Haute cuisine

Laatst een miniweekje Rome gedaan met de goedkoopste luchtvaartmaatschappij ter wereld. Zo midden in het werkjaar even weg terwijl de rest de boel draaiende houdt, daar schep ik een pervers genoegen in.

Aan elk van mijn bezoekjes aan de eeuwige stad, hou ik een culinaire herinnering over. Bijvoorbeeld toen ik in de retorica zat, zoals het laatste jaar Latijn-Grieks werd genoemd in de tijd toen de dieren nog spraken. We werden begeleid door twee paters Jozefieten, die ons niet alleen de historische en architecturale hoogtepunten toonden, maar ook de finesses van de Italiaanse keuken en de geneugten van de Italiaanse dranken. En altijd op hun kosten! Ze gingen zoetjes binnen, de Punt e Messen, de Rosso Antico’s, de barolo’s, de chianti’s. Hemels! Tot we in Rome zelf onze intrek hadden genomen in... een zusterspension! Toen begon de ellende van smaakloze voorgerechten en oneetbare pasta’s. Tijdens zo een maal schoot er iets in mijn tand. Ik heb de hele tijd met kiespijn tussen de Sixtijnse Kapel en de Engelenburcht gelaveerd. Misschien was het wel een reactie van mijn onderbewustzijn om die brol niet te moeten eten!

Zoveel jaren later, met de familie en een vriendengroepje onder wie een broeder. Hij was een van mijn dikste vrienden ûin alle beteke- nissen van het woord û en u weet, zo’n 150 kilo moet je verdienen, elke dag. Zo geschiedde, behalve op kerstavond. We liepen door de straten van het oude Trastevere, op zoek naar een trattoria met klasse. Het verging ons die nacht zoals Jozef en Maria. Ofwel waren de etablissementen gesloten, ofwel mochten we er niet in omdat alles vooraf gereserveerd was. Als uitgehongerde zwervers dwaalden we uren rond. Toen we er ons al hadden bij neergelegd dat we zonder eten naar bed moesten, zagen we een meeneemkeet waar nog een lichtje brandde. Omdat we zo aandrongen en ik op mijn doetjes van kinderen wees, wou hij ons nog verkopen wat er overbleef: een paar stukken vettige kip, wat koude groenten, pastarestjes, zeven ansjovisjes, enkele hompen brood, wat brokkelkaas en een tweeliterfles goedkope wijn. Dat hebben we toen, in onze kamer op de grond gezeten, tot de laatste morzel opgegeten. Als een driesterrenmenu. Het werd met de hap lekkerder!

En nu deze keer. Voor het vertrek wou ik absoluut een ‘vera’ houtgebakken pizza. Maar in de buurt van het Termini Stazione een pizzeria vinden, viel tegen. Bovendien word je met koffers in de hand gauw moe, en afgepeigerd maar te koppig om zonder pizza naar huis te gaan, stapte ik een Italiaanse fast-foodvariant binnen. PizzaDonald voor het gemak. Ik vroeg een kwart pizza en bestelde er uit pure frustratie een portie frieten bij en cola.

Toen de serveerster vroeg of ik ook mayonaise wou, heb ik û het is pijnlijk, maar ik beken û ‘ja’ gezegd.

Fred Brouwers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content