Functionele voeding in het oog van de storm

Kunnen we onze slechte cholesterol echt verlagen door margarine met plantensterolen te eten in plaats van boter? Onze weerstand vergroten door bij het ontbijt een portie probiotische yoghurt te drinken? Er verschijnen steeds meer functionele voedingsmiddelen op de markt, die steeds sterker hun vele verdiensten roemen. Mogen we dit allemaal geloven?

Vetarme ham, margarine die de cholesterolspiegel doet dalen, sinaasappelsap met extra calcium enzovoort, enzoverder: nieuwe producten overspoelen de voedingsrekken in de supermarkt. De consument geraakt er soms zijn weg in kwijt! “De koppeling tussen voeding en gezondheid is nochtans van alle tijden”, weet professor Voedingsleer Nathalie Delzenne. “Hippocrates zei reeds: maak van uw voedsel uw medicijn.

De huidige wetenschappelijke benadering is echter wel nieuw. We weten nu bijvoorbeeld dat het interessant is om minder van bepaalde soorten vetten te gebruiken om gewicht te verliezen of het risico van hart- en vaatziekten te beperken. Dergelijke adviezen zijn bewezen en gegrond, zodat we ons voordeel kunnen doen met de vooruitgang van de wetenschap. De voeding krijgt dus een nieuwe dimensie en mikt op essentiële functies van het organisme.”

Een extra, geen noodzaak

Welke plaats verdienen deze producten in onze voeding? Moeten wij traditioneel voedsel door functioneel voedsel vervangen? Alleen met calcium verrijkte melk drinken? Nee zeggen tegen koekjes die niet met ijzer of vitamines verrijkt zijn?

“Functionele voedingsmiddelen zijn een antwoord op specifieke behoeften van bepaalde consumenten”, zegt Chris Moris, directeur-generaal van de Federatie van de Voedingsindustrie (FEVIA). “Ze zijn een luxe, geen noodzaak. De levensverwachting stijgt, de belangstelling van de bevolking voor een evenwichtige voeding neemt toe... Deze producten zullen blijven toenemen.”

Kunnen we ook gezond eten zonder deze producten te gebruiken? Nathalie Delzenne bevestigt dat: “Een gevarieerde, evenwichtige en normale voeding kan dezelfde voordelen hebben voor de gezondheid. Het volstaat dat men het Nationale Voedingsplan volgt: kies eenvoudig voedsel, zoals graanproducten, fruit en seizoengroente (voor de vitamines, mineralen en vezels) en vergeet het water niet, dat de basis van de voedselpiramide vormt. Eet een of twee keer per week vis en laat vet vlees en vleeswaren links liggen.

De populariteit van bepaalde soorten voedsel is een modetrend. We moeten teruggaan naar fundamentele concepten. Functionele voedingsmiddelen zijn een extra in het kader van een gezond dieet en een juiste manier van leven, met regelmatige lichaamsbeweging, een goed ritme van slapen en waken, weinig stress... Het hoort allemaal bij elkaar.”

En om alle misverstanden te vermijden: functionele voeding is geen geneesmiddel! Stop dus niet met een behandeling tegen cholesterol omdat u margarine eet die met fytosterolen of Omega 3 verrijkt is!

Beweringen: voorzichtig!

Volstaat het dat we met ijzer verrijkte ontbijtvlokken eten om een tekort aan ijzer te verhelpen? Dat we calciumrijk sinaasappelsap drinken om sterke beenderen te krijgen? Zo eenvoudig is het niet. De reclameslogans beloven een heleboel, maar de gezondheidsvoordelen waarop ze zich beroepen moeten echt bewezen zijn.

Er bestaan twee soorten beweringen: beweringen over de nutritieve inhoud van het product (“bevat vezels”, “calciumrijk”, “verrijkt met ijzer”...) en beweringen die naar een positieve invloed van het product op de gezondheid verwijzen (“voor sterke botten”, “verlaagt de cholesterol”, “regelt de darmwerking”...)

