Guy Legrand voormalig hoofdredacteur van Cash! © FRANK BAHNMÜLLER

Het bankkantoor als wapen tegen oplichting

Een dame stapt het politiebureau binnen om een klacht neer te leggen omwille van oplichting. Ze was in contact gekomen met een ‘maraboet met magische krachten’ die haar beloofde dat ze de som die ze gespaard had kon verdubbelen. Helemaal ingepalmd door die praatjesmaker, schraapte ze haar eigen spaargeld en dat van enkele familieleden bij mekaar, goed voor 15.000 euro. Een mooie som voor deze bescheiden en helaas naïeve dame. Ging de de magiër met haar geld aan de haal? Nee, haar spaarpotje zat verstopt onder een meubelstuk, in haar appartement. Geruststellend, toch?

Behalve dan dat de ’tovenaar’ haar om een sleutel vroeg... omdat dit ‘veiliger’ was. Zijn instructies waren duidelijk: “Kom niet aan het geld. Ik kom binnen twee dagen terug en dan zal je zien dat er geen 15.000 euro onder het meubel zit, maar 30.000!” Op de afgesproken dag stelden de oplichter en zijn prooi vast dat de 15.000 euro verdwenen waren. Als een echte acteur veinsde hij niet enkel verbazing, maar gaf de dame ook nog eens de schuld. Ze had vast en zeker een onbekende binnengelaten... Een paar minder goedgelovige kennissen hebben haar de ogen geopend. Maar hoe klaag je iemand aan wiens identiteit je niet eens kent?

Dit trieste voorval is maar een van de vele voorbeelden van de onweerstaanbare verleiding waartoe naïviteit kan leiden als iemand met slechte bedoelingen je pad kruist. Een bankier vertelde me ooit een waanzinnig verhaal. Een klant had in de jaren 1970 grond gekocht in Zuid-Frankrijk voor 6 miljoen Belgische frank en wou die verkopen. Het ging om iemand met een vrij beroep, gereputeerd in zijn vakgebied, die 10 jaar universitaire studies had gedaan. Hij toonde de bankier een Michelinkaart met een rode cirkel rond de plaats waar de grond lag. ‘We gaan de zaak bekijken’, zei de bankier. ‘Bezorg me jouw eigendomsbewijs en documenten’. De klant wees op de kaart. Iets anders had hij niet. Hij had 6 miljoen Belgische frank betaald voor een vodje papier.

Je moet niet goedgelovig zijn om in de val van oplichters te trappen.

Vandaag gaan oplichters veel gesofisticeerder tewerk en op veel bredere schaal, geholpen door de complexiteit van het internet en de sociale media: denk maar aan de valse berichten van de bank, die vaak naar perfect nagemaakte websites leiden. Je hoeft zelfs niet buitengewoon goedgelovig te zijn, eventjes verstrooid zijn volstaat soms al om in de val te trappen. Gelukkig kan je met een telefoontje vaak al je twijfels wegnemen. Nog niet gerustgesteld? Ga dan naar het bankkantoor. Je kan een website nabootsen, maar een fictief kantoor nabouwen – zoals de valse bookmaker in de film The Sting, met Paul Newman en Robert Redford – is toch al minder evident.

Is dat geen (extra) argument om toch een minimum aan bankkantoren open te houden?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content