Het komt goed!

Ik ben pas met pensioen. En nu? Ik wil best voluit genieten van die permanente vakantie, maar voel me ook wat schuldig...

Het is vrijdag en dit is mijn laatste werkdag. Of liever werkochtend, want straks is het feest. Mijn afscheidsfeest. Ik heb mijn kasten uitgeruimd, laden schoongemaakt, mailbox leeggehaald en nog een en ander gewist op mijn pc. Ik ben klaar met alles. Mijn collega’s zijn nog druk in de weer. Pro forma vraag ik of ik nog iets voor hen kan doen. Nee. Ik had ook niet anders verwacht. Het is 11 uur, ik kan best het schip verlaten. Toch aarzel ik om op mijn computer op ‘Afsluiten’ te klikken, want dat voelt echt als er een punt achter zetten. Maar ik wil me niet te veel door dit moment laten meesleuren. Dus zet ik mezelf in modus ‘Onverschillig’, want ik voel een zekere nervositeit opkomen. En dan, heel snel, druk ik op ‘Afsluiten’, pak ik mijn jas en zeg ‘Tot straks’.

IK STA OM 7 UUR OP. IK WIL MIJN RITME AANHOUDEN, OOK OP ZONDAG. AL VOELT ZONDAG NU WEL ERG DOORDEWEEKS AAN, EEN DAG ALS EEN ANDER.

VRIJDAGMIDDAG, FEESTJE OP DE BOERENBUITEN

Ze komen me halen met de auto. Ik weet begot niet waar ze me heen brengen. Het kan iets aan zee zijn, maar even goed op de boerenbuiten. Tijdens de rit word ik voortdurend op een dwaalspoor gezet. Tot we bij De Grote Linde aankomen, een boerderij met allerlei activiteiten voor kinderen én volwassenen. Ik mag al meteen een koe gaan knuffelen, terwijl mijn collega’s aan de kant staan te giechelen. Daarna krijg ik een touw in de handen gedrukt met daaraan een kalf, waarmee ik buiten een toertje mag maken. Dat hoge aaibaarheidsgehalte vind ik maar zozo, maar ik raak in vorm wanneer ook mijn collega’s aan de slag gaan. We doen aan klompenrennen, een kruiwagenrace en boerengolf. We lachen ons te pletter.

Rond vijf uur is het tijd om afscheid te nemen. De meeste zie ik vanavond terug op een etentje, maar een aantal kan niet komen en heeft al een kaartje of presentje mee. Een knuffel, een kus, een traantje. Nu pas voel ik wat die meisjes, die vrouwen voor mij hebben betekend. Mijn modus ‘Onverschillig’ is plots geen optie meer.

’s Avonds is er een mooie speech van de directeur en zelf heb ik ook een woordje klaar. Vijfendertig jaar verpleegkundige bij CLB Oostkust levert heel veel herinneringen op. Verschillende keren betrap ik me erop dat ik de verleden tijd gebruik en dat voelt dubbel. Maar het lekkere eten, de cava en de wijn verdrijven de spijt omdat het nu echt voorbij is. Er worden nog wat oude verhalen en vergeten story’s opgediept. De hele avond besef ik hoe belangrijk het is om op die manier te worden uitgewuifd. En wanneer ik naar huis ga, dringt het tot me door hoezeer ik mijn collega’s ga missen.

ZATERDAG, NOG ALTIJD EUFORISCH

De hele zaterdag loop ik op wolkjes. Met zorg pak ik de cadeaus en cadeautjes uit, lees ik de kaartjes, verzorg ik de bloemen: een overweldigend, veredeld veldboeket. Er dan is er ook dat zotte geschenk, dat op koude winteravonden zeker van pas zal komen: een zeemeerminnendekentje. Want mijn collega’s wisten maar al te goed dat mijn alter ego een sirene is en blijft. Ik haal er even de buurvrouw bij voor een foto van mij in mijn dekentje. Ik, schaars gekleed, met in mijn handen een passend boek, dat ik met zorg heb uitgekozen: De kabeljauw. Ik zal het fotootje maandag doorsturen, wanneer de (ex-)collega’s vergaderen, met de boodschap dat ze ook even in de diepvries moeten kijken, want daar liggen frisco’s klaar. Zo ben ik nog even bij hen.

