Gedreven door dromen

Op dit ogenblik trachten Dixie Dansercoer (49) en Sam Deltour (26) in 100 dagen, zonder enige hulp van buitenaf en ongemotoriseerd, een 6000 km lange tocht af te leggen op het Antarctische Plateau. Wat drijft iemand om telkens weer zijn grenzen af te tasten en in barre omstandigheden extreme prestaties neer te zetten? Het antwoord: passie!

Precies 100 jaar nadat Roald Amundsen als eerste mens de geografische Zuidpool bereikte, doen Dixie Dansercoer en Sam Deltour deze plek terug aan voor een expeditie van 6000 km, grotendeels door gebied waar nooit een mens een voet heeft gezet. Met de wind als derde partner trekken ze door een van de laatste onverkende stukjes van onze planeet.

Vier jaar geleden, tijdens de Belgica-expeditie, kreeg Dixie Dansercoer een kaart onder ogen waarop de katabatische winden op het plateau van Oost-Antarctica waren weergegeven. Deze valwinden zijn typisch langsheen hellingen van heuvels, bergen en plateaus. Het voordeel is dat ze steeds in dezelfde richting waaien. Op het Antarctisch plateau beschrijven ze een lus die langs de zuidpool leidt. Het idee om met behulp van kites (grote vliegers) dit lusvormige traject af te leggen, was geboren.

We ontmoeten Dixie na de voorstelling van de nieuwe expeditie, waarvoor ook quasi de voltallige families Dansercoer en Deltour naar Brussel zijn afgezakt. Ook Sam en Dixies echtgenote, Julie Brown, staan ons met plezier te woord.

Plus Magazine: Hoe bereid je je voor op zo’n extreme inspanning?

Dixie Dansercoer: Een kwart van de voorbereiding is fysiek: lopen, fietsen, kiten en een specifiek trainingsprogramma om spiermassa te kweken en onze rugspieren, die het hard te verduren krijgen, extra te trainen. Momenteel moeten we ook verder een vetreserve opbouwen, maar toch onze spiermassa behouden. In geen van beide mogen we te extreem gaan. Maar nog veel belangrijker is de mentale voorbereiding. Persoonlijk vind ik veel energie in yoga. Je moet ook je emoties onder controle hebben, leren om je goed te voelen in een omgeving die zeer extreem is.

En vanzelfsprekend kruipt er heel veel tijd en energie in de logistieke voorbereidingen waar zo’n 110 mensen bij betrokken zijn. Die moet je leiden als een bedrijfsleider. Noem het de keerzijde van de medaille, maar wel onontbeerlijk om een serieuze expeditie op te zetten.

Bij elke expeditie krijg je met onverwachte elementen te maken. Je kan toch nooit alles voorzien?

Als je van de platgetreden paden afwijkt en in het onbekende stapt, word je onvermijdelijk geconfronteerd met onverwachte dingen. Maar dat is precies mijn stimulans. Ik wil opnieuw naar onbekend en onontgonnen gebied op Oost-Antarctica trekken. Ik wil opnieuw een wit blad beschrijven. Natuurlijk kom je in extreme omstandigheden ook meer onverwachte dingen tegen die anderen misschien omschrijven als het (nood)lot. Die moet je leren aanvaarden. Je moet verder kijken dan het moment zelf. En wat je wel in de hand hebt, moet je sturen, richting geven en er vooral in blijven geloven.

Is dit niet een beetje het lot tarten?

Als je ergens al je passie in legt, dan bereik je je doel. Ik heb niet het gevoel dat ik met mijn expedities het lot tart. Ik probeer grenzen te verleggen, maar ken ook mijn eigen grenzen. Ik ben tijdens expedities zeer gedisciplineerd en verantwoordelijk. Wij doen geen onbezonnen dingen maar geloven er wel voor de volle 100 % in. Soms hebben we in het verleden ons doel niet bereikt. Dat is dan een ontgoocheling, maar geen mislukking. Als persoonlijke verrijking is elke expeditie geslaagd.

Voor het eerst gaat u op pad met iemand die een stuk jonger en minder ervaren is. Kijkt u daar anders tegenaan?

