Het tijdskrediet afschaffen? Wij zeggen: neen!

Bijna 55 000 werkende vijftigplussers maken gebruik van een vorm van tijdskrediet. ‘Die mensen misbruiken het systeem!’, roepen de werkgevers. Is dat waar? Wat doen we met de vrije tijd die we met het tijdskrediet winnen? Plus Magazine vroeg het aan de eerste betrokkenen: aan ú!

Het was Pieter Timmermans, de grote baas van het Verbond van Belgische ondernemingen (VBO), die in de zomer ten aanval trok. In een memorandum aan de toekomstige federale regering stelde hij de diverse formules van tijdskrediet openlijk in vraag. “Ze worden vooral gebruikt als overgang naar het brugpensioen, terwijl ze oorspronkelijk bedoeld waren voor jonge gezinnen”, schreef hij. “Je moet logisch blijven. Als je een eindeloopbaanbeleid voert dat erop gericht is de werkelijke pen-sioenleeftijd te laten stijgen, dan moet je niet tegelijkertijd een maatregel nemen die een ontsnappingspiste biedt.”

De meeste recente cijfers van de Rijksdienst voor Arbeidsbemiddeling (RVA) lijken het VBO gelijk te geven: van de 84 874 Belgen die gebruik maken van tijdskrediet, is 63% ouder dan vijftig. Maar doen ze dat om uit te bollen naar hun brugpensioen? Absoluut niet, zo blijkt uit uw reacties op een oproep via onze website. Net het omgekeerde is waar: we gebruiken het tijdskrediet in de eerste plaats om langer te kunnen blijven werken zonder brugpen-sioen.

Door die extra vrije tijd kunnen we de werkstress volhouden en blijven we langer (relatief) gezond én gemotiveerd.

Rose: “Door enkele uren minder te werken, wordt de druk beter verdeeld. Ik kan nu meer sporten en gezonder blijven.”

Eric:“Als de regering wil dat we langer werken, is dit de enige manier om dat op een aangename manier te doen. Ik werk nu 4/5de en ondervind dat ik de week nu vlotter doorkom en minder vermoeid ben.”

Miranda: “Sinds mijn tijdskrediet heb ik praktisch geen ziekteverzuim meer. Ik heb een gezond levensritme gevonden.”

Roger: “Ik ben 57 jaar en werk bij een firma die in weer en wind hoogspanningscabines inricht en elektriciteitsvoorzieningen plaatst. Een zware job. Sinds juli neem ik één dag tijdskrediet en ik gebruik die enkel en alleen om uit te rusten. Ik voel me nu weer beter. Brugpensioen zal voor mij niet nodig zijn. Is dat geen besparing?”

Anne-Marie: “Met mijn halftijds tijdskrediet zie ik het volkomen zitten om nog meerdere jaren te werken zonder dat er een burn-out om de hoek ligt te loeren.”

Luc: “Ik werk al 31 jaar in een drieploegensysteem en ik heb ook een zware rugoperatie achter de rug. Het tijdskrediet is mijn enige mogelijkheid om vol te houden. De financiële gevolgen van een eventueel jobverlies zouden voor mij rampzalig zijn.”

“We werken ons gewoon zot”

“Tijdskrediet houdt werk werkbaar en daarom moet het systeem blijven bestaan”, luidt het commentaar van professor Eric Henderickx, arbeidssocioloog van de Universiteit Antwerpen. “In een enquête die de SERV (Sociaal-Economische Raad Vlaanderen) begin 2010 liet uitvoeren, bleek dat bijna 46% van de 20 000 ondervraagde loontrekkenden hun werk niet werkbaar vinden. Dit om één of meer redenen: geen welbevinden, te weinig leermogelijkheden, psychische vermoeidheid of een slechte werk-privébalans,... 46 %, dat is héél veel! Zeker voor 50-plussers is plezier in het werk minstens zo belangrijk als geld verdienen. Tijdskrediet is een manier om de werkstress te verlagen, niet om werk te ontlopen.”

