Het huis voor de stiefouder, het geld voor de kinderen

Tot voor kort was hertrouwen vaak een bron van discussies met de kinderen uit het eerste huwelijk, want zij zagen hun erfenis bedreigd. Een nieuwe wet reikt een mogelijke oplossing aan voor dit probleem, als de (stief)ouder dat wil.

Wie in het huwelijksbootje stapte, werd tot voor kort automatisch reservataire erfgenaam van zijn/haar wederhelft. Dit betekent dat de langstlevende echtgenoot altijd recht had op een bepaald deel van de nalatenschap van de overleden partner. Er werd geen onderscheid gemaakt of het ging om een eerste of een volgend huwelijk. In het laatste geval veroorzaakte dit echter vaak problemen met de kinderen uit het eerste huwelijk, die een deel van hun erfenis moesten ‘afstaan’ aan de nieuwe partner van hun vader of moeder.

Hoe het vroeger was

Artikel 915bis van het Burgerlijk Wetboek bepaalde dat de langstlevende echtgenoot recht had op het vruchtgebruik van de helft van de goederen van de nalatenschap, met als minimum het vruchtgebruik van de gezinswoning en de huisraad. De echtgenoot die eerst overleed kon dus onmogelijk via een testament of schenking het vruchtgebruik van de gezinswoning en de meubels aan iemand anders overmaken dan aan zijn/haar echtgeno(o)t(e). Dit wetsartikel wou de langstlevende echtgenoot de garantie geven dat hij/zij in dezelfde omstandigheden kon blijven leven. Met andere woorden: de wet beschermde de overblijvende ouder tegen eventuele erfrechtelijke eisen van de kinderen.

VOORBEELD Bert en Lies waren getrouwd en hadden een zoon, Tom. Bert overleed en Lies hertrouwde met Dirk, die 20 jaar jonger was dan zij. Als later ook Lies overleed, had Dirk als langstlevende echtgenoot automatisch recht op het vruchtgebruik van de helft van de nalatenschap van Lies. Zoon Tom kon dus niet onmiddellijk van zijn erfenis genieten.

Wat de wet met de ene hand gaf (de bescherming van de langstlevende echtgenoot), nam zij met de andere hand, in die zin dat de kinderen niet onmiddellijk van hun erfenis konden genieten als één van hun ouders overleed nadat hij of zij (één keer of vaker) hertrouwd was.

Daar schuilde nu net het probleem van deze juridische bescherming van de langstlevende echtgenoot: ze gold zowel bij een eerste als bij een volgend huwelijk. Zelfs in situaties waar er een goede verstandhouding was tussen de kinderen uit het eerste huwelijk en de tweede echtgeno(o)t(e) van hun vader of moeder, ontstonden niet zelden spanningen wanneer de erfenis ter sprake kwam. De oude wet van 14 mei 1984 had dan ook in de praktijk soms het omgekeerde effect van wat de oorspronkelijke bedoeling was. Om conflicten met hun kinderen te vermijden, zagen heel wat weduwen en weduwnaars af van een tweede huwelijk. En dat had dan weer tot gevolg dat hun tweede (of volgende) partner geen enkele erfrechtelijke bescherming genoot.

Maar de samenleving staat niet stil. Omdat er almaar meer nieuwsamengestelde gezinnen zijn, kon de wetgever niet anders dan het burgerlijk wetboek op dit punt te actualiseren.

Wat veranderd is

De nieuwe wet van 22 april 2003 zorgt ervoor dat de echtgenoten, vanaf het tweede huwelijk, gedeeltelijk kunnen afzien van hun recht op hun reservatair deel. Om dat te doen, kunnen ze een bepaling opnemen in hun huwelijksovereenkomst. Maar deze ‘vermindering’ van de reserve is beperkt: ze kan niet zover gaan dat de tweede of volgende echtgeno(o)t(e) zijn of haar recht op het vruchtgebruik van de gezinswoning of de huisraad zou afstaan.

