Griezelen in SINT-TRUIDEN

Ook Sint-Truiden ontsnapt niet aan de Halloweengekte in oktober. Alleen heeft dit evenement hier misschien meer bestaansrecht. Want waar elders vind je zombies in een begijnhof en een moordende valkuil in een café? Loop mee met onze griezelwandeling!

W e hebben beleefd hoe op een bepaald ogenblik dramatische dingen gebeurden in deze toren waarbij stromen bloed vergoten werden!”

Deze zinnen komen uit een kroniek over het jaar 1085. De plaats waar al dat bloed stroomde, staat er nog steeds. Het is de toren van de vroegere Sint-Trudoabdij in Sint-Truiden. Al heel zijn bestaan lijkt hij verdoemd. Nog in 1975 werd hij geteisterd door een brand en in 1992 door een ontploffing. Neem de tijd om hem te bekijken vanop het grasplein achter de toren: hij is het voornaamste overblijfsel van de machtige middeleeuwse abdij en doet onwillekeurig denken aan de abdijtoren uit De Naam van de Roos. Als u niet opziet tegen de 108 trappen, kunt u ook naar boven klimmen voor een uitzicht op het Limburgse fruitstadje.

Sint-Truiden is lang niet de enige stad met gruwellegendes, maar ze maakt er wel een (bescheiden) toeristische attractie van. Uw beste hulpmiddel voor onze griezeltocht is de Trudo Wandelgids. Als u die volgt, maakt u een stadswandeling en komt u tegelijk langs tal van gruwelplekken (reken op 2 uur, met mogelijke verkortingen).

We vertrekken op het Marktplein, op één na het grootste van België. De winkelpanden en horecazaken rond het plein zijn lang niet alle historische parels, maar het mooi gerestaureerde, oranje stadhuis met de hallen is wél een juweeltje van sierlijkheid.

De route brengt ons eerst langs de al beschreven verdoemde toren en leidt ons dan met een lus langs het station naar de Minderbroederskerk (let op: alleen open in de voormiddag). Overwin hier uw aarzeling en loop naar het hoofdaltaar. Via een doorgang aan de zijkant komt u achter het altaar in een kapel. Een trap leidt naar een crypte. Hier wordt de herinnering levendig gehouden aan Belgische franciscanen die tussen 1900 en 1931 in China gefolterd en vermoord werden. Als stille getuigen ziet u een afgehakt vingerkootje, flesjes met zand dat hun bloed bevat, de bullenpees die hun lichaam openreet en de kist van martelaar Victorien Delbrouck.

Zombies in het begijnhof

U zult blij zijn als u weer in de open lucht bent en een heel eind flink door kunt stappen tot aan het Sint-Agnesbegijnhof, dat dit jaar zijn 750-jarig bestaan viert. De vroegere begijnhofkerk vormt zonder twijfel het mooiste monument van de stad. Het heeft romaanse en gotische elementen en is nu een museum voor religieuze kunst.

Kijk ook goed naar de buxustuin aan de buitenkant van de kerk. Daartussen zijn taxushagen in de vorm van een kruis aangeplant. U loopt hier over het vroegere begijnenkerkhof. Ooit was er een jonkvrouw die begijn was geworden omdat haar verloofde niet was teruggekeerd van een oorlog. Toen ze op een dag in de kerk aan het bidden was, zag ze haar ridder opeens door de muur komen en naast zich plaatsnemen. Haar liefde vlamde weer op. Toen de geliefden de kerk verlieten en over het kerkhof liepen, openden alle graven zich. De dode begijntjes verrezen en versperden krijsend de weg naar de poort. De ontrouwe begijn werd krankzinnig van angst en haar ridder viel dood aan haar voeten.

Tijd voor vrolijker zaken. Het gezellige café ’t Begijntje in een oud begijnenhuisje vraagt om een pauze. Het Torenhuisje van de vroegere opperbegijn is tot 7 december omgebouwd tot een infocentrum over de serie Katarakt.

Een kuil vol lijken

De wandeling brengt ons verder naar het stadspark. De kiosk aan de vijver oogt romantisch, maar toch wordt hier op Halloweenavond het verhaal van Suske de Poep en Voorvelleke opgevoerd. Dat zijn twee volkse figuren die niet ver van deze plek in oktober 1784 levend verbrand werden voor de ogen van de stad. Beiden waren kleine criminelen, al werd er gefluisterd dat ze Bokkenrijders waren en meeheulden met de duivel. Ze genoten de eer één van de laatste brandstapels in ons land te voeden.

Onze wandeling keert nu terug naar de Grote Markt. Op de hoek van het Heilig Hartplein en de Luikerstraat ziet u een 17de-eeuws huisje met kleurrijke luikjes. Volgens de legende stond hier eeuwen terug een herberg waarvan de eigenaar het gemunt had op rijke gasten. Hij slaagde er ongemerkt in ze hun beurs afhandig te maken, om ze nadien over een gecamoufleerde val te laten lopen. Ze vielen in een zeer diepe kuil waar ze droevig aan hun einde kwamen, terwijl andere gasten ver boven hun hoofd zaten te eten en te drinken.

Doden op de kerkvloer

Vlakbij dit moordhuisje staat de Onze-Lieve-Vrouwkerk, het eindpunt van de wandeling. Hier moet u de zware sfeer aan het vroegere hoofdaltaar in het koor tot u laten doordringen. Net als in het Verona van Romeo en Julia streden twee families in het middeleeuwse Sint-Truiden om de macht. In mei 1311 raakten gewapende leden van beide clans aan het altaar slaags met elkaar. Het bloed spoot aan alle kanten en op de kerkvloer bleven twee doden en twee zwaargewonden achter.

Gelukkig is de Grote Markt met haar cafés en terrasjes vlakbij. Bij een glas Bink of Adelardus Tripel zal het bestaan u plotseling veel lichter lijken... n

Ludo Hugaerts – foto’s: Bart Degrande

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content