© Christophe De Muynck

Het SWT, een maat voor niets?

Vandaag moet iemand met SWT, het vroegere brugpensioen, beschikbaar blijven voor de arbeidsmarkt. Lees: werk zoeken. Onder leiding van arbeidseconoom Stijn Baert, toonden onderzoekers van de UGent aan dat die doorstroming naar werk te wensen overlaat.

De inkt van de krantenartikels over dit onderzoek was nog niet droog, of verschillende politieke partijen lieten al meteen optekenen hoezeer zij gekant zijn tegen het SWT-systeem, voluit het Stelsel van Werkloosheid met bedrijfsToeslag. Dit discours is niet nieuw. En evenmin rechtlijnig, vindt professor Stijn Baert, aan wie wij enkele vragen voorlegden.

‘Voor mij is dit de zoveelste overbodige koterij’, was een van jouw uitspraken.

Professor Stijn Baert: Laat me beginnen met te zeggen dat ik mild ben voor mensen, maar streng voor systemen. Als een systeem bestaat, kan je het de mensen moeilijk kwalijk nemen dat ze er gebruik van maken. Ik misgun het ook niemand. Waarom ik vandaag voor de afschaffing van het SWT-stelsel pleit, is omdat je via SWT mensen uit de arbeidsmarkt duwt, die je nog kan gebruiken. De oorspronkelijke gedachte van het brugpensioen was dat oudere werknemers plaats zouden maken voor jongeren en hen zo uit de werkloosheid zouden houden. Maar dat idee is al lang achterhaald. Zo zit de arbeidsmarkt niet in elkaar. En verder mogen we het hogere doel niet uit het oog verliezen, en dat is ons sociaal systeem betaalbaar houden. Pensioen, gezondheid, onderwijs. Langer werken is een middel om dat hogere doel te bereiken. Dan is SWT een slecht signaal. De kassa klopt niet, want we scoren uiterst slecht als we kijken naar de tewerkstellingsgraad tussen 55 en 64 jaar. We gaan wel vooruit, maar het is nog altijd niet goed.

Werkgevers vragen: help ons, overheid, om vacatures ingevuld te krijgen, maar geven mensen met ervaring en talent weinig kans. Stijn Baert

Ik noem SWT inderdaad wel eens de koterij te veel. We kennen al het vervroegd pensioen, waarbij je aan leeftijds- en loopbaanvoorwaarden moet voldoen. Waarom dan nog een SWT-stelsel in leven houden? Toegegeven, daar moet je ook wel aan leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voldoen, maar er zijn tal van afwijkingen van de algemene regel die zegt: SWT op 62 jaar na een loopbaan van 40 jaar voor een man en momenteel 39 jaar voor een vrouw. En zelfs met die 62 jaar, is er met de verhoging van de pensioenleeftijd binnen een paar jaar vier tot vijf jaar overbrugging.

Bij vervroegd pensioen stop je volledig met werken. In tegenstelling tot het vroegere brugpensioen, is het bij SWT de bedoeling dat je geactiveerd wordt, wat een bevoegdheid is van de deelstaten. Jouw departement deed onderzoek naar de activering van SWT’ers in Vlaanderen en die laat te wensen over.

Dat klopt. Van de 6.287 SWT’ers die in februari 2022 ingeschreven waren bij de VDAB, zijn er een jaar later amper 39 opnieuw aan het werk. De vraag rijst dan: hoe komt dat? Wij onderzochten of werkgevers misschien minder happig zijn om een SWT’er aan te werven. Maar dat blijkt niet zo te zijn. Sollicitanten blijken niet minder kans te maken op een jobgesprek of aanwerving wanneer ze solliciteren vanuit SWT in vergelijking met wanneer ze vanuit de klassieke werkloosheid solliciteren, met een gelijkaardige leeftijd en werkloosheidsduur. Bij wie al twee jaar of langer werkloos is, is er zelfs een duidelijk hogere kans om aangeworven te worden vanuit SWT. Blijkbaar gaan werkgevers ervan uit dat iemand met SWT flexibeler is. En misschien ook gemotiveerder. De redenering daarbij zou zijn: ondanks het feit dat iemand met SWT een hoger inkomen heeft, omdat hij bovenop de werkloosheidsuitkering nog een bedrijfstoeslag krijgt van zijn vroegere werkgever, zoekt hij of zij toch een job. Verder leeft ook de perceptie dat deze kandidaten minder vaak werden afgewezen door andere werkgevers.

