Goeds uit de Jura

Wat als de bergen net niet hoog genoeg zijn? Dan trekken we langs meren, dompelen ons onder in weldoend water, proeven van smakelijke kazen, nippen aan de lekkerste wijnen en zetten ons horloge Zwitsers-precies.

Nooit beseft dat er zoveel variaties van rood, bruin, roest en geel bestonden. Bossen spannen zich nog een laatste maal in om met hun schoonheid te pronken. Het is herfst, en binnenkort zal de winter zich laten voelen. Ook hier, aan de oevers van het Meer van Neuchâtel, kan die serieus uithalen. En dus is het tijdens de laatste zomers aanvoelende stuiptrekkingen heerlijk toeven aan de oostkant van de Jura, de laatste zachte glooiingen voor de Alpen overnemen en met het stevigere bergwerk uitpakken.

Zwavelwater

Aan dat Meer van Neuchâtel ligt Yverdon-les-Bains. Een slaperig stadje dat zijn naam pas in 1981 met het achtervoegsel “les-Bains” bedacht. In de tijd van de Romeinen ontdekte men hier zwavel in de grond. En dat bleek ideaal voor de huid. Dus kwamen hier in de loop van de 18de eeuw thermen. We laten ons wellustig door het 38 graden warme water glijden, zweten ons te pletter in een van de sauna’s, laten onze knokkels los masseren en passeren – het is nodig – nog even langs de ‘espace beauté’.

‘Ludothermalisme’ noemen ze dat hier: gewoon genieten!

Het is alsof we weten dat we voor het overige gaan zondigen. Dat doen we – zonder tegenstribbelen – een eerste keer in de wijngaard van boer Guy Cousin, niet ver van Yverdon, in Concise. Tenminste, nadat we langs confiserie Schneider gepasseerd zijn en er de heerlijke “Bouchon Vaudois” geproefd hebben: chocolade met praliné en amandel, met het uitzicht van een wijnfleskurk. Echte wijn proeven we dus bij Cousin. Met passie voor zijn vak maakt Guy Cousin hier vooral wijn van de Chasselas, dé druif van de regio. Moeilijk bij ons te krijgen, horen we, terwijl we zijn verschillende jaargangen en cépages mogen proeven.

Na zoete chocolade en zoete wijn moet de Zwitserse kaas voor weerwerk zorgen. In het dorp Les Charbonnières lopen we – iet of wat wankel, wij nemen degustatie altijd heel ernstig – het Musée du Vacherin binnen. Die Vacherin, dat is de kaas der kazen in de Zwitserse Jura. Hier horen we hoe de koeien op het einde van de zomer terug naar het dal van de Vallée de Joux komen, en van hun melk heerlijke Vacherin Mont d’Or gefabriceerd wordt. De kaas rijpt op houten planken en wordt dan in een fijn dennenhouten doosje gestockeerd. “Bewaar hem maximaal twee weken in de koelkast. En stop hem in de oven, zo kunt u hem heerlijk pruttelend opeten, met een aardappel”, krijgen we nog mee als culinair advies. De Zwitsers, ze weten echt wel wat kaas maken is.

Watch Valley

En ze weten ook hoe ze horloges moeten maken! Met een maag vol Vacherin lopen we het museum van Audemars Piguet binnen.

Vroeger werd de Vallée de Joux wel eens de ‘Watch Valley’ genoemd. Terecht: hier vinden we de grotere jongens van de Zwitserse horlogerie. Denk aan Breitling, Patek Philippe, TAG Heuer. En dus ook Audemars Piguet, nog steeds in handen van beide oprichtende families. Met een meticuleuze precisie worden hier juweeltjes van horloges gemaakt. Wie een ‘Grande Complication’ wil kopen – goed voor 648 verschillende onderdelen, één per jaar wordt ervan geproduceerd – moet er wel zo’n 500.000 euro voor neertellen.

We vergeten de tijd als de weg zich verder naar boven slingert, richting bucolisch terras van La Bréguette. Een idyllische boerderij waar u tot laat in het najaar heerlijk kunt toeven. Rondom ons: weiden, koeien die hun laatste frisse lucht opsnuiven voor ze op winterreces gaan, loofbomen die hun vurigste rode bladeren proberen te behouden.

Eigenaar Philippe Guignard – een zakenman met restaurants tot in Dubai – serveert ons een ‘croûte de la Bréguette’ en een glas Chasselas. Meer hoeft dat niet te zijn...

Aart De Zitter – Foto’s: Zwitserland Toerisme

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content