Grenzeloos fietsen in het Maasland

Fietsen van Maasdorpje tot Maasdorpje, langs verkeersvrije paden en dijken, is een zalige belevenis. Haasje over tussen Belgisch en Nederlands Limburg, volgen we twee lussen via de fietsknooppunten.

De eerste dag fietsen we een lus langs de noordelijke dorpen van de Maasvallei. Ons startpunt: de parking van Maascentrum De Wissen in Dilsen-Stokkem. Een brede dijkweg leidt ons de eerste kilometers langs een afgesloten Maasarm. Weiden omzoomd met populieren en knotwilgen strekken zich als groene lopers uit tot aan de horizon. Met de wind in de rug rollen we Maaseik binnen. Dit 600 jaar oude stadje is het cul- turele hart van het Maasland. Het historische centrum is een levend architectuurmuseum door de afwisseling van gevels in Maaslandse renaissance, barok, rococo en neoklassieke stijl.

Verderop wacht een nieuwe verrassing: het piepkleine dorpje Aldeneik wordt helemaal ingepalmd door een wijndomein. Duizenden wijnstokken staan strak in het gelid op een helling langs de stroom. De mineraalrijke kiezel- en grindgronden vormen een uitstekende bodem voor wijnbouw.

Wit uit armoede

Ter hoogte van Ophoven nemen we het veerpontje dat ons over de Maas naar Nederland brengt. We kruisen een oude molen, een jachthaven en een reusachtige sluis. Via perfecte fietspaden trappen we in een ruk tot het witte stadje Thorn. Tussen spierwitte gevels banen we ons een weg over de met maaskeien geplaveide straatjes. Een klooster met adellijke zusters regeerde eeuwen over Thorn, totdat de Fransen in 1794 een einde maakten aan het vrouwenbolwerk. Ze verkochten de eigendommen en hieven een taks op de omvang van de ramen. Het ontbrak de bewoners aan geld en dus metselden ze vele ramen dicht. Om hun huizen aantrekkelijk te houden smeerden ze de gevels in met witte kalk. Destijds ontstaan uit armoede, zijn die witte gevels nu een toeristische trekpleister geworden.

De terrasjes zijn te verleidelijk om eraan te weerstaan. De korte onderbreking doet deugt. Met frisse kracht laten we de trappers weer ronddraai- en. Ter hoogte van Kessenich fietsen we weer op Belgische bodem. We rijden een eind terug over de heenweg om via een bruggetje opnieuw in Nederlands Limburg te belanden. Over brede, stressvrije fietspaden gaat het door de dorpjes Grevenbicht en Obicht. In Berg nemen we het veerpontje over de Maas en dan is het maar een paar kilometer meer terug naar ons vertrekpunt.

Schitterend vergezicht

De volgende morgen zijn we vroeg uit de veren voor onze tweede lus langs de zuidelijk gelegen Maasdorpen. We vertrekken in het schilderachtige Oud-Rekem, net ten noorden van Lanaken, dat in 2008 werd uitgeroepen tot het mooiste dorp van Vlaanderen. Centraal ligt de Groenplaats met een perronzuil en de Sint-Pieterkerk. Van hieruit leiden kronkelende kasseistraatjes naar historische panden: een oud gerechtshof, een watermolen, enkele prachtige herenhuizen, het imposante waterkasteel d’Aspremont-Lynden, een gewelfde poort en een piepklein pleintje waar de tijd stilstaat.

Het eerste dozijn kilometers na Oud-Rekem loopt over een jaagpad langs een kanaal (Zuid-Willemsvaart). Een leuk stuk om met forse pedaalbewegingen de spieren op te warmen. Uiteindelijk mondt het kanaal uit in een dok dat naar het Albertkanaal leidt. We steken de brug over en trappen verder langs de rechteroever.

Het vlakke land gaat langzaam over in een licht golvend landschap met beboste heuvels. De eerste helling komt eraan. Om onze soepele tred te behouden schakelen we een tandje lichter. Op de top van de heuvel wacht een schitterend vergezicht als beloning. Even drinken en op adem komen.

Provencegevoel

We laten ons naar beneden bollen richting Kanne. Links van de weg gapen holen, uitgedolven in de gele mergelsteen. Onder de grond ligt een heus labyrint van gangen en galerijen. We rijden haast ongemerkt Nederland binnen. Keurig zwart asfalt met netjes afgelijnde rode fietsstroken maakt ons rijplezier nog groter. Met het okergeel van Kasteel Neercanne, de wijnranken, de staalblauwe lucht lijkt het alsof we even door een stukje Provence fietsen.

We schuiven op naar Maastricht, rijden veilig door het oude stadscentrum en pikken dan de draad langs de Maas weer op. Over een oude dijkomwalling peddelen we in één ruk tot in Uikhoven. Het voetveer brengt ons naar de Belgische Maasoever en meteen tot aan de poort van Oud-Rekem. Moe? Helemaal niet. Tevreden? Dat zeker.

Tekst en foto’s Erwin Kennis

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content