Dan kan je zeggen: die slechte doorstroming naar werk moet aan de SWT’ers zelf liggen of aan de VDAB, die hen moet activeren. Dat de nood om een job te zoeken minder hoog is dan voor iemand die enkel een uitkering heeft, zou een reden kunnen zijn om minder te solliciteren. Maar ook de VDAB blijkt maar weinig SWT’ers door te verwijzen, in vergelijking met andere werklozen.

Een werkgever zal misschien sneller iemand met SWT aanwerven, dan iemand die gewoon werkloos is. Maar is het niet zo dat er nog altijd een grote leeftijdsdiscriminatie is op de arbeidsmarkt? Belanden cv’s van 55- of 60-plussers niet al te vlug op de hoop die niet in aanmerking komt?

De kansen van oudere sollicitanten – vanuit de arbeidsmarkt gesproken dan – zijn inderdaad niet zo goed. Diversiteit wordt vaak verengd tot wat meer kleur op tv of quota voor vrouwen, maar leeftijd is in onze maatschappij een grotere discriminatiegrond dan gender. Ik erken daarom zeker dat het absoluut niet evident is om terug aan de slag te raken als je je werk verliest als oudere werknemer.

Het onderzoek toont dan ook zeker niet aan dat SWT’ers een gegeerde groep sollicitanten zijn voor werkgevers, maar enkel dat ze, in vergelijking met gewone werklozen die even lang geen werk hebben, meer kans maken.Dat is inderdaad tegenstrijdig. Werkgevers vragen enerzijds: help ons, overheid, om onze vacatures ingevuld te krijgen, maar anderzijds geven zij mensen die veel ervaring en talent hebben, weinig kansen. Dit is voor mij een van de dossiers waarin werkgevers niet rechtlijnig zijn.

Enerzijds is er veel kritiek te horen op het SWT-stelsel, anderzijds maken bedrijven er vlotjes gebruik van bij een herstructurering. Dat is niet erg consequent.

Daar ben ik het helemaal mee eens. Er wordt te veel warm en koud geblazen als we het over SWT hebben. Bedrijven gebruiken SWT nog al te vaak als glijmiddel bij een herstructurering. Ze zijn niet altijd consequent en regeringen zijn niet duidelijk. Er is meer duidelijkheid en oprechtheid nodig! Ik zou het er niet mee eens zijn, maar ik zou het appreciëren als er duidelijk gezegd werd: we kiezen voor het stelsel en we gaan het verderzetten.

Wat zou de VDAB beter kunnen doen?

We moeten hier ook niet culpabiliseren, maar inderdaad, als matchmaker tussen kandidaat en werkgever, zou ook de VDAB meer activerend kunnen werken. Afgelopen jaar werd maar 1,7% van de SWT’ers door de VDAB uitgenodigd voor een sollicitatieopdracht. Dat zou wat meer mogen zijn! Meer op zoek gaan naar jobs die passen bij de talenten van de kandidaten, aanmanen, eventueel sanctioneren.

Als we stelsels als SWT en vervroegd pensioen zouden loslaten, zouden er nog meer langdurig zieken bijkomen, wordt gezegd. De theorie van de communicerende vaten. Wat denk jij daarover?

Het klopt dat er vandaag zo’n 18.000 mensen met SWT zijn en bijna een half miljoen langdurig zieken. Globaal zijn er verschillende poorten om de arbeidsmarkt te verlaten. Je kan die poorten bewaken en bestraffend optreden, maar het is ook belangrijk om aan preventie te doen en mensen te begeleiden. Er wordt de laatste tijd ook veel ingezet op re-integratie. Mensen moeten een eerlijke kans krijgen om vanuit ziekte te kunnen terugkeren naar de arbeidsmarkt. Zo kan je die communicerende vaten, die er vandaag zeker zijn, doorbreken. Ziekteverzekering en pensionering moeten samen worden bekeken.

