Gepeperde rekening

We hebben het vaak over de post-covidperiode. De pandemie heeft dan ook heel wat veranderd in ons leven. Op economisch vlak is de Europese Unie zich bewust geworden dat ze voor vitale sectoren, zoals geneesmiddelen en halfgeleiders – elektronische chips, zeg maar – te afhankelijk is van het buitenland. Niet minder dan 50 miljard euro werd op tafel gelegd om die laatste sector een boost te geven.

Sinds 24 februari – de oorlog in Oekraïne – staan we voor alweer nieuwe uitdagingen. Net als in 1939 werd Europa, pacifistisch en naïef, verlamd wakker. Maar deze keer heeft het oude continent verbazingwekkend snel een front gevormd. Op militair vlak herrijst de Navo. Op financieel vlak werden de meeste Russische banken uit het internationale betalingssysteem Swift geweerd, een sanctie die insloeg als een atoombom. Op economisch vlak zijn een aantal rabiate tegenstanders van kernenergie bereid om er opnieuw over te praten. Europa is immers ook op een ander vlak erg afhankelijk: een kwart van haar stookolie en 40% van haar gas komen uit Rusland. Bovendien zijn we al lang afhankelijk van China voor de materialen die nodig zijn om hernieuwbare energie te produceren. Een gebrek aan een langetermijnvisie? Een te groot vertrouwen in de rest van de wereld? Het is bruusk ontwaken, zowel voor de chips, als voor het gas. En dan zijn er nog de andere materialen, waarvan de prijzen enorm zijn gestegen.

Deze keer is de energietransitie niet meer louter ecologisch, maar ook strategisch.

Meer dan de na covid, zal het post-Oekraïne tijdperk de Europese burger raken in zijn dagelijks leven. En dan hebben we het niet enkel over lange levertijden voor auto’s, maar ook over grote prijsstijgingen, van de pomp tot bij de bakker. De energieprijzen zullen hoog blijven, daar twijfelt sinds eind februari niemand meer aan. Kunnen de prijzen van stookolie en gas dan niet snel weer dalen? Dat kan. Dat hebben we gezien in 2008, toen een vat ruwe olie in juni 134 dollar kostte, en in december al terug naar 41 dollar was gezakt.

Maar deze keer draait het niet enkel om de economische conjunctuur. Europa heeft snel beslist dat, hoe de oorlog in Oekraï- ne ook afloopt, dit continent komaf moet maken met zijn te grote afhankelijkheid van Rusland. Veel te gevaarlijk. De energietransitie moet dus nog sneller. We wisten dat die veel geld zou gaan kosten, maar ze zal nog veel duurder zijn. Het draait immers niet meer om het milieu alleen. De energietransitie is ook een strategische bekommernis geworden. Duurdere energie is de prijs die we zullen moeten betalen als we niet het risico willen lopen dat onze economie vastloopt of we onze huizen ’s winters niet verwarmd krijgen. Het algemeen belang zit hier op één lijn met het individueel belang: we moeten op een duurzame manier ons verbruik doen dalen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content