Hier geen ziekenhuissfeer

Niet deprimerend, maar inspirerend is de sfeer in Winterpoel, een afdeling voor mensen met dementie in WZC Gravenkasteel. Hun geheim? “We reduceren onze bewoners niet tot hun ziekte.”

“Als het niet meer gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat”. Wat in Winterpoel op de muur geschilderd is, zijn geen loze woorden, maar de kern van waar het team voor gaat: mensen met dementie zoveel mogelijk levenskwaliteit geven. Het zit hem vaak in kleine dingen, zoals de draadmandjes met sleutelbossen, portemonnees en knuffels. “Voor onze bewoners”, zegt animatrice Liliane Van Nimmen (63) die ons rondleidt. “De knuffels zijn voor hen huisdieren, ze lopen er mee rond in de gangen. En daar loop je ze soms ook tegen het lijf als ze met zo’n portemonnee of sleutels onderweg zijn, ‘om gauw een brood te gaan halen’. Ze zijn snel leeg, die mandjes, we vinden de portemonnees en sleutels later dan op de vreemdste plekken terug: goed verstopt tegen dieven.”

Vintage kopjes

Flexibiliteit en inspelen op wat de bewoners bezighoudt, daar draait het om. “Een van de eerste dingen die we hier veranderd hebben, is de ochtendroutine”, vertelt Liliane. “In plaats van kamer per kamer af te werken, houden we er waar mogelijk rekening mee dat bewoners graag willen opstaan of nog even willen blijven liggen. Door het loslaten van starre regeltjes lijkt het hier minder op een ziekenhuis. Dat trekken we door naar de aankleding van de afdeling, we proberen een sfeer te creëren die de bewoners het gevoel geeft dat het hier hun huis zou kunnen zijn. Vintagekopjes zoals ze er vroeger thuis hadden, in plaats van die stereotiepe ziekenhuisspullen, of erger nog: plastic bekers die niet lijken op glazen. Waarom zouden mensen met dementie daaruit willen drinken? Bekers zijn voor kleuters, dat associëren volwassenen niet met iets waaruit zij moeten drinken.”

“Ik denk dat onze aanpak vooral rust brengt. In ieder geval werken we hier met zo weinig mogelijk kalmerende medicatie en al helemaal niet met fixatiemiddelen. De opgejaagdheid is grotendeels weg en dat is logisch. Mensen die in een ziekenhuis zijn, willen graag snel weer naar huis. Als bewoners denken dat ze in een ziekenhuis zijn, zullen ze ook blijven vragen om snel weer naar huis te kunnen en raken ze overstuur als dat niet kan. Vandaar dat we bezoekers vragen om in de woonruimte afscheid te nemen, niet op de gang. En niet te zeggen dat ze ‘naar huis’ gaan. Want als bewoners dat horen, willen ze natuurlijk mee.”

Vrijwilligers

Trots gaat Liliane me voor naar de tuin die uitgeeft op de woonkamer van de leefgroep. Een pad loopt van het terras de tuin in, om er met een soepele lus weer naartoe te leiden. “Mensen met dementie gaan dwalen, maar volgen wel het pad en komen zo automatisch weer hier”, legt Liliane uit. Even verderop staan hoge bakken. “Met herkenbare groenten en fruit, die ze kunnen uittrekken en opeten. Alles mag geplukt worden. Als ze zin hebben om te tuinieren, kan dat makkelijk, op heuphoogte.” Wat verder staat de aanzet van wat een kapelletje moet worden. “Een van onze vrijwilligers komt dat metselen. Hier zit een generatie met nog veel gelovige mensen, voor onze bewoners is dat iets dat ze kennen van vroeger en dus een houvast. Net zoals de oude waslijnen die we daar gezet hebben. En de konijnen en de kippen. Er is heel hard gewerkt aan deze tuin, door ons team en door vrijwilligers die hier komen helpen. Daar zijn we hen erg dankbaar voor.”

Op naar de stille ruimte, een gezellige, warm aangeklede kamer. “Hier doen we de gesprekken met de familie. We vragen dan naar wat de mensen vroeger deden, wat voor hen belangrijk was. Daar kunnen we dan op inspelen bij de activiteiten”, vertelt Liliane. “Het komt erop aan om mensen niet te reduceren tot hun ziekte. We hebben hier bijvoorbeeld een koor. Zingen doen ze heel graag. Gisteren ging ik daarvoor met een aantal bewoners naar de kerk en ze wilden van geen ophouden weten. Een meneer die ik voor het eerst meenam, bloeide helemaal open. Anders hangt hij eerder apathisch in zijn rolstoel, maar zodra we begonnen te zingen, ging hij plots kaarsrecht zitten en zong hij uit volle borst mee. Echt, we kregen tranen in de ogen. En toen hij van Ave Maria overging op Tulpen uit Amsterdam deden de kerkgangers mee, zalig toch!”

Schuldgevoelens

De stille ruimte is vaak ook een toevluchtsoord voor familieleden die het moeilijk hebben. “We steken evenveel tijd in de familie als in onze bewoners. Dat is ook nodig. Een familielid dat dementeert, blijft een moeilijk gegeven. Om te aanvaarden alleen al. En vaak kampt de familie ook met schuldgevoelens: ze hebben vaak het gevoel dat ze de patiënt te vroeg naar een rusthuis hebben gebracht. Dat merk je vaak als de bewoner een eerste nacht hier heeft doorgebracht en de familie de volgende ochtend belt om te vragen hoe het gegaan is. Als je dan zonder meer prima zegt, voelen ze zich vaak rot. ‘Zie je wel, we hadden hem of haar langer kunnen thuis houden’, hoewel dat natuurlijk niet zo is: hun rol wordt hier overgenomen door een heel team mensen, terwijl zij er zo goed als alleen voor stonden en uitgeput raakten door de voortdurende zorg. We vragen dan ook aan de partner hoe zijn/haar eerste nacht alleen was.”

“We besteden veel aandacht aan de band met de familie. Elke maand krijgen ze een brief met nieuws over de afdeling, waar we mee bezig zijn, onze plannen. En op elke kamer staat een foto van de bewoner met de medewerker die zich speciaal over hem ontfermt, zodat de familie die meteen herkent en kan aanspreken. Dat gaat heel vlot. Elk jaar gaan we ook op vakantie met mensen in een vergevorderd stadium van dementie en de familie die mee wil. Naar zee of naar een boerderij, daar genieten zowel de bewoners als de familie van.”

Hoe hebben ze in Winterpoel het geheim van een menselijke aanpak van mensen met dementie ontdekt? “We zien, horen en lezen wat op een ander werkt en zijn niet te beroerd om dat ook te introduceren. We proberen ook veel zelf uit. Soms mislukt er eens iets, het komt er op aan om in beweging te blijven en alert te zijn. We krijgen erg veel ruimte en steun van de directie en de groep waar dit centrum deel van uitmaakt”, antwoordt Liliane. “We werken voor een zorgvernieuwer.” Ze gaat nog altijd met plezier naar het werk: “Mensen begrijpen soms niet dat ik al 17 jaar met mensen met dementie werk en dat graag doe. Toch is het zo. Het blijft een uitdaging en ik leer nog elke dag bij.”

ARIANE DE BORGER, KARI VAN HOORICK – FOTO’S FRANK BAHNMÜLLER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content