Het meer dan 1.000 jaar oude perkament is vergeeld en bevlekt geraakt door de jaren. Het vastpakken kan niet meer, maar de weeë geur van stof en schimmels laat zich makkelijk raden. Hier en daar springen woorden eruit: de mooie, Karolingische letters, door een toegewijde kopiist getekend, blijven opvallend goed leesbaar. Dit is de oudste bewaard gebleven wettekst die Karel de Grote uitvaardigde. Met dit document, dat bekend staat als het Capitularium haristallense, hief de Frankische monarch tienden in heel zijn rijk. De belasting verplichtte de boeren één tiende van hun oogst af te staan aan de kerk. Ze bleef van kracht tijdens de hele Middeleeuwen en zelfs later, en verdween pas definitief met de val van het Ancien Régime.
...

Het meer dan 1.000 jaar oude perkament is vergeeld en bevlekt geraakt door de jaren. Het vastpakken kan niet meer, maar de weeë geur van stof en schimmels laat zich makkelijk raden. Hier en daar springen woorden eruit: de mooie, Karolingische letters, door een toegewijde kopiist getekend, blijven opvallend goed leesbaar. Dit is de oudste bewaard gebleven wettekst die Karel de Grote uitvaardigde. Met dit document, dat bekend staat als het Capitularium haristallense, hief de Frankische monarch tienden in heel zijn rijk. De belasting verplichtte de boeren één tiende van hun oogst af te staan aan de kerk. Ze bleef van kracht tijdens de hele Middeleeuwen en zelfs later, en verdween pas definitief met de val van het Ancien Régime.Het document is gedagtekend maart 779, maar geeft geen enkele aanwijzing over de plaats. Dankzij andere perkamenten opgesteld in dezelfde maand en door Karel de Grote ondertekend, weten we echter waar de wettekst is opgesteld. Op die andere perkamenten staat immers actum haristalio palatico publico ofwel 'opgetekend in het openbare paleis van Herstal'.De vermelding van een Karolingisch paleis in Herstal is niet zo uniek. Je vindt het terug op een veertigtal documenten uit die tijd, kronieken en wetteksten. Dat Herstal zo vaak genoemd wordt, is niet toevallig: het wijst op het bestaan van een belangrijke koninklijke residentie. In het begin van zijn regeerperiode was het zelfs het favoriete paleis van Karel de Grote: hij vierde er geregeld Pasen en Kerstmis en het fungeerde meerdere keren als zijn winterkwartier. Na de rampzalige nederlaag in Roncesvalles in 778, waar volgens de legende zijn neef Roeland sneuvelde, zocht de vorst de rust van Herstal op om zijn koninkrijk te reorganiseren. Enkele maanden nadat hij er zijn intrek nam, riep hij er alle notabelen van zijn rijk samen: bisschoppen, abten, graven,...Het paleis was dan ook bijzonder goed gelegen, aan de oever van de Maas, op het kruispunt van de oude Romeinse heirwegen die Trier, Tongeren, Keulen en Maastricht met elkaar verbonden. Beter nog: het lag vlakbij een van de zeldzame doorwaadbare plaatsen van de stroom - een groot voordeel in een tijd waarin bruggen zeldzaam waren. Op de andere oever bevond zich een tweede burcht, het kasteel van Jupille, met uitgestrekte bossen en akkers. Kortom: Karels paleis was makkelijk toegankelijk en er was genoeg voedsel te vinden voor de hele hofhouding, die zich hier ook nog eens aan haar geliefde bezigheid, de jacht, kon wijden. In de achtste eeuw waren de wouden rond Luik nog bevolkt met beren, oerossen, lynxen en bizons.Hoe moet het paleis van Herstal er in de tijd van Karel de Grote hebben uitgezien? Wellicht bestond het uit een aantal stenen gebouwen: een kapel of gebedplaats, een groot gebouw voor plechtigheden en bijeenkomsten en nog een gebouw waar de koning en zijn hofhouding verbleef. Met daaromheen tal van kleine dienstgebouwen van waaruit alles in goede banen werd geleid en voor het hof werd gekookt (smidse, molen, ovens, stallen, schuur). Het geheel was misschien omheind met palen. Heel anders dus dan de luxueuze bouwwerken van het antieke Rome. Van buitenaf leek dit paleis waarschijnlijk meer op een grote boerderij of op een abdij.Vanaf 786 al raakte Herstal in verval. Karel de Grote, die zijn handen vol had met het onderwerpen van de Saksen in het oosten, verbleef steeds vaker in zijn paleis in Aken, dat al snel het uithangbord van het koninkrijk en nadien het keizerrijk werd. De keizer maakte er zijn enige en definitieve residentie van. Hij genoot er van de warmwaterbronnen die zijn gewrichtspijn kalmeerden. Herstal verloor zijn glans, ook al onthaalde het nog meerdere keren de voornaamste Karolingische erfgenamen: keizer Lodewijk de Vrome, Karel de Kale en Lodewijk de Stamelaar. Na 920 verdween het paleis helemaal uit de archieven en uit het landschap. Werd het met de grond gelijkgemaakt bij de invallen van de Noormannen? Of was het grotendeels opgetrokken in hout? Wat er ook van zij: vandaag lijkt er geen enkel spoor van te vinden."Er is eigenlijk nog nooit ernstig naar gezocht", betreurt Marie Meurant, de conservator van het gemeentelijk museum van Herstal. "Dit is een dichtbebouwd gebied met veel industrie, de grond werd hier meermaals ondersteboven gehaald. In de jaren '70 werd hier heel wat gebouwd zonder vooraf opgravingen te doen. Het laatste sporenonderzoek die naam waardig is al 40 jaar oud". En toch: de herinnering aan Karel de Grote blijft voortleven in de lokale legenden, die wél een precieze locatie van het paleis geven: de Place Licour aan de oever van de Maas. De kenmerken van deze plek zouden de oude legenden wel eens gelijk kunnen geven.Licour steekt zo'n tien meter boven het niveau van de Maas uit. Oude kaarten tonen dat de landzijde van het plein omgeven was door beken. De zone - ongeveer één hectare groot - biedt beschutting tegen overstromingen en wordt beschermd door (slot)grachten. En laat het dat nu net zijn wat de Karolingische paleizen kenmerkte waarvan men sporen heeft teruggevonden in Aalst, Thionville en Düren. De kerk gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, zoals de meeste kapellen in Karolingische paleizen, vormt alweer een aanwijzing. Meer nog: tot aan de Franse revolutie had het kapittel van de dom van Aken het recht om hier priesters te benoemen. En hoewel de huidige kerk uit de 18de eeuw dateert, doen enkele delen die werden bewaard of hergebruikt, een veel oudere oorsprong vermoeden."Het is leuk te denken dat het paleis zich misschien vlak tegenover ons museum bevond", lacht Marie Meurant. Vandaag is dit slechts een veronderstelling, maar wie zegt dat het verdwenen paleis van Karel de Grote hier over enkele jaren niet uit de grond zal herrijzen?NICOLAS EVRARD