Gedoemd tot een pover rendement?

Begin september verraste de Europese Centrale Bank (ECB) ons alweer met een verlaging van zijn basisrentevoet, van 0,15% naar 0,05%. Of van bijna niets naar bijna helemaal niets, zou je kunnen stellen. Dat gaat de opbrengst (het woord is hier niet op zijn plaats, ik weet het) van spaarrekeningen niet opkrikken, tot grote wanhoop van de spaarders die uit zijn op zekerheid.

De spaarrekening, voor de meeste Belgen de basisspaarformule, biedt een aantal opmerkelijke zekerheden. In tegenstelling tot andere beleggingen – vastgoed inbegrepen – is er geen minderwaarde mogelijk. Je kan op elk moment aan je kapitaal, wat bij aandelen en obligaties niet altijd het geval is. En, kers op de taart, je geniet van een staatswaarborg tot €100.000, een geweldig voorrecht! “En dan zou je ook nog willen dat ze rendeert”, schertste een bankier onlangs.

Eigenlijk is dit maar deels een boutade: institutionele beleggers – pensioenfondsen en verzekeraars – nemen soms genoegen met negatieve intresten op een belegging die de reputatie heeft erg veilig te zijn. Dit is sinds 2012 al het geval voor obligaties op 2 jaar uitgegeven door Zwitserland. Wie zo’n obligatie koopt, betaalt omdat hij geld uitleent? In zekere zin wel ja, al lijkt dit waanzinnig. Maar eigenlijk betaal je vooral om je geld veilig onder te brengen, net zoals je betaalt om een kluis bij de bank te huren.

Laten we een kat een kat noemen: wat zekerheid biedt, brengt per definitie weinig op. En omgekeerd, moet je om een hoog rendement te halen, meer risico’s nemen. Maar nu ook weer niet gek veel. Kijk naar de beurs. Naast technologieaandelen, die soms in een achtbaan lijken te zitten, vind je er ook vastgoedwaarden – de vastgoedbevaks -, die tegenwoordig Gereglementeerde Vastgoedvennootschap (GVV) heten. Zij hebben niets van doen met spaarrekeningen, want hun koers kan dalen. En het zijn evenmin obligaties, want hun jaarlijks dividend kan ook dalen.

Daar weten Befimmo en Confinimmo, de twee belangrijkste vastgoedbevaks, alles van: sinds ze in 2007 een (euforisch) hoogtepunt bereikten, is hun koers respectievelijk 33% en 43% naar beneden getuimeld. En hun dividend is met zo goed als een derde gekrompen.

De slechtere economische conjunctuur heeft in haar kielzog ook de huurprijzen meegesleurd, zeker die van kantoren. Gaat het dan om erg risicovolle waarden? De meningen zijn verdeeld, maar niemand verwacht een catastrofe. Wat deze aandelen aantrekkelijk maakt, is hun hoge nettorendement: om en bij de 4% voor Befimmo en 4,5% voor Confinimmo. Een zeker risico nemen wordt beloond.

Zekerheid is duur of, correcter in deze context, brengt weinig op. Een universele wet die men wel eens durft te vergeten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content