Groen graag, maar niet eender waar

In deze periode wordt de tuin klaargemaakt voor het volgende jaar en nieuwe aanplantingen zijn altijd mooi. Gezond. En groen. Maar zou u niet beter eerst weten waar u mag planten? En hoe ver u mag gaan?

Uiteraard hebben we het hier niet alleen over nieuwe aanplantingen. Ook bestaande bomen, hagen en struiken kunnen voor problemen zorgen. Ergert u zich nooit aan de afgevallen bladeren of overhangende takken van de bomen van uw buurman? Vindt u nooit dat hij ook wel eens de gemene haag mag snoeien? Of dat hij zijn nieuwe fruitbomen te dicht bij de scheiding heeft geplant? In dit artikel bekijken we in detail wat het Veldwetboek daarover te vertellen heeft. Maar we houden hierbij wel altijd in het achterhoofd dat een goede buur altijd beter is dan een verre vriend...

Wetten en gebruiken

U mag niet zomaar een haag of een boom planten in uw tuin. U moet een bepaalde afstand houden van de tuin van uw buurman. De reden ligt voor de hand: hoog groeiende gewassen kunnen hinder veroorzaken en de wortels kunnen doorschieten. Het gezond verstand zegt dus: hoe hoger het gewas, hoe verder u afstand moet houden van de scheidingslijn.

De wettelijke regels vindt u in het Veldwetboek van 7 oktober 1886. Zo moeten bijvoorbeeld hoogstammige bomen op twee meter afstand van de perceelsgrens staan. Laagstammige bomen, hagen en struiken mogen dichter bij de buren: zij moeten maar op 50 centimeter van de grens staan.

Voor alle duidelijkheid: dit zijn de wettelijke bepalingen. Ze gelden zowel op het platteland als in de stad. Maar er zijn ook gebruiken die een rol spelen. Elke streek heeft immers haar eigen gewoontes die door de jaren heen ontstaan zijn. Als ze lang genoeg in ere worden gehouden, worden het in juridische taal ‘gebruiken’ en û niet onbelangrijk! û deze gebruiken krijgen voorrang op de algemene regels in het Veldwetboek!

Zo is het best mogelijk dat in uw streek de afstand van hoge bomen tot de scheidingsmuur geen 2 meter moet bedragen maar minder, of meer. Alle nuttige informatie hierover krijgt u op de griffie van het vredegerecht. Daar worden deze gebruiken, als er zijn, bijgehouden. Deze informatie is kosteloos. U vindt het vredegerecht dat bevoegd is voor uw gemeente op het internet: www.juridat.be (klik op ’territoriale bevoegdheid’).

Heesters, struiken en levende hagen

Veel tuinen worden van elkaar gescheiden door een haag, waarmee een afsluiting wordt bedoeld die gevormd wordt door levende planten. Net als heesters en struiken, mag u levende hagen planten op een halve meter van de scheidingslijn tussen twee erven. Dus ook tussen uw tuin en die van uw buurman.

Een niet-gemene haag

Plant u een haag in uw tuin op ten minste 50 centimeter van de scheidingslijn, dan is die haag uw eigendom. Juridisch heet dit een niet-gemene levende haag. Als u deze haag wilt snoeien dan hebt u volgende rechten en plichten:

u hebt het recht om de tuin van uw buurman te betreden om uw haag te korten, te snoeien en het snoeisel weg te halen. Maar let op: u mag de tuin van de buurman niet betreden in het bloeiseizoen, of zoals de wet zegt “niet tijdens de tijd dat de vruchten te velde staan”

als uw buurman zijn erf heeft afgesloten, mag u niet zomaar zijn tuin betreden. U moet hem toestemming vragen en hij heeft het recht u de plaats aan te wijzen waar u moet stappen

als de buurman weigert, dan mag u volgens de wet zijn erf toch betreden op de minst beschadigbare plaats en behoudens vergoeding van de veroorzaakte schade. Vanzelfsprekend raden wij u aan, dit recht pas in laatste instantie en met redelijkheid uit te oefenen. Er zijn al voor minder erge zaken jarenlange burenvetes ontstaan...

