HELPEN ZONDER ZELF TE KRAKEN

Een depressie is niet alleen een zware beproeving voor de zieke zelf, maar ook voor wie zijn of haar leven deelt. Want helpen is één ding, maar hoe ver kunnen we daarin gaan? En hoe zorgen we ervoor dat we niet zelf in een sukkelstraatje terechtkomen? Een verhelderende blik op een zeer delicaat probleem.

H ij raakt ’s ochtends zijn bed niet meer uit... Ik moet alles zelf doen in het huishouden... Zij heeft nergens zin in... Ik durf haar niet meer alleen te laten... Hij vertikt het om naar een dokter te gaan... Ze weent zonder ophouden... Ik herken haar niet meer.... Hij neemt zijn medicijnen niet meer... Als het zo doorgaat, kan ik kan het binnenkort echt niet meer aan...”

Leven met een depressieve partner is een beproeving waarop niemand voorbereid is. Plots is hij of zij niet meer dan een schim van de persoon die we jaren geleden hebben leren kennen. En bovendien is praten over de ziekte een delicate zaak. “Nochtans maakt ongeveer één vrouw of de vijf en één man op de tien in de loop van hun leven een depressieve periode door”, zegt prof. Loes Gabriels, psychiater aan het UZ Leuven.

Vaak is de ruime omgeving van de depressieve persoon zich niet bewust van wat er precies aan de hand is. Maar diegene die met hem samenleeft, wordt er dag in, dag uit mee geconfronteerd. Hij ziet de tranen, hij merkt de pijn, hij constateert de onverschilligheid en probeert daaraan het hoofd te bieden. “De partner wil helpen, maar zelf heeft hij ook problemen”, zegt Muriel Vanderveken, voorzitster van de Belgische Liga van de Depressie. “Daarom is deze situatie zo verwarrend en uitputtend.”

Informeren om te begrijpen

Goed begrijpen wat de ziekte inhoudt, is heel belangrijk om ermee te leren leven. Het gaat hier niet om een momentje van melancholie of een voorbijgaande vermoeidheid. Het is een probleem dat aansleept. Maar wat zijn de criteria? Wanneer spreken we over een depressie? “Een depressie is een gemoedsgesteldheid die minstens 15 dagen duurt en die gekenmerkt is door symptomen als slaapstoornissen, treurnis, geen zin meer om iets te doen, teruggetrokkenheid, negatieve ideeën”, duidt prof. Dominique Pardoen, psychiater in het Brusselse Erasmusziekenhuis. Maar een depressie kan verzorgd worden. Verschillende studies tonen aan dat een behandeling met geneesmiddelen (antidepressiva) in combinatie met psychotherapie betere resultaten geeft dan medicatie of psycho- therapie alleen. “Je moet wel op zes tot acht weken rekenen vooraleer de medicatie enig effect heeft, op minstens zes maanden om echt van een depressie te herstellen. Wie zich hiervan bewust is, heeft het wat makkelijker tijdens de herstelperiode, is geduldiger, heeft meer begrip.”

De ziekte begrijpen is ook de eerste voorwaarde om te vermijden dat de partner zich verantwoordelijk voelt voor de depressie van de patiënt. “Het traditionele idee van een paar, is nog altijd dat van twee mensen die elkaar gelukkig maken”, onderstreept prof. Gabriels. “Maar het zou een grote fout zijn jezelf schuldig te voelen omdat diegene van wie je houdt, depressief is.”

De ziekte aanvaarden

Veel depressies worden slecht verzorgd, of zelfs helemaal niet, meer bepaald wanneer de zieke zijn depressie niet onder ogen wil zien of niet naar een dokter wil gaan. Dat is nochtans het eerste wat moet gebeuren. Hoe kunnen we hem of haar dan toch zover krijgen dat hij een dokter consulteert? “Eén van de manieren is zeggen dat het voor jou te zwaar begint te worden om met zijn of haar depressie om te gaan. En dat je daarom een dokter wilt consulteren”, stelt prof. Pardoen voor. Een andere manier is dat een vriend eens met de zieke praat. “Iemand in wie hij vertouwen stelt, kan helpen om de eerste stap te zetten, namelijk om te aanvaarden dat er een probleem is.”

De eerste stap kan naar de huisarts leiden, die de patiënt zal doorverwijzen naar een psycholoog of een psychiater. “De eerste consultatie bij de psycholoog kan samen met de huisarts worden voorbereid”, zegt Muriel Vanderveken. “Hij kan de patiënt aanmoedigen om alles te vertellen en ook zoveel mogelijk vragen te stellen. En klikt het niet met-een met de psycholoog, psychiater of therapeut dan is het toch aangeraden een sessie of twee te wachten vooraleer te beslissen naar een andere hulpverlener te stappen.”