De bedoeling van deze wetswijziging is de tweede (of volgende) langstlevende echtgenoot nog een bescherming te garanderen, terwijl de kinderen uit een vorige relatie toch al onmiddellijk van hun erfenis kunnen genieten.

LET OP! Dit is geen verplichting. De toekomstige echtgenoten zijn niet verplicht zulke clausule in hun huwelijksovereenkomst op te nemen. Zij zijn trouwens evenmin verplicht een huwelijksovereenkomst te sluiten.

Wat u moet weten over de nieuwe clausule

1. De vermindering van het reservatair deel van de erfenis moet niet noodzakelijk wederzijds zijn.

De echtgenoten kunnen zelf bepalen dat de vermindering van de reserve groter zal zijn voor de ene dan voor de andere, bijvoorbeeld als een van beiden over meer financiële middelen beschikt.

VOORBEELD Als Dirk (de tweede echtgenoot van Lies) eerst zou overlijden, zou Lies enkel het vruchtgebruik van de familiale villa willen. Dirk daarentegen zou ook graag recht hebben op de helft van Lies’ nalatenschap. In het huwelijkscontract kan dan een clausule opgenomen worden waarin Lies afziet van haar recht op het reservatair deel van Dirks nalatenschap.

2. Er moeten (biologische of geadopteerde) kinderen uit de eerste relatie zijn.

Het is niet nodig dat de (toekomstige) echtgenoten allebei kinderen uit hun eerste huwelijk hebben. Ook als maar één van beiden een kind uit een eerste huwelijk heeft, zijn de nieuwe regels van toepassing.

3. Er moet niet noodzakelijk een eerste huwelijk geweest zijn, de nieuwe regels gelden ook voor kinderen van samenwonende partners.

De wet gebruikt de woorden ‘kinderen uit een vorige relatie’. Maar de reserve verminderen moet wél in een huwelijksovereenkomst gebeuren. Bij de tweede of volgende relatie moet er dus wel een huwelijk zijn. Is dit niet het geval, dan heeft de partner zelfs geen recht op een reservatair deel van de erfenis.

4. Het verminderen gebeurt in een huwelijksovereenkomst of door een bestaande huwelijksovereenkomst te wijzigen.

Gehuwde koppels die al een huwelijksovereenkomst hebben, kunnen hun bestaande overeenkomst altijd wijzigen. Zo’n wijziging moet echter in aanwezigheid van beide echtgenoten gebeuren.

LET OP Daar waar het de bedoeling van de wetgever was om conflicten tussen de kinderen uit een eerste relatie en hun stiefouder te vermijden, kan de praktijk dit doel voorbijschieten, zoals blijkt uit volgend voorbeeld.

Op 15 juni 2003 sluiten Lies en Dirk een huwelijksovereenkomst bij de notaris. De overeenkomst bevat een clausule dat als Lies eerst sterft, Dirk enkel recht heeft op het vruchtgebruik van de gezinswoning. Zoon Tom kan gerust zijn. Tenminste, dat denkt hij. Want Lies en Dirk kunnen bv. twee dagen na hun huwelijk hun huwelijksovereenkomst wijzigen en het reservatair deel van Dirk uitbreiden, zonder dat Tom daarvan op de hoogte is!

5. Het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad kan omgezet worden in geld.

De weduwe of weduwnaar wil niet altijd in de gezinswoning blijven wonen. Dat kan zowel om financiële als praktische of affectieve redenen zo zijn. Hij of zij kan ervoor kiezen het vruchtgebruik van de woning en de huisraad te laten omzetten in een geldsom, zodat hij/zij zich ergens anders kan vestigen. De omzetting van het vruchtgebruik gebeurt aan de hand van tabellen, gebaseerd op de vermoedelijke levensduur van de vruchtgebruiker. Hoe ouder de vruchtgebruiker, hoe minder de tegenwaarde in geld zal bedragen. n

A Philippe Verdonck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content