Sommige zijn wetenschappelijk bewezen, andere zijn bewust vaag geformuleerd, onnauwkeurig of soms echt misleidend. De consument kan onmogelijk weten of een bewering wel of niet gegrond is. Daarom moeten dergelijke beweringen voorlopig met een korreltje zout worden genomen.

Orde op zaken

De onduidelijkheid over wat waar is en wat niet zou binnenkort tot het verleden moeten behoren. Een uit 2003 daterend voorstel van verordening over de voedings- en gezondheidsclaims is in mei in tweede lezing door het Europees parlement goedgekeurd en zal in de herfst worden voorgelegd aan de ministerraad van de Europese Unie. Het doel? De consument beschermen tegen bedrieglijke beweringen en de wetgeving op Europees vlak harmoniseren.

“De tekst is een compromis tussen de verschillende spelers”, legt Barbara Gallani uit. Zij is voedingsadviseur bij de Europese Verbruikersorganisatie. “De Europese Commissie moet specifieke voedingsprofielen opstellen waaraan levensmiddelen moeten voldoen om een voedings- of gezondheidsclaim te mogen dragen. Een eerste struikelblok dat nu is weggewerkt: de claims die voorkomen op producten waarvan het algemene voedingsprofiel te wensen overlaat (te veel vet, suiker of zout). Wij hebben gedaan gekregen dat voedingsclaims slechts worden toegelaten indien maximaal één nutriënt het voedingsprofiel overschrijdt. In dat geval moet even leesbaar als de voedingsclaim en op dezelfde zijde van de verpakking vermeld staan ‘Hoog gehalte aan...’ Nemen we bijvoorbeeld een product met veel vet, een normaal suikergahlte en een verlaagd zoutgehalte. Dit product mag de vermelding ‘zoutarm’ dragen, maar moet tevens vermelden dat het veel vet bevat.”

Consensus

Opdat niet alle producten die nu reeds in de handel zijn een vergunningsprocedure zouden moeten doorlopen, zal in overleg met de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) een lijst van claims worden opgesteld die gebaseerd zijn op algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens. Gezondheidsclaims die op deze lijst staan, zijn toegestaan zonder dat telkens opnieuw een vergunning aangevraagd moet worden. Gezondheidsclaims die gebaseerd zijn op nieuwe wetenschappelijke gegevens zullen een versnelde vergunningsprocedure ondergaan. Maar gezondheidsclaims die betrekking hebben op de beperking van een ziekterisico of op de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen moeten steeds een uitgebreide autorisatieprocedure doorlopen.

De onderhandelingen tussen de voedingsindustrie en de verbruikersverenigingen die tot deze tekst hebben geleid, zijn niet altijd van een leien dakje gelopen. “De industrie zou liever niet op het advies van EFSA moeten wachten om een nieuw product op de markt te brengen”, zegt Barbara Gallani. “Maar voor de consumenten is het beter om even te wacht en zekerheid te hebben.”

Ook in het belang van de industrie

Ook de voedingsindustrie wint hierbij want betrouwbare beweringen zijn een uitstekend verkoopargument voor een publiek dat steeds gezonder wil eten. Sommige producenten hebben dat goed begrepen en wachten niet eens tot de reglementering van kracht is: ze passen nu al een deel van hun producten aan (bijvoorbeeld door een verlaging van het vet- en zoutgehalte). “Dat kunnen we alleen maar toejuichen omdat het erg positief is voor de consument”, benadrukt Barbara Gallani.

Meer info: n Functionele voeding: een stand van zaken, Nutrinews juni 2006, te raadplegen op www.nice-info.be

n Europees parlement 16/5/2006, www.europarl.europa.eu/news/expert/infopress_page/067-8214-136-05-20-911-20060512IPR08047-16-05-2006-2006-true/default_nl.htm

Gwenaëlle Ansieau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content