Een gemene haag

Staat een haag op de scheidingslijn, dan is het een gemene haag en moet elke buur ze aan zijn kant en voor de helft snoeien. In dit geval is het aan te raden, op voorhand met uw buur af te spreken wie welk gedeelte van de haag snoeit en tot welke hoogte. Dit om te vermijden dat u plots moet vaststellen dat uw buur de gemene haag veel te enthousiast gekortwiekt heeft. Op het vredegerecht vindt u de gebruiken die voorschrijven welk de minimumhoogte is voor elk soort haag.

Bomen

Zeker bij het planten van bomen moeten bepaalde regels in acht genomen worden. De afstand tot de perceelsgrens die moet gerespecteerd worden, is afhankelijk van de bomen die u plant. Het Veldwetboek maakt een onderscheid tussen hoogstammige en laagstammige bomen. Hoogstammige bomen kunnen de buren meer schade berokkenen, niet alleen door hun schaduw maar ook door de wortelvorming. Maar het verschil tussen een kleine en een grote boom is een feitenkwestie. Een boom die van nature hoogstammig is, kan immers als laagstammig beschouwd worden voor zover hij gedurende heel zijn ontwikkeling kort wordt gehouden en tot maximaal 2,5 tot 3 meter uitgroeit. Het staat echter hoe dan ook buiten discussie dat bomen van meer dan 3 meter als hoogstammig moeten worden beschouwd.

Over het begrip ‘hoogstammige bomen’ bestaat veel discussie en bij twijfel is het de vrederechter die de knoop moet doorhakken. Hij zal elk geval concreet bekijken en elke vrederechter heeft zo zijn eigen mening. Algemeen zijn volgende factoren determinerend: de plantontwikkeling op het ogenblik van de vordering, de normaal te verwachten ontwikkeling bij volle wasdom, meer in het bijzonder de te verwachten omvang van de lastverwekkende eigenschappen zoals daar zijn: de hoogte, de kroonvorming en wortelvorming.

Deze elementen worden in grote mate beïnvloed door de plantwijze en de opgedrongen ontwikkeling. In bepaalde gevallen is het dus belangrijk de plantwijze van de boom te kennen, onder meer of hij al dan niet in haagvorm is geplant.

TIP Loop bij twijfel even langs bij de griffie van het vredegerecht van uw streek waar u meer informatie kunt krijgen over de plaatselijke regels en gebruiken. Wat de afstand betreft gelden volgende regels.

Hoogstammige bomen

(eik, kastanje, beuk,...) moet u plaatsen op een bepaalde afstand van de scheidingslijn van uw erf met dat van de buurman. Deze afstand wordt bepaald door de plaatselijke gebruiken in uw streek. Op de griffie van het vredegerecht van uw kanton kunt u die afstanden opvragen. Als er geen gebruik bestaat dan geldt de plantafstand, bepaald in het veldwetboek en dat is voor hoogstammige bomen 2 meter.

Laagstammige bomen

(haagbeuk van 3,5 meter of minder hoog, heesters, seringen,...) mogen tot op een halve meter van de scheidingslijn geplaatst worden.

Fruitbomen als leibomen

Alle soorten fruitbomen mogen als leibomen (dit zijn tegen een muur of schutting geleide bomen) aan elke kant van de gemene muur geplant worden zonder dat een afstand in acht wordt genomen. Ze mogen dus tegen de muur geplaatst worden. Gaat het om een private (dus geen gemene) muur, dan mag de eigenaar van de muur de leibomen tegen zijn muur planten. Als de buurman leibomen wil planten moet hij op 50 cm. van de muur van de buur blijven. De leibomen mogen niet hoger dan de scheidingsmuur komen. De afstand van de scheidingslijn tot de boom moet gemeten worden vanaf het centrum van de stam (het plantgat) tot aan de scheidingslijn van de erven. n

A Guy Kerstens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content