Hoe verloopt zo’n consult? “Het ge-sprek komt vaak moeilijk op gang omdat de patiënt in het begin erg terug-houdend kan zijn. Sommige thera- peuten vinden het dan ook goed dat de partner aanwezig is bij het eerste consult, maar nadien zullen zij liever met de patiënt alleen werken. In ieder geval mag de partner niet twijfelen om ook zelf een dokter of psycholoog te raadplegen als hij daar de behoefte toe voelt. Het is belangrijk dat ook hij het verloop van de ziekte kent en zo de partner kan bijstaan. Precies weten wat de behandeling inhoudt, is ook nodig om er te kunnen op toezien of de patiënt ze strikt opvolgt.

Reacties die je beter vermijdt

Uiteraard is de partner geen depressiespecialist. Uiteraard zegt hij soms dingen die hij beter niet zou zeggen, hoe goed ze misschien ook bedoeld zijn. Uiteraard wordt hij soms overvallen door twijfels, door vermoeidheid. En uiteraard vallen er soms verwijten of bittere woorden...

Toch is het belangrijk dat de partner weet, welke reacties hij zoveel mogelijk moet vermijden:

– de pijn banaliseren: Komaan, doe eens iets! Laat je niet gaan!

“Een uitspraak die door de depressieve persoon als zeer confronterend wordt ervaren”, legt prof. Pardoen uit.

– denken dat het een ziekte van de leegte is, dat ze alleen mensen treft die hun dagen niet kunnen opvullen. “Dit is pertinent fout en werkt destructief.”

je zenuwachtig maken als het niet lukt om de zieke op te beuren.

“De woede van de partner zal nog meer pijn en verdriet opwekken. De depressieve persoon zal zich verworpen voelen en nog depressiever worden. Het is een vicieuze cirkel waarin sommige koppels dreigen te verzeilen.”

zelf de diagnose stellen: Ik weet exact wat jij hebt! Probeer deze pilletjes maar eens! “De diagnose van een depressie moet echt door professionelen gebeuren”, zegt Muriel Vanderveken beslist. “Het beste wat de partner kan doen, is de zieke aanmoedigen om snel hulp te zoeken.”

hem verwijten maken: “Niemand kiest ervoor om depressief te worden!”

zeggen dat het normaal is op zijn leeftijd

alles in zijn plaats doen, hem betuttelen

de depressie verbergen voor de omgeving. “Dit is geen oplossing”, zegt prof. Gabriëls, “in de eerste plaats omdat het zijn isolement nog vergroot. De omgeving merkt toch dat er iets niet klopt en zal verveeld of geïrriteerd regeren, ook tegenover de depressieve persoon, omdat ze niet begrijpt wat er aan de hand is. Beter is het, precies uit te leggen wat er is, om onnodige spanningen te vermijden.”

Aanmoedigen, maar op de juiste manier

Een positieve houding, een welwillende aanwezigheid, bemoedigende woorden van de partner kunnen een onbetaalbare hulp zijn voor de zieke.

“Stimuleren zonder op te jagen, dat is wat je als partner kunt doen”, zegt Muriel Vanderveken. “Je kunt dit bijvoorbeeld doen door een activiteit of een uitstapje voor te stellen. Ook kleine uitdagingen zijn zinvol: 5 of 10 minuutjes naar buiten gaan kan al heel mooi zijn. Het is echt niet de kwantiteit die telt. Een andere manier om de zieke te stimuleren, is hem betrekken in wat jij doet: advies vragen bij een aankoop of samen een beslissing nemen, zo heeft hij het gevoel dat hij toch nuttig is.”

“Depressie is vaak een synoniem voor ontwaarding”, merkt prof. Pardoen op. “Daarom is het belangrijk de kleine dingen die een depressieve persoon in het huishouden kan doen, naar waarde te schatten.” De tafel dekken, de post binnenhalen, de bloemen water geven... De partner mag niet nalaten om deze kleine zaken aan te moedigen en kan bovendien ook af en toe iets vragen, zonder te verplichten en zeker niet te beschuldigen wanneer het uiteindelijk toch niet gebeurt: Het zou me helpen als je dit zou kunnen doen, als je je wat beter voelt... Aandringen mag best, maar wel met tact... “Wanneer de patiënt echter diep in de put zit, is het beter hem enkel te laten doen wat hij wil.”

Zelfvertrouwen opbouwen is een belangrijke stap in de goede richting. “De partner kan daartoe bijdragen door de depressieve persoon geregeld te wijzen op zijn capaciteiten en kwaliteiten. En hem op het hart te drukken dat deze moeilijke periode van voorbijgaande aard is. Hem laten inzien dat aan de basis van een depressie weliswaar een biologische kwetsbaarheid ligt, maar dat er ook een factor is die het proces in gang zet: verlies van werk, rouw, emotionele ontgoocheling... De partner kan de zieke helpen door hem uit te leggen dat depressie een menselijke reactie is op die factor. Je hebt een klap gehad. Een ander zou er een maagzweer van hebben gekregen, of een hartaanval. Maar bij jou is dat een depressie. Iedereen reageert anders.