We hebben nog nooit zo hard in zulk een korte tijd gewerkt als vandaag, zegt de professor. “We werken ons gewoon zot en daarom hebben we nu en dan tijd voor onszelf nodig. De tijd van ononderbroken carrières bij hetzelfde bedrijf is al lang voorbij. Ik betwijfel ook of de overheid hier kan besparen. Wat kost het meest: een arbeider van Opel die op 50 jaar met brugpensioen mag of iemand die op zijn 58ste tijdskrediet neemt en verder doorwerkt?”

Tijdskrediet alleen zal trouwens nooit volstaan om iedereen langer aan het werk te houden: “Tegelijk zijn échte inspanningen nodig om de werkomstandigheden van 50-plussers te verbeteren. Bijvoorbeeld zou men hen de mogelijkheid kunnen bieden om van ploegenarbeid naar dagarbeid over te stappen. Lineaire maatregelen – voor iedereen dezelfde – hebben echter geen enkele zin. Een 58-jarige leraar Latijn die les geeft aan een klein klasje is niet te vergelijken met een 58-jarige bouwvakker die al sinds z’n zestiende werkt.”

“Ik spaar geld uit voor de gemeenschap”

Natuurlijk gebruiken we ons tijdskrediet ook voor onszelf. Om te onthaasten bijvoorbeeld, om te sporten, boodschappen te doen, naar de kapper te gaan, een hobby te beoefenen, een cursus te volgen en/of gewoon om van het leven te genieten. Al even vaak hebben we die dag of die halve week nodig om voor onze hoogbejaarde ouders te zorgen of om op kleinkinderen te passen.

Herman: “Ik werk nog 4/5de. De helft van die vrije dag help ik mijn bejaarde ouders, de andere helft ga ik fietsen. Zo blijf ik gezond en kan ik mijn werk volhouden.”

Annie: “Mijn hele dag tijdskrediet besteed ik aan de opvang van mijn kleindochters. Ik vind dit belangrijk om een goede band met hen op te bouwen.”

Francine: “Op die vrije dag kan ik nu alle afspraken plannen waarvoor ik voordien telkens opnieuw vakantie moest nemen: kapper, pedicure, doktersbezoek....”

Reinhilde: “Op vraag van mijn werkgever spreid ik mijn halftijds tijdskrediet (19 uur) over vier dagen. Die uren gebruik ik voor vier zaken: ik vang de kleinkinderen op, zorg voor mijn bejaarde vader en een zorgbehoevende tante, speel fanfare en ga sporten. Het resultaat? Drie jaar geleden was ik geregeld ziek, maar nu niet meer. Ik blijf nu altijd rustig en ik houd nog meer van mijn job als maatschappelijk werkster dan vroeger. Normaal heb ik een volledige loopbaan op 62 jaar (ik ben 58), maar zoals ik me nu voel, wil ik gerust werken tot mijn 65ste.”

Francis:Sinds vijf maanden gebruik ik een halftijds tijdskrediet om mijn beide invalide ouders bij te staan. Zo vermijd ik dat ze opgenomen moeten worden. Ik doe nu voor hen wat zij in mijn jeugd voor mij hebben gedaan en tegelijk spaar ik geld uit voor de gemeenschap. Een opname van mijn ouders in een verzorgingstehuis zou immers veel duurder zijn voor de gemeenschap dan de RVA-uitkering die ze aan mij moeten uitkeren omdat ik tijdskrediet heb genomen.”

Michèle: “Mijn partner is al met pensioen. Ik gebruik mijn tijdskrediet om meer te genieten van ons leven met twee. Tegelijk blijf ik werken, want ik wil een goed pensioen.”

“Uiteindelijk komt het allemaal neer op een betere balans tussen werk en privéleven, stelt professor Henderickx. “En daarvoor speelt tijdskrediet een onmisbare rol. Een gelukkige werknemer presteert beter dan een ongelukkige!”

Ludo Hugaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content