Grootouder zijn in 2011

Je agenda verzoenen met de opvang van de kleinkinderen. Hun sms-taal verstaan. Omgaan met het nieuw samengestelde gezin van de ouders... Grootouder zijn is vandaag niet simpel, maar waar vinden we hulp? Plus Magazine volgde een sessie ‘bijtanken voor grootouders’ en een les in een ‘grootoudersschool’.

We hebben vier echtparen uitgenodigd en ze zijn allemaal gekomen”, glunderen Hubert en Mia Brouns wanneer ze me binnenlaten. In hun appartement in Maaseik zijn ze de gastheren voor een avondje Bijtanken voor grootouders (*). Dit initiatief van de Gezinsbond doet denken aan een tupperwareparty, maar zonder commercie. Je nodigt kennissen uit om te praten en ervaringen te delen. De Gezinsbond stelt gratis een deskundige ter beschikking, die het gesprek leidt en adviezen geeft.

“Grootouders hebben vandaag twee levens”

Vanavond is orthopedagoge Sylvia Stieners de gespreksleidster. “Als je ziet hoe onze samenleving de voorbije twintig jaar is veranderd, is het niet verwonderlijk dat formules als deze succes kennen”, zegt ze. “De bomma of bompa die alle tijd heeft, bestaat niet meer. Als grootouder hebben we vandaag twee levens. Vaak werken we zelf nog, we hebben onze eigen drukke agenda, we doen aan vrijwilligerswerk, we sporten en we gaan graag op reis. Aan de andere kant zijn we dol op onze kleinkinderen en willen we ook onze kinderen zoveel mogelijk helpen. Dus proberen we die twee facetten van ons leven te verzoenen. Daarbij komen nog de typische fenomenen van de eenen-twintigste eeuw. Zo wonen onze kinderen niet noodzakelijk meer dicht bij ons in de buurt. Hun relaties zijn niet altijd even stabiel. Verder begrijpen we de sms-taal van onze kleinkinderen niet altijd. Soms wordt van ons verwacht dat we ze helpen bij schoolvakken die we zelf nooit gekregen hebben. Niet te verwonderen dat we een houvast zoeken en snakken naar goede adviezen...”

Rond de tafel, de lekkere koffie en de versnaperingen zie ik tien groot-ouders. Hun leeftijden variëren van 61 tot 75 jaar. Samen zijn ze goed voor 22 kleinkinderen (het jongste één maand oud, het oudste 20 jaar). Eén kenmerk hebben ze in ieder geval gemeen: allemaal zijn ze supergemotiveerd en gaan ze honderd percent voor hun grootouderrol.

“Je kunt niet alles oplossen”

De gespreksleidster laat tekeningen rondgaan die situaties van grootouders met kleinkinderen afbeelden en ze werpt ook een aantal stellingen in de groep. Vrijwel meteen komen de reacties los. “Ik ben blij dat niemand me ziet wanneer ik op handen en voeten over de vloer kruip met mijn kleinkind op mijn rug”, lacht een deelneemster. Iemand anders zegt tevreden: “Ik geniet als mijn kleindochter aan de schoolpoort al van ver luid naar me roept: opa, wat eten we vandaag?”

In de discussie tekent zich ook snel een consensus af rond de volgende vaststellingen:

We luisteren veel meer naar onze kleinkinderen dan indertijd naar onze eigen kinderen.

Dankzij onze kleinkinderen blijven we bij (computerprogramma’s, jongerentaal...).

We kunnen niet alle problemen oplossen en we moeten dat evenmin willen. Misschien lukt dat nog wel met de praktische problemen van kleinkinderen van vijf jaar, maar zeker niet met de moeilijkheden van pubers. Dat blijft op de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de ouders.

Verwennen doen we automatisch.

We letten er angstvallig op dat we voor elk kleinkind even veel doen.

In principe zetten we ons eigen leven nooit opzij voor de kleinkinderen, maar in de praktijk doen we dat vaak wél omdat we ze zo graag zien.

Bij discussies moeten we veel voorzichtiger zijn met een schoonkind dan met een eigen kind.

Het is verbijsterend wat kleinkinderen ons vertellen over geweld en pestgedrag op school.

Televisie en internet maken kinderen vandaag vroeger rijp. Het is soms schokkend hoeveel ze al over seks weten, maar dat moeten we aanvaarden.

“Naar de rechter? Dat is een stap te ver”

Na een pauze mag ieder koppel een probleem aankaarten (lees in dit verband de getuigenissen). De pedagoge geeft tips en adviezen – met de hulp van de rest van het gezelschap. Vervolgens kaart ze een paar situaties aan die vandaag voorkomen. Grootouders die hun kleinkinderen nooit meer zien wegens de vechtscheiding van de ouders. De alleenstaande grootouder die het financieel niet kan opbrengen even veel voor zijn/haar kleinkind te kopen als de andere grootouders.

De aanwezigen prijzen zich gelukkig dat ze dit zelf nog nooit hebben meegemaakt. Niemand van de koppels vraagt een tussenkomst in hun kosten voor de opvang, maar nu en dan een cadeautje (zoals bioscooptickets) is zeer welkom. Evenmin zou iemand eraan denken naar de rechter te stappen om bezoekrecht af te dwingen. “Dat gaat te ver”, klinkt het unaniem. “Dan dwing je je kleinkinderen tot een bezoek dat ze misschien niet willen. Al het spontane is dan zoek”. De gespreksleidster sluit zich daarbij aan: “Plaats bij een vechtscheiding kleinkinderen nooit tussen twee vuren, maar houd de communicatie open. Al is het maar met een verjaardagskaart of een nieuwjaarswens.”

Iedere deelnemer krijgt als afsluiter een chocoladecupje en wordtgevraagd bij het opeten na te denken over hoe de avond gesmaakt heeft. Iemand zegt: “Dit was een stoofpotje. Ik laat het sudderen en bezinken om het achteraf te gebruiken”. Overal knikken hoofden instemmend.

(*) Bijtanken voor grootouders: wilt u zelf een avond bij u thuis organiseren, neem dan contact met Hanna De Smet van de Gezinsbond. Via e-mail: bijtanken@gezinsbond.be of telefonisch: tel. 02 507 88 93.

Ludo Hugaerts – foto’s: Frederik Weekx

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content