Herfstwandelingen op de terrils

Een oerbos met massa’s paddenstoelen, minivulkanen, een decor uit een film over dinosauriërs... Plus Magazine neemt u mee voor drie bijzondere herfstwandelingen in de laatste wildernis van België: de terrils van de Borinage.

Welkom in de Far West”, luidt de begroeting van Olivier Rubbers. Hij is de man die enkele jaren geleden het bevertoerisme in de Ardennen lanceerde. Vandaag is hij gestart met een al even origineel project. Hij leidt gidsen op om mensen “de laatste wildernis van België” te laten ontdekken: de steenkoolterrils. De Chaîne desTerrils, zoals ze wordt genoemd, omvat 1184 kleine en grotere afvalheuvels van Bernissart, ten westen van Bergen, tot Blégny, ten noorden van Luik.

“Sommige terrils worden begraasd, andere worden gebruikt voor wijnbouw, maar de overgrote meerderheid is niemandsland gebleven, zonder toeristische infrastructuur”, zegt Olivier. “Ze vormen het Verre Westen dat België nog moet ontdekken. De natuur is nog steeds bezig de terrils te veroveren.”

Wandeling 1: de Terril du Crachet in Frameries

Olivier Rubbers neemt me mee op drie terrilwandelingen in de Borinage, ten zuiden en zuidwesten van Bergen. Onze eerste groene wildernis, de Terril du Crachet, ligt net naast het wetenschappelijk avonturenpark Pass in Frameries. We volgen een pad tussen een rijke vegetatie van loofbomen en heesters in bonte herfstkleuren. “Op terrils vind je grote verschillen in vegetatie”, legt Olivier uit. “Op de noordelijke flanken zijn bossen gekomen, op het oosten en westen steppegroei en heesters, en op het zuiden open grasland”. We blijven stijgen tot het pad plaatsmaakt voor een steil stuk donkere leisteen. Hier is het klauteren geblazen, maar een kabel met lussen helpt me. Half buiten adem bereik ik de kale top, waar de inspanning wordt beloond door het uitzicht. We zien het Belfort van Bergen, de oude arbeiderswijken, de nieuwe windturbines en wel twintig kleine en grotere terrils. Op de top laat de gids me mijn hand houden tegen een plek met rode keitjes. Ze voelt warm aan. “Het afvalgesteente uit de mijngangen bevatte nog één percent steenkool en dat kan spontaan ontbranden”, vertelt hij. “Wanneer je rood gesteente ziet, betekent dit dat het hier gegloeid heeft. De leisteen wordt dan rood.”

Terug beneden wacht de schacht van de mijn die ooit deze terril deed ontstaan. De exploitatie stopte in 1960 en de site is nu omgetoverd tot het Pass, een uitgestrekt belevingsmuseum over thema’s als mijnbouw, genetica, het menselijk lichaam, geld en Antarctica. Het is toegespitst op scholieren, maar de doe-hoekjes kunnen alle generaties aanspreken. De beroemde architect Jean Nouvel heeft de oude en nieuwe constructies tot één geheel verbonden.

Hoe? De toegang tot de terril start op de parking van het Pass. Het pad met de rode markeringen is het minst steile. Keer terug langs dezelfde weg.

Wandeling 2: de Terril du Levant in Flénu

Het Far Westgevoel wordt hier compleet, want de wandeling start in een spookdorp: de lege ruïnes van de steenkoolmijn Levant. Het gaat omhoog langs een vrij breed pad door een bos in schitterende herfstkleuren. Beuken, esdoorns, berken, Robinia’s: alles is vanzelf gekomen. Ook de grote stukken rode bodem vallen op. “We zijn hier op één van de 32 terrils die we vulkanen noemen”, zegt mijn gids. Op de open top is de bodem helemaal rood en uit een soort van konijnenpijpen zie ik rookpluimpjes ontsnappen. Ik steek mijn hand in de pijp, maar niet lang want de warmte wordt al snel te hevig. Het uitzicht is adembenemend. Het Belfort van Bergen en de scheepslift van Strépy-Thieu zijn goed te zien. Voor een veilige afdaling kun je terugkeren langs hetzelfde pad, maar mijn avontuurlijke gids doet me steil naar beneden lopen tussen de begroeiing. Hij wil me een oerbos laten zien met uitsluitend jonge berkenbomen. De bodem lijkt bezaaid met paddenstoelen. “Dit is het begin van alles”, verklaart Olivier. “Berken zijn pionierbomen. Op de naakte terrils verschijnen zij als eerste. Ze vormen een humuslaag waarin paddenstoelen weelderig gedijen. Pas later volgen andere bomen, heesters en bodembedekkers.”

Hoe? Deze terril is te bereiken via de weg Bergen-Quaregnon. Volg de wegwijzers ‘Site du Levant’ (links als u van Bergen komt). Het enige pad start ter hoogte van een café.

Wandeling 3: het moerasvan Harchies/Bernissart

Geen geklim, geen geklauter! Alles is vlak op de derde wandeling, de terrils liggen hier namelijk... onder water. Bijna negentig jaar geleden zijn de ondergrondse galerijen van het vroegere mijncomplex van Hensies beginnen in te storten. De verzakkingen hebben zich gevuld met water en zo is een wonderlijk moerasgebied ontstaan. Vandaag vormt het Marais d’Harchies-Hensies-Bernissart een natuurreservaat van 500 ha groot. Open meren wisselen af met dichtbegroeide kleine poelen. Een paradijs voor libellen, voor water- en landvogels en voor vogelwatchers en fotografen die gebruik maken van de zeven observatiehutten. Aan de plas die bekend staat als het marais d’Hensies wordt de sfeer onwerkelijk. Hier steekt een bos van dode boomstronken uit het water. Dit oerlandschap doet onwillekeurig denken aan dinosauriërs. Een krijsende velociraptor zou hier niet misstaan. Per slot van rekening werden de iguanodons van Bernissart hier vlakbij gevonden....

Hoe? Door het moerasgebied loopt een wandellus van bijna 7 km. Neem afrit 27 (Bernissart) op de E42 en volg de wegwijzers ‘Marais d’Harchies’.

Ludo Hugaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content