Neen, eigenlijk niet. Ik ken Sam al acht jaar en het is niet de eerste de beste. Ik leerde hem kennen tijdens een bergmarathon. Hij was toen 18. In 2010 behaalde hij in Alaska als jongste deelnemer de eindmeet van zowel de Yukon Quest als de Iditarod, de twee bekendste en meest tot de verbeelding sprekende sledehondenwedstrijden ter wereld. Koude en ijs zijn hem dus niet onbekend. We hebben er allebei het volste vertrouwen in!

Volgens uw familie wordt dit niet uw laatste expeditie. Hoe lang wil u nog doorgaan?

Je moet eerlijk zijn met jezelf. Ik heb geen zicht op de toekomst. Maar ik wil toch nog graag een goede tien jaar meedraaien op hoog niveau.

Wat blijft u drijven om zulke extreme dingen te doen?

Dixie Dansercoer: Ik wil mensen inspireren om elke droom om te zetten in een haalbare uitdaging. Zelfs in de moeilijkste omstandigheden moet je in je dromen blijven geloven. Om uitdagingen als deze aan te gaan heb je een mix van durf en passie nodig.

Echtgenote Julie Brown: Dixie en ik zijn zo overtuigd van de belangrijke plek die passie in ons leven inneemt dat we dat gevoel via de lezingen die we geven op zo veel mogelijk mensen willen overbrengen. De motivatie die passie oproept, dringt door in elk aspect van ons leven. We durven zelfs te stellen dat de macht van passie voor elk bedrijf een belangrijke bron van energie kan betekenen.

Dixie Dansercoer: Passie helpt ons te focussen op wat er moet gebeuren. Het geeft een boost. Helaas wordt deze emotie in onze maatschappij niet naar waarde geschat. We worden van jongs af aan geleerd om dit gevoel te onderdrukken. Passie geeft nochtans een eindeloze motivatie. Mensen die niet weten wat ze willen, dwalen doelloos door het leven. Passionele doeners vinden altijd hun weg.

Maar poolexpedities zijn toch zeer extreem...

Sam Deltour: De mens is niet gemaakt voor Antarctica, waar de zon op dit moment nooit ondergaat, de wind tot meer dan 300 km/uur haalt en de temperatuur tot -50°C en meer kan zakken. Dit vergt zeer veel discipline. Maar als je Dixie aan het werk ziet op Antarctica, dan wordt hij precies een dier dat zijn instinct volgt. Dixie is hier wél in zijn habitat.

Dixie Dansercoer: Op het ijs, omgeven door het grote niets, kom ik inderdaad dichter bij mijn instinct. Ik verlang soms echt naar die monotonie, ver weg van de drukte van de maatschappij. Ik beleef dan een mentale expeditie die ervoor zorgt dat ik één wordt met de natuur. Intuïtie wordt instinct.

Hoe verloopt een expeditiedag?

Heel wat minder avontuurlijk dan velen denken. Wij houden ons aan een zeer strikt schema: 50 minuten lopen of skiën, 10 minuten rusten en dat de hele dag, elke dag weer. Voor een ervaren poolreiziger wordt eentonigheid iets positiefs. De monotonie maakt het mogelijk om tijdens fysieke inspanningen te mediteren. Je lichaam blijft doorgaan, maar je gedachten zijn ergens heel anders. Wij genieten van eentonigheid.

De klassieke vraag: wat zult u het meest missen tijdens de tocht?

Natuurlijk mis ik de fysieke aanwezigheid van mijn gezin, familie en vrienden, maar met de moderne communicatiemiddelen blijven we wel in contact. Bovendien weet ik dat mijn echtgenote voor meer dan de volle 100 % achter me staat. En ook al besparen we op elke gram bagage, de rode sjaal die Julie me gaf en de knuffels van de vier kinderen, gaan altijd mee. Dat zijn mijn geluksbrengers.

Van kinderen gesproken: zijn ze even avontuurlijk als hun vader?

Mijn kinderen hoeven absoluut niet in mijn voetsporen te treden. Zij moeten hun eigen leven leiden.

Mijn grootste hoop is dat ze zullen durven dromen. En dat ik hen kan meegeven dat ze steeds in hun dromen moeten blijven geloven en er moeten voor gaan. Dat is waar ik zelf al mijn energie en levensvreugde uit put.

Als een van de kinderen in mijn voetsporen treedt, zal het Robin zijn, de jongste. Zij heeft al heel wat met Julie en mij meegereisd.

Dixie Dansercoer en Julie Brown hebben een eigen website: www.cirkles.cc

Leen Baekelandt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content