ZONDAG, EEN DAG ALS EEN ANDER

Ik word wakker met een mat gevoel. De anticlimax wellicht, na gisteren en eergisteren. Dat is het dus, met pensioen zijn. Eigenlijk niet anders dan ervoor. Ik sta op hetzelfde uur op. Want ik wil mijn dag- en nachtritme aanhouden. Om 7 uur opstaan is perfect. Alle dagen van de week. Ook op zondag. Maar toch is het vreemd: dit voelt helemaal niet als een zondag, als een vrije dag. Deze zondag voelt als doordeweeks, een dag als een ander.

Ik sta op, zet koffie, ontbijt met mijn vriend, die hoewel hij 70 is, nog altijd een job heeft. Hij vraagt me wat ongerust hoe het voelt en of ik het wel gewoon ga worden. Waarom vraagt hij dat nu, denk ik? Maar wanneer hij er een kwartier later opnieuw over begint, besef ik dat vooral bij hem de onrust groeit. Hoe zal het zijn als hij stopt met werken? Zal hij het wel gewoon worden? Hij weet waarom hij blijft werken. Uiteraard omdat hij het graag doet, maar ook omdat hij bang is voor dat pensioen, die eeuwige vakantie. De dagen die je zelf moet structureren.

Ik ben blij dat ik vandaag op mijn kleinzoon kan passen. We gaan samen een paar evenementen bezoeken. Dit heb ik trouwens al jaren niet meer gedaan, door gebrek aan tijd én energie. Maar nu heb ik er zin in. En mijn kleinzoon ook.

’s Morgens volgen we een workshop papierscheppen in De Haan. In de namiddag kies ik voor een rondleiding in de werkplaats van De Scute in Blankenberge. Erg geestig om te doen, want mijn kleinzoon is nog jong genoeg om te geloven dat al die mannen in blauwe kiel, met baarden en visserspet, piraten zijn. Een hele dag denk ik niet meer aan het feit dat ik nu met pensioen ben. Ik ben blij dat ik gezelschap heb van dat jonge ventje. Zoals ik ook blij ben dat er nog vijf andere kleinkinderen zijn, waar ik meer tijd voor ga kunnen maken.

MAANDAG, HET CODEWOORD

Gewoontegetrouw sta ik om 7 uur op, samen met mijn vriend. Zodra hij het huis uit is, hang ik wat rond. Ik ben van plan om beetje bij beetje mijn huis onder handen te nemen. Het is nodig, al maanden is het dringend nodig. Ik maak hier en daar wat schoon, maar er is zoveel te doen dat ik niet goed weet waar eerst te beginnen.

En de zon schijnt. Wat doe ik hier dan binnen? Dat vuil loopt toch niet weg? Ik zou beter een paar uurtjes de krant, een tijdschrift, een boek lezen. Toch? Ik installeer me in de tuin. Ik geniet van de warmte, van de lectuur, maar ergens wringt het. Iedereen is aan het werk, iedereen heeft zijn bezigheid en ik zit hier. Lui en languit in de zetel in de zon. Of wat je genieten noemt.

Genieten is trouwens hét codewoord als je met pensioen bent. Iedereen wenst me proficiat en zegt me dat ik nu alle tijd heb om te genieten. Maar laat dat nu net niet mijn ding zijn. Ik ben een doener, ik ben graag bezig.

Ik probeer me door die gedachte niet te laten opjagen en doe een poging om dat gevoel van genieten te ontleden. Waarom is het nu anders dan voordien? Misschien omdat het toen niet zo evident was, het waren gestolen momenten, over de middag of wanneer ik wat vroeger thuis kwam en de zon nog volop scheen. Of omdat ik wist: het is weekend, een extra dag je verlof, het is vakantie... Maar voortaan is het altijd vakantie en dat overheerlijke gevoel is een beetje zoek. Dat overheerlijke gevoel van ‘genieten van het moment’.

DINSDAG, TIME IS MONEY

Mijn gsm vertoont al maanden mankementen. Ik trek naar Brugge voor een nieuw exemplaar. Om thuis niet te worden geconfronteerd met de spinnenwebben en vuile hoekjes? Maar nee, ook dit is een klus die ik al eerder moest klaren!

