! Een bioboer geeft ongeveer 10 tot 12 euro per hectare per jaar uit om de controle te financieren.

Maar de aankoop van biologische producten is niet zo duur als veel mensen denken. Een Duits onderzoek wees uit dat wanneer een modaal gezin van vier personen de belangrijkste primaire levensmiddelen op biologische basis zou kopen, dit gemiddeld een extra kost voor dit gezin zou betekenen van euro45 per maand. Als je bovendien – in de geest van ecologische voeding – minder vlees gaat verbruiken, is dit bedrag een stuk lager.”

Smaakvoller en gezonder?

Zijn biologische voedingsmiddelen nu echt smaakvoller en gezonder?

Luk Naets: “Over smaak valt moeilijk te discussiëren. Heel wat consumenten beweren dat biologische groenten meer smaak hebben. Zeker bij seizoengroenten is dat het geval. Het is zo dat biogroenten en -fruit over het algemeen minder water bevatten dan de gangbare en dat komt natuurlijk hun smaak ten goede. Ook bij vlees merk je dat de smaak sterker is en het vlees vaster. Maar al merk je het duidelijk, dat is een subjectieve factor.

Dat biovoeding gezonder is, dat durven we wél met stelligheid beweren. Bioproducten worden geteeld zonder schadelijke chemische pesticiden. Zo wil de bioboer voorkomen dat er residu’s van die schadelijke stoffen in de voedingsproducten achterblijven. En niet alleen bij de teelt, maar ook bij de verwerking zijn gevaarlijke stoffen verboden. Wie graan tot koekjes verwekt of fruit tot jam, gebruikt geen synthetische bewaarmiddelen, kleurstoffen of smaakversterkers.”

Er wordt wel eens beweerd dat biologische producten meer schadelijke toxines zouden bevatten? Luk Naets: “Daarvoor bestaat geen wetenschappelijk bewijs. Wie dat beweert gaat uit van de redenering dat bioboeren geen pesticiden gebruiken en dus meer resistente rassen kweken. Een plant verkrijgt meer resistentie door zelfgevormde toxines, dus moeten bio-groenten meer toxines bevatten. Maar die redenering is fout. De toxines zijn maar één onderdeel van het verdedigingsmechanisme van planten, naast fysieke elementen zoals beharing op bladeren en stengels. Bovendien is het niet omdat deze toxines schadelijk zijn voor de natuurlijke belagers van de plant, dat ze dat ook voor de mens zouden zijn. Ze kunnen integendeel een positieve invloed hebben zoals het geval is bij antioxidanten. In de praktijk worden alle rassen gekeurd, bio en gangbare, en nergens blijkt dat de bioproducten meer toxines zouden bevatten.

Maar ik herhaal het: hoe gezond biologisch eten ook is, je moet dat doen vanuit een ruimere overtuiging, vanuit een bezorgdheid voor het milieu. In dezelfde lijn als je zorgt voor minder huisvuil om minder uitstoot van dioxines te bekomen. Want het milieu is uiteindelijk de brede basis van onze gezondheid.”

Leen Baekelandt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content