Zijn gedachten verzetten door te gaan pottenbakken of te wandelen? Waarom niet. “Moedig elke activiteit, elk initiatief aan. Of het nu een wandeling is, een andere sport, een artistieke activiteit. Iets samen doen...”

De simpele aanwezigheid van de partner, zelfs zonder iets te zeggen, is heilzaam. Het is daarbij niet nuttig om de haverklap te vragen hoe het gaat of om de psychotherapeut te spelen...

Hoe reageren bij zelfmoordneigingen?

Ik ben nergens nog goed voor, ik zou er beter niet meer zijn... Wat te denken van deze zwarte ideeën, deze nauwelijks verdoken allusies op zelfmoord? Is het bluf of een aanwijzing die we maar beter ernstig nemen? De reactie van de specialisten is unaniem. Het idee dat zij die erover spreken nooit tot de daad zullen overgaan, is absoluut niet correct.

“Zelfmoordgedachten moeten altijd ernstig worden genomen”, antwoordt prof. Pardoen. “Neem daarom altijd uw voorzorgen en probeer de patiënt elke mogelijkheid om zichzelf van het leven te beroven, te ontnemen. Geen wapens in huis, ook geen medicatie die rond-slingert en al zeker niet in grote hoeveelheden. Een zelfmoord kan echt een impulsieve daad zijn! Stop geneesmiddelen daarom altijd in een gesloten doos. Als dat nodig is, kun je de patiënt laten opnemen in een psychiatrische afdeling om hem te beschermen zolang dat nodig is.” Een stap die weliswaar niet evident is voor de partner.

“In crisismomenten is het belangrijk dat de partner de zieke duidelijk maakt dat hij deze situatie niet langer aankan”, verduidelijkt prof. Pardoen. “Hij kan zeggen dat hij hem doodgraag ziet, maar dat de ziekte ook zijn weerslag heeft op hem en het gezin, en dat er nu echt wel professionele hulp nodig is. Maar – héél belangrijk – hij moet de zieke net op dit moment zo weinig mogelijk alleen laten. Wat zelfdoding be-treft, mag de partner gerust de vraag stellen of dat idee soms door het hoofd van de patient spookt. Er is ook geen bezwaar tegen de uitleg dat dergelijke ideeën deel uitmaken van het klinisch beeld. Zolang de patiënt maar blijft beseffen dat de partner hem graag ziet.”

Ook aan jezelf denken

Altijd aanwezig blijven, aandachtig, begrijpend, maar ook ongerust... dat is zwaar! Zeker omdat de partner ook – en vaak alleen – moet instaan voor de dagelijkse beslommeringen. “Het is heel belangrijk dat de partner ergens steun vindt”, weet prof. Pardoen, “anders raakt hij ontmoedigd. Leven met een depressief iemand is zwaarder dan je denkt.” Daarom is het absoluut noodzakelijk dat de partner zich organiseert, en bepaalde beslissingen treft die vermijden dat hij zelf uitgeput raakt. Hij moet vooral leren...

– ... grenzen te stellen, maar zonder te beschuldigen. Muriel Vanderveken: “De partner kan echt niet 24 uur op 24 be-schikbaar zijn. Dat houdt hij niet vol. Hij moet wel de deur openlaten, maar niet wagenwijd. Afspreken dat hij er s’ochtends is bijvoorbeeld, maar ’s namiddags even weggaat, om een luchtje te scheppen.”

– ... zich te laten helpen. “Vraag gerust aan vrienden of familieleden om een handje toe te steken”, raadt prof. Gabriels aan. “Je kunt immers niet alles alleen doen. En een helpende hand kan zoveel steun bieden.”

– ... af en toe te ontspannen: eens buitengaan, iets anders doen, om er daarna weer helemaal te zijn voor de zieke. “Natuurlijk is depressie niet besmettelijk. Maar wie voortdurend leeft met een depressief iemand, riskeert zich te laten overrompelen door wanhoop en onmacht. Elders even herbronnen kan zowel voor uzelf als voor uw zieke partner veel bijbrengen.” Even naar de film, enkele baantjes trekken in het zwembad, langsgaan bij een vriend of vriendin om wat te keuvelen. Alles is goed.

– ... te praten: “Dit helpt om te ontladen wanneer het even niet meer gaat”, raadt Muriel Vanderveken aan. “Het kan met iemand van buitenaf zijn die uw depressieve partner niet kent en daardoor een ander zicht heeft op de situatie. Of misschien hebt u nood aan professionele hulp en zoekt u beter een luisterend oor bij een psychotherapeut.”

gebruik te maken van de bestaande structuren: er bestaan dagcentra die depressieve personen opvangen. “En zij organiseren ook vaak activiteiten voor hun partners. Op die manier helpen ze ervoor te zorgen dat de hele toestand wat minder lastig wordt om te dragen.”

Gwenaëlle Ansieau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content