Intussen wip ik ook het sociaal bureau binnen, om na te gaan hoe het nu zit met bijverdienen na je pensioen. De sociale bijdragen rijzen de laatste jaren de pan uit en ik had al lang het gevoel dat het klein beetje dat ik schreef, meteen weer wegvloeide richting belastingen en sociale bijdragen. Het sop was de kool bijna niet meer waard. Ik wil dus horen hoe het nu precies zit. De dame achter het loket begrijpt mijn frustratie en kan enkel maar mijn onvrede bevestigen. Maar ze weet me ook te vertellen dat mijn gewijzigde status loont. Ik kan voortaan wat meer bijverdienen. Gelukkig. En gelukkig ook dat ik nu tijd heb om alles uit te spitten. Vroeger had ik die niet, en evenmin de energie. Ik wist van veel zaken niet hoe de vork aan de steel zat. Maar na dit uitgebreide gesprek met de mevrouw van de sociale verzekeringskas, is alles nu wat duidelijker. Het gezegde ‘Time is money’ blijkt helemaal te kloppen.

NU IK TIJD ZAT HEB, IS DAT OVERHEERLIJKE GEVOEL VAN ‘GENIETEN VAN HET MOMENT’ EEN BEETJE ZOEK.

Wanneer ik daarna nog boodschappen doe in het grootwarenhuis, neem ik ook meer tijd dan normaal. Ik kijk met andere ogen naar promo’s, ik vergelijk verschillende producten qua prijs en kwaliteit. Haastig iets mee graaien hoeft niet langer. Ook hier geldt dus dat gezegde.

’s Avonds maak ik rustig het eten klaar. De maaltijd wint erdoor aan smaak. Dat is toch wat mijn vriend beweert.

Daarna ga ik aan de slag met mijn nieuwe gsm. Een aantal functies krijg ik maar niet geïnstalleerd. Zo blijf ik me toch nog altijd ergens druk over maken!

WOENSDAG, HET KOMT ALLEMAAL GOED

Vandaag is het de eerste dag van een nieuwe maand, de officiële datum van mijn ‘oppensioenstelling’. Het woord alleen al! Ik grijp deze dag aan om mijn nieuwe status kenbaar te maken op Facebook. Ik post een fotootje met een knipoog naar mijn ex-collega’s: een glazen schaaltje met schelpjes en een blaadje van de Loesje-scheurkalender met ‘Lang zullen ze werken in de gloria’ erop. Het zijn de schelpjes die ik kreeg toen ik nog 100 dagen te gaan had. Die honderd schelpjes en het blaadje uit de scheurkalender zaten toen netjes verpakt in plastic folie met een lintje errond. Zo kon het aftellen beginnen. Elke dag een schelpje. En het ging snel. Razendsnel. Veeeeel te snel. Zo snel dat ik me zorgen begon te maken en me begon af te vragen of het niet interessanter zou zijn om nog wat langer te werken. Tot het einde van het jaar, zeg maar. Maar nee, zodra de aanvraag is ingediend – en dat moet een hele poos op voorhand – is er geen weg terug.

Ik post dus mijn foto met de schelpjes en zet erbij: ‘Vandaag officieel op pensioen. Met gemengde gevoelens’. Ongelooflijk hoeveel respons ik krijg. En zoveel herkenbare reacties...

‘Maak je geen zorgen, in het begin is het even wennen, maar na korte tijd komt het goed’.

‘Dat schuldgevoel gaat wel over. Je hebt interesses genoeg, je zal je niet vervelen’.

‘Ik begrijp je gevoel. Mijn man is vandaag ook met pensioen en we zoeken samen nog een nieuw evenwicht. Het komt wel goed’.

‘Gefeliciteerd met je pensioen. Zelf haat ik het woord en noem het permanente vakantie. Ik begrijp de gemengde gevoelens. Ik had en heb die ook. Geen kwestie van vervelen, zelfs tijd te kort’.

Al die lieve woorden geven me moed. Want nu weet ik het zeker: het komt goed!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content