Gezapig tuffen tussen het Haspengouwse fruit

Het is een warme dag september. Met een elektrisch golfwagentje rijden we in een holle weg tussen boomgaarden vol rijpe appels en peren. Plus Magazine proefde de nieuwe trend in Haspengouw: het oogsttoerisme.

Het elektrische golfkarretje staat voor ons klaar aan de landcommanderij Alden Biesen in Bilzen. We krijgen uitleg over de bediening (heel simpel) en een album met een gedetailleerde beschrijving van drie routes. We kiezen voor de fruitroute, een traject van twee uur (haltes niet meegerekend) met mogelijke inkortingen en routecombinaties.

Het eerste stuk gaat wat aarzelend over de openbare weg. Net als de andere weggebruikers moeten we gewoon worden aan ons traag tuffend (maximum 25 km per uur) vervoermiddel. Maar algauw stuurt de route ons een aarden veldweg op en begint het genieten. Het weer is zonnig en warm en we voelen ons als keizers in een milieuvriendelijke cabrio.

Nog wat later loodst de route ons tussen de eerste laagstamplantages. De appels en peren ogen oogstrijp. Hoge stapels bakken staan te wachten op de plukkers. De mooiste stukken van de route lopen tussen boomgaarden die zich over glooiende heuvels uitstrekken. Veldwegen wisselen af met autoluwe asfaltweggetjes. In een holle weg stoppen we aan een kapelletje om te picknicken. Met gratis vogelgezang als muzikaal decor.

De druiven rijpen

De tochten met golfwagentjes vormen maar een van de attracties van het nieuwe oogsttoerisme in de fruit- streek van Zuid-Limburg (Haspengouw). De streek startte jaren geleden met bloesemtoerisme, maar is daar intussen ook het slachtoffer van geworden. In de bloesemtijd eind april worden de stille wegen overrompeld door wandelaars en fietsers.

Door nu ook leuke belevenissen aan te bieden in de oogsttijd hoopt men de belangstelling te spreiden over april en de nazomer. De oogsttijd loopt van eind augustus tot half oktober – peren worden eerder geplukt dan appels. In die periode kunt u de oogstsfeer opsnuiven: van hapjes in een fruitlounge tot avondwandelingen in verlichte boomgaarden, van rondleidingen op teeltbedrijven (inclusief de pluk) tot rondritten met een retro Volkswagenbusje.

Er rijpen trouwens niet alleen appels en peren. Met ons golfwagentje maken we een zijsprong naar het bekende wijnkasteel Genoelselderen in Riemst. Wanneer hier de druiven rijpen in de wijngaarden, waan je je zonder moeite in de Médoc. In de derde week van september worden gewoonlijk de druiven voor de mousserende wijnen geplukt, half oktober de vruchten voor de stille wijnen. In de onthaalruimte drinken we een glaasje bubbels, maar flessen kopen is moeilijker. De interesse voor Belgische wijn is de jongste jaren zo groot geworden dat een domein als Genoelselderen (20.000 bezoekers per jaar) de vraag niet meer kan volgen.

Stroopwafels met stoom

Wanneer we de wagentjes weer hebben ingeleverd in Alden Biesen, beslissen we de dag af te ronden in Borgloon. In het centrum van het fruit- stadje worden we verwelkomd door gevels die versierd zijn met zelfgemaakte fruitstillevens. De bewoners willen hiermee sfeer scheppen voor de jaarlijkse feesten het derde weekend van september. Het ene jaar staan die feesten in het teken van hardfruit, het andere jaar in het teken van wijn. En iedereen wil zo creatief mogelijk uitpakken.

In de Stoomstroopfabriek zorgt de nieuwe oogst altijd voor drukte. Raf Bleus is al de zesde generatie van zijn familie die hier stroop maakt in koperen ketels. De energie wordt geleverd door stoom en het hele werk gebeurt nog met de handen. De tradi- tionele stroop bestaat uit 40% appels, 40% peren en 20% suikerbieten, maar het productengamma telt nog 13 andere stroopvariëteiten.

Alles is te koop in het vlakbij gelegen streekproductencentrum. En het is onmogelijk niet te bezwijken voor de stroopwafels die hier vers voor uw ogen worden gemaakt.

Ludo Hugaerts – Foto’s Bart Degrande