Hij blijft mijn broer...

“Mijn broer is mijn broer en zal altijd mijn broer blijven”, zei kroonprins Filip (foto) toen hem gevraagd werd naar een reactie op de heisa rond zijn broer Laurent. Hoe komt het toch dat zelfs bij sterk uiteenlopende karakters de band tussen broers en/of zussen zo hecht blijft?

Die uitspraak van de kroonprins komt vanuit de basisbehoefte van mensen om zich verbonden te voelen met wie deel uitmaakt van hun clan”, licht psycholoog Carlo Scheerlinck van de groepspraktijk de PsychologenAssociatie toe. “Het is eigenlijk een biologische basisbehoefte, ontstaan vanuit het feit dat het evolutief gezien zin heeft om voor je eigen clan te zorgen. Dat zorgt voor loyauteitsgevoelens met een broer of zus.”

Gaat het dan om de bloedband, om het beschermen van het eigen genenpakketje? “Ja en nee. Ja, omdat de kans groot is dat personen die in jouw nabijheid leven en met wie je opgroeit dezelfde genen delen. Nee, omdat het ook in andere gevallen werkt. Daaruit blijkt dat die loyauteit niet gebaseerd is op een bloedband, maar op nabijheid. Met broers en zussen deel je het kader waarbinnen je opgevoed wordt, de normen en waarden die je met de paplepel ingegoten krijgt, niet noodzakelijk dezelfde opvoeding. Die is bij kinderen in hetzelfde gezin ook vaak niet identiek.”

Wanhopig en krachtig

Als er geen noemenswaardige problemen tussen broers en zussen ont-staan, uit die loyauteit zich nog het meest in het feit dat je geen kwaad woord over hem of haar wilt horen. Maar soms zie je situaties waarin echt onvergeeflijke dingen gebeuren en het later dan toch nog tot een verzoening komt onder het motto hij/zij blijft mijn broer/zus. De familiale loyauteit is dus wel heel krachtig. Krachtiger nog dan die ten opzichte van goede, oude vrienden.

“Zeker en vast, die loyauteit ten opzichte van de familie zit bij ons ingebakken. Niet alleen naar broers en zussen, maar ook en vooral naar onze voornaamste opvoeders toe, diegenen van wie we kunnen veronderstellen dat ze onze biologische ouders zijn. Dat heeft te maken met de noodzaak om als hulpbehoevend kind aantrekkelijk te zijn voor de mensen die voor ons moeten zorgen. Als alles goed verloopt met een veilige hechting tussen kind en ouder, is het kind vrij genoeg om later andere relaties, andere loyauteiten aan te gaan. Maar wat we vaak zien, is dat kinderen die in minder goede omstandigheden opgevoed worden toch zeer loyaal kunnen zijn, ongeacht de problematische opvoedingssituatie. Ze proberen als het ware wanhopig altijd maar het goede kind te blijven om toch maar bevestiging te krijgen.”

Gaat dat ooit over? “Ik denk van niet maar soms gaat het wel ondergronds. Zo heb ik een patiënt gezien die alle contact met zijn ouders verbroken had. Maar toen hij jaren later een mooie promotie maakte, en dat in de pers vermeld werd, zei hij wel dat hij hoopte dat zijn ouders dat gelezen hadden. Waaruit bleek dat hij daar na al die jaren nog altijd mee bezig was. Dat is zoals mensen die hun kinderen een totaal andere opvoeding geven dan ze zelf gekregen hebben. Juist dat afzetten tegen die ouders bewijst hoe erg ze er toch nog mee worstelen. Dat loyauteit een heel sterk gevoel is, zie je ook vaak na echtscheidingen bij kinderen, die het gevoel hebben dat ze moeten kiezen. Dat is verscheurend. Soms wordt de situatie pas draaglijk als een van de ouders zich opoffert om de slechte te zijn door bewust uit de strijd te stappen en te hopen later de band met het kind te herstellen. Zo blijft het kind niet met een gespleten loyauteit zitten en heeft het niet het gevoel dat het één van beide ouders in de steek laat. Daarom raad ik ook aan dat bij omgangsrecht de ouders telkens het kind brengen in plaats van het te laten ophalen. Dat voelt heel anders aan.”

Weer naar af

Met de leeftijd lijkt de loyauteit voor broers en zussen belangrijker te worden. Tegenstellingen verdwijnen naar de achtergrond, ruzies worden bijgelegd. “Zodra de drukste jaren voorbij zijn, kun je contact zoeken met vrienden van vroeger. Maar de kans op succes is het grootst bij broers en zussen omdat die omwille van die loyauteit minder geneigd zullen zijn je af te wijzen. Maar daarmee zijn alle wrijvingen niet per se van de baan. Het is opvallend dat deze relaties meteen in de oude patronen vallen, van toen de broers en zussen nog bij hun ouders leefden.”

(*) uit respect voor hun privacy werden de namen van onze getuigen gewijzigd.

Ariane De Borger

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content