Het pensioenbedrag waarop je recht hebt, hangt af van je loopbaanduur, het loon dat je tijdens je loopbaan hebt ontvangen en je gezinstoestand. Ligt je uiteindelijk berekende pensioenbedrag lager dan het minimumpensioen, dan zal je pensioen worden opgetrokken tot dat minimum. Het recht op het minimumpensioen is er vandaag enkel voor gepensioneerden met een loopbaan van minstens 30 jaar als werknemer of zelfstandige. Ambtenaren kennen voorlopig nog een volledig apart regime van minimumpensioen, als ze minstens 20 jaar als statutair ambtenaar aan de slag waren. Het is op basis van het politiek akkoord niet duidelijk of ook daaraan wordt gesleuteld. Daarom hebben we het hier verder niet over het ambtenarenpensioen.
...

Het pensioenbedrag waarop je recht hebt, hangt af van je loopbaanduur, het loon dat je tijdens je loopbaan hebt ontvangen en je gezinstoestand. Ligt je uiteindelijk berekende pensioenbedrag lager dan het minimumpensioen, dan zal je pensioen worden opgetrokken tot dat minimum. Het recht op het minimumpensioen is er vandaag enkel voor gepensioneerden met een loopbaan van minstens 30 jaar als werknemer of zelfstandige. Ambtenaren kennen voorlopig nog een volledig apart regime van minimumpensioen, als ze minstens 20 jaar als statutair ambtenaar aan de slag waren. Het is op basis van het politiek akkoord niet duidelijk of ook daaraan wordt gesleuteld. Daarom hebben we het hier verder niet over het ambtenarenpensioen. Vandaag bedraagt het minimumpensioen na een volledige loopbaan van 45 jaar als loontrekkende of zelfstandige 1.532,28 euro bruto (bedrag geïndexeerd op 1 augustus 2022 - rustpensioen alleenstaande). Als je rekening houdt met de jaarlijkse verhoging van het minimumpensioen, de indexering en welvaartsaanpassing, dan zal dat in januari 2024 net geen 1.630 euro bedragen. Maar daar hangen wel voorwaarden aan vast. En die worden strenger! Vandaag moet je als loontrekkende of zelfstandige een loopbaan van 30 jaar hebben om in aanmerking te komen voor een minimumpensioen. Niet gewerkte periodes door ziekte of werkloosheid (werknemers) tellen daarbij mee. Daar komt in de toekomst een extra voorwaarde bij. Van die 30 jaar moet je voor een voltijds minimumpensioen voortaan 5.000 dagen effectief hebben gewerkt. Enkel zwangerschaps-, borstvoedings- en palliatief verlof worden voor die 5.000 dagen nog gelijkgesteld met gewerkte pe- riodes, werkloosheid niet meer. Daarnaast voorziet de regering dat je voor de periodes waarvoor je een uitkering hebt gekregen van het Riziv, de DG Personen met een handicap of Fedris, een vermindering kan krijgen van het aantal effectief gewerkte dagen, als de periode minstens vijf jaar duurde. Zo'n periodes kunnen dus voor een versoepeling van de bijkomende effectieve tewerkstellingsvoorwaarde zorgen. Die 5.000 dagen komen ongeveer overeen met 16 jaar effectief voltijds werken. Werk je 4/5 dan komt dit neer op 20 jaar. Vandaar dat wordt gezegd dat je 20 jaar effectief moet hebben gewerkt aan minstens 4/5. Werk je deeltijds, maar minder dan 4/5, dan ligt het minimum op 3.120 dagen voltijdse equivalenten om toegang te hebben tot het minimumpensioen. Maar dan zal je ook een deeltijds minimumpensioen krijgen. De nieuwe, extra arbeidsvoorwaarde geldt enkel voor wie 53 jaar of jonger is op 1 januari 2024. Voor de anderen is er een overgangsregeling (zie tabel op de volgende pagina). Ben je op dat moment ouder dan 60 jaar, dan moet je niet aan de voorwaarde van effectieve tewerkstelling voldoen. En ben je op dat moment minstens 55 jaar en heb je volgens de huidige regeling al recht op het minimumpensioen, dan behoud je dat recht en moet je dus evenmin aan de voorwaarde van effectieve tewerkstelling voldoen. Bij deze voorbeelden gaan we telkens uit van iemand die 53 jaar of jonger is op 1 januari 2024. Heeft die persoon vandaag recht op een minimumpen- sioen? En zal dat ook het geval zijn vanaf 1 januari 2024? 1 Anna heeft 40 jaar halftijds gewerktAnna heeft vandaag recht op een minimumpensioen als deeltijdser, want ze heeft 30 jaar gewerkt van 156 dagen. Ook na 2024 zal ze recht hebben op een deeltijds minimumpensioen, want ze voldoet aan de dubbele voorwaarde: 30 jaar loopbaan en 20 jaar effectief gewerkt, waarvan elk jaar minstens 156 dagen. Uiteraard kan haar pensioen hoger liggen dan dit minimum. Dat hangt af van het loon dat ze verdient. 2 Peter heeft 25 jaar voltijds en 20 jaar halftijds gewerktPeter voldoet vandaag aan de voorwaarden voor een minimumpensioen als deeltijdser. Niet als voltijdser, want hij komt niet aan 30 jaar, waarin hij minstens 208 dagen werkte. Na 2024 voldoet hij evenmin aan de voorwaarden van 30 jaar aan 208 dagen voor een voltijds minimumpensioen (een voorwaarde die nog steeds geldt na 2024). Hij zal een deeltijds gewaarborgd minimumpensioen krijgen, want hij voldoet aan beide voorwaarden die gelden na 2024: 30 jaar van 156 dagen én 20 jaar effectieve tewerkstelling van minstens 156 dagen. Ook zijn pensioen kan uiteraard hoger liggen dan het minimum. 3 Josée heeft 10 jaar 4/5 gewerkt en was nadien 20 jaar werkloosVandaag heeft Josée recht op een minimumpensioen omdat ze voldoet aan 30 loopbaanjaren. De 20 jaar werkloosheid worden gelijkgesteld. Vanaf 2024 zal dat niet meer het geval zijn. Josée moet dan 20 jaar effectieve tewerkstelling aantonen. Omdat de jaren werkloosheid dan niet meer meetellen, zal Josée niet meer voldoen aan de toegangsvoorwaarden van het minimumpensioen. 4 Katrien heeft 20 jaar voltijds gewerkt. Daarna bleef ze thuis om voor de kinderen te zorgen en heeft ze nooit meer gewerkt.Katrien heeft vandaag geen recht op een minimumpensioen omdat ze niet aan de 30 vereiste loopbaanjaren komt. Ook vanaf 2024 zal dat niet het geval zijn. Ze heeft wel 20 jaar effectief gewerkt, maar de overige 10 jaar die nodig zijn, heeft ze niet gewerkt en er is ook geen gelijkstelling door ziekte of werkloosheid. Indien Katrien, naast de 20 jaar effectieve tewerkstelling, nog 10 jaar werkloos was geweest, dan zou ze wel in aanmerking komen voor een minimumpensioen, vandaag en in de toekomst. Zij zal dus een pensioen krijgen op basis van de jaren die ze heeft gewerkt en van het (begrensde) loon dat ze verdiende, maar dat kan lager liggen dan het minimumpensioen.