Gezocht: vervanggrootouders

Nog nooit is het aantal kinderen dat moet opgroeien zonder grootouders zo groot geweest als vandaag. Daarom begint het idee van vervanggrootouders of pleeggrootouders ook bij ons te rijpen. Maar is het ook een goed idee?

Misschien hebt u het geluk dat u uw kleinkind(eren) vaak kunt knuffelen en helpen, maar er zijn in ons land tienduizenden grootouders die dat geluk niet kennen.

Aan de ene kant heb je vijftigplussers die geen kleinkinderen hebben en toch dolgraag de rol van grootouder op zich zouden willen nemen. Anderen willen hulp bieden aan kinderen die het nodig hebben. Nog anderen hebben wel kleinkinderen, maar hebben er geen contact mee omwille van een ruzie in de familie of een vechtscheiding. Je hebt ook koppels die zelf nooit kinderen hebben gehad en nu een tweede rouwproces doormaken omdat hun vrienden wel opa en oma geworden zijn.

Daartegenover staan de tienduizenden kinderen en baby’s die moeten opgroeien zonder grootouders. Omdat hun grootouders overleden zijn, in een ver buitenland wonen of gewoon geen contact wensen. Of nog omdat ze kind zijn van een alleenstaande ouder (zoals Marisa in het getuigenis dat u elders leest). Daarnaast heb je de schrijnende situatie van grootouders die getroffen zijn door een ziekte die een normaal contact onmogelijk maakt.

“De vraag is heel groot”

Zou het niet geweldig zijn als de ene groep de andere zou vinden? Dat je vervanggrootouder kon worden, zoals er nu al pleegouders en steungezinnen bestaan? Het idee van vervanggrootouders of pleeggrootouders begint in elk geval ook bij ons te leven. “Let wel: officieel bestaat deze formule nog niet. Geen enkele regelgeving kent de term vervanggrootouders”, zegt Conny Ielegems. Deze gezinswetenschapster wil initiatieven in ons land helpen lanceren. In juni van dit jaar studeerde ze af met een proefschrift over het onderwerp – het eerste in ons land. “In de gesloten samenleving van vroeger was er altijd iemand in de familie of omgeving die de rol van vervanggrootouder op zich nam. Vandaag niet meer, maar tijdens mijn onderzoek heb ik vastgesteld dat de vraag naar vervanggrootouders onderhuids leeft en nu nog veel groter is dan vroeger. Dat heeft vooral te maken met het verwateren van de klassieke familie, maar ook met andere factoren. Ik werk zelf in de zorg en ben bijvoorbeeld geschrokken van het aantal grootouders in de psychiatrie die mentaal geen contact met hun kleinkinderen meer kunnen hebben.”

Een win-winsituatie?

De term win-winsituatie is al vaak misbruikt. In het geval van vervanggrootouders lijkt hij echter op zijn plaats. Conny Ielegems: “Kandidaat-vervanggrootouders kunnen weer zin geven aan hun leven en hun levenservaring, geduld, relativeringsvermogen en belangeloze liefde inzetten. De ouder(s) krijgen steun in de opvoeding en hulp bij de opvang. De kleinkinderen kunnen terecht in een warm nest wanneer er thuis conflicten zijn. Net als alle grootouders kunnen vervanggrootouders in de puberteit bruggenbouwers worden tussen de kinderen en de ouder(s).”

Om de formule in de toekomst tot een succes te maken moeten wel een aantal voorwaarden vervuld zijn, meent de gezinswetenschapster.

Wanneer kan het lukken?

De kandidaat-grootouders en de ouders moeten redelijk overeenkomen qua opleidingsniveau, culturele interesses, gewoontes en levenswijze.

Het kleinkind of de kleinkinderen zijn best nog jong, liefst zelfs nog baby.

Er moet een neutrale en bemiddelende instantie komen die kandidaat-vervanggrootouders en ouders met elkaar in contact brengt en kennis laat maken op een neutrale plek. Die rol kan weggelegd zijn voor een vzw, de seniorenconsulent van de gemeente, een ouderenorganisatie of zelfs Kind & Gezin. Zoals dat nu voor pleeggezinnen gebeurt, kan de bemiddelende partij de kandidaat-grootouders en de ouder(s) screenen om malafide bedoelingen zo veel mogelijk uit te sluiten.

Wanneer het klikt tussen de ouder(s) en de vervanggrootouders moeten ze gesprekken voeren over elkaars motieven en concrete afspraken maken. Die afspraken worden best op papier gezet in een soort van informeel contract.

Beide partijen moeten geven en nemen. De vervanggrootouders helpen en steunen de ouders en hun nieuwe kleinkinderen, maar omgekeerd moeten ouders ook de vervanggrootouders helpen in geval van ziekte of bij bepaalde klussen.

Het kan ook mislukken

Toch mogen we niet blind zijn voor de valkuilen die op de loer liggen. Zelfs met de beste bedoelingen kan het, net als in pleeggezinnen, goed fout gaan. Na verloop van tijd kunnen er problemen opduiken in de relatie tussen de ouders en de vervanggrootouders of tussen de laatstgenoemden en het kind.

“Het zal misgaan wanneer de vervanggrootouders de omgang met hun pleegkleinkinderen vooral zien als een remedie tegen de eigen eenzaamheid”, meent Conny Ielegems. “Of als er bij één van de partijen een verborgen financiële agenda meespeelt. Of nog wanneer de vervanggrootouders de kleinkinderen overladen met cadeaus terwijl de ouders financieel niet kunnen volgen. Het kan ook zijn dat de karakters na een tijdje gaan botsen of dat de ouders of vervanggrootouders te veel beslag op elkaar leggen. Er kan eveneens een conflict ontstaan met de eigen kinderen van de vervanggrootouders. Ze kunnen jaloers worden of schrik krijgen voor hun erfenis. Maar die kans op mislukking hoeft niemand af te schrikken. Ook in de relatie tussen biologische grootouders-ouders-kleinkinderen zijn kortsluitingen niet zeldzaam.”

Hoe vind je elkaar?

Op dit moment bestaat er in België nog geen enkele officiële of niet-officiële instantie die kandidaat-vervanggrootouders en kandidaat-pleegkleinkinderen met elkaar matcht, zoals dat wel het geval is voor adoptie en pleegzorg. Nergens ter wereld trouwens. In de VS bestaat er wel Rent-A-Grandparent, maar dat is vooral een systeem waarbij grootouders probleemgezinnen kunnen steunen.

Voorlopig moeten kandidaat-vervanggrootouders en ouders die voor hun kind(eren) vervanggrootouders zoeken, zelf op zoek gaan naar elkaar via informele contacten, internetfora, Facebook en andere sociale media.

“Het idee moet rijpen en in de eerste plaats bekendheid krijgen”, zegt de gezinswetenschapster. Toch speelt Conny Ielegems al met het idee zelf een bemiddelende vzw op te richten(*). Ze heeft daar een heel persoonlijke reden voor. Destijds trouwde ze met een Egyptische immigrant. Haar ouders hebben nooit van die relatie willen weten en hierdoor hebben haar kinderen nooit grootouders gekend.

(*) Geïnteresseerde kandidaten kunnen contact opnemen met Conny Ielegems via e-mail: connyielegems@hotmail.com.

Ludo Hugaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content