Dan belanden we bij de term werkbaar werk, zware beroepen. Niet iedereen kan even lang werken. Ligt daar niet de sleutel?

Ik vind dat we een kans gemist hebben toen een expertencommissie, met onder meer Frank Vandenbroucke, in 2014 een voorstel tot hervorming van de pensioenen klaar had. Zij werkten een systeem uit met punten. Het was toen on-Belgisch om zo’n grote hervorming door te voeren. Solidariteit, rechtvaardigheid, nauwere samenhang tussen werk en pensioenopbouw,... dat zat er allemaal in.

Zie je meer heil in een systeem van langzaam minder werken, zoals de landingsbaan? Dan hou je mensen toch in de arbeidsmarkt, maar krijgen ze wat ademruimte doordat ze een uitkering krijgen voor de dagen dat ze niet werken?

Dat zou je denken, maar studies hebben uitgewezen dat dit niet klopt. Wie voltijds werk opgeeft, is al snel geneigd om helemaal uit het arbeidsleven te stappen, zo blijkt. Dan zie ik meer heil in het idee van het ruilen van pensioenrechten tussen partners. Dat heb ik niet uitgevonden, voor alle duidelijkheid, maar ik zie er wel iets in. Want dat zien we ook: koppels stemmen de ingangsdatum van hun pensioen op elkaar af. Het zou er dan op neerkomen dat de ene partner, die wat ouder is, iets langer doorwerkt en pensioenrechten aan de andere partner doorgeeft.

18.090

werklozen met bedrijfstoeslag – het oude brugpensioen én SWT – waren er in januari 2023

Bron: RVA

Hoeveel belasting op je aanvullend pensioen?

Of je met SWT gaat, of met vervroegd pensioen, jouw arbeidsovereenkomst stopt. Ga je met vervroegd pensioen (dat kan vanaf 63 jaar als je 42 jaar gewerkt hebt, of jonger als je langer gewerkt hebt), dan krijg jij je pensioenbedrag uitbetaald en moet je niet meer werken (al mag je nog wel bijverdienen als je dat wil). Ga je met SWT, dan krijg je een werkloosheidsuitkering en een aanvullende bedrijfstoeslag. Je moet dan in principe terug werk zoeken, maar zoals blijkt uit het onderzoek van de UGent, onder leiding van Stijn Baert, gebeurt dit maar heel zelden. Ga je als SWT’er niet meer aan het werk, dan maak je eigenlijk ook een brug naar je pensioen.

De jaren die je met SWT bent, worden als gewerkte jaren beschouwd voor je pensioen. Dit betekent dat jouw pensioenbedrag wat hoger zal liggen als je met SWT gaat, dan wanneer je gewoon met vervroegd pensioen gaat.

Er is ook een verschil in het belastingtarief op het aanvullend pensioen.

Ga je met vervroegd pensioen (dus voor 65 jaar), dan wordt jouw aanvullend pensioen op dat moment uitbetaald en betaal je 16,5% op het bedrag dat werd opgebouwd met werkgeversbijdragen. Ga je met SWT, dan wordt jouw aanvullend pensioen uitbetaald op je wettelijke pensioenleeftijd, vandaag 65 jaar. En dan betaal je een gunsttarief van 10% op het deel opgebouwd met werkgeversbijdragen. Een aanzienlijk verschil! De voorwaarde voor dit gunsttarief op 65 jaar is dat je de laatste drie jaar effectief gewerkt moet hebben. Omdat iemand met SWT beschikbaar moet zijn voor de arbeidsmarkt, wordt dit gelijkgesteld met effectief gewerkt hebben, licht de fiscus toe in een circulaire (2020/C/151). Enkel wanneer je als SWT’er vrijgesteld was om werk te zoeken, of uitgesloten werd van het recht op werkloosheid, wordt de SWT-periode niet beschouwd als effectief gewerkt en betaal je toch de 16,5% op het deel opgebouwd met werkgeversbijdragen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content