FRANK DEBOOSERE Weerman met principes

Iedereen kent de sympathieke, eeuwig jong lijkende weerman die ons al 25 jaar vertelt of we onze zonnebril dan wel paraplu moeten meenemen.

Zijn passie is sterrenkunde, maar omdat er al eens wolken voor de sterren hangen, was de stap naar het weer gauw gezet. We ontmoeten spraakwaterval Frank Deboosere terwijl de al vergevorderde lente buiten wegkwijnt.

Plus Magazine: Betekent een doornatte lente een mooie zomer?

Frank Deboosere: Absoluut niet. Vorig jaar waren de verwachtingen na de mooie lente hooggespannen, maar de zomer is compleet in duigen gevallen. Er is geen verband tussen het weer in het ene seizoen en in het volgende. Anders hadden onze voorouders het al lang ontdekt. Er zijn veel weerspreuken die het volgende seizoen voorspellen maar langetermijnvoorspellingen kunnen alleen voor hele grote gebieden. We hebben er in België natuurlijk niet veel aan te weten wat de gemiddelde temperatuur in heel Europa zal zijn.

Denkt u ooit drie maanden vooraf het weer te kunnen voorspellen?

Daarin ben ik minder optimistisch dan Armand ( n.v.d.r. ex-weerman Armand Pien). Hij zei in de jaren ’70 dat we aan het einde van de 20ste eeuw een maand vooraf het weer zouden voorspellen. Eigenlijk kan het nog altijd maar maximum tien dagen van tevoren, en dan nog. Weerbureaus die zich aan meer wagen zijn kwakzalvers.

Gebeurt het dat mensen u verant-woordelijk houden voor het weer?

Absoluut. Aan het einde van een prachtige zomer een paar jaar geleden kwamen de scouts aanbellen om mij te bedanken. Maar ook als het veel regent, hangen mensen aan de telefoon of mailen ze. Ik reageer altijd. Ik vind het mijn taak om mensen te informeren. Ik heb een eigen site met informatie waarin ik veel tijd stop.

Na de storm op Pukkelpop vorig jaar kreeg u ook dreigmails.

Dat doet pijn. Er zijn elk jaar grote onweders en rukwinden met schade. Het is absoluut onmogelijk om te zeggen welke boom zal omwaaien en welke niet. In het verleden zijn ook al weermensen bedreigd. Bij het KMI zijn er ooit enveloppes met een kogel aangekomen. Daar moet je tegen kunnen.

Boeit het weer u nog steeds?

Ik doe het nog altijd even graag als op dag één. Maar daar zorg je zelf voor. Het zit vaak in kleine dingen. Neem nu het weerbericht voor Radio 2 op zaterdag, soms vrij ver op locatie. Ik vond dat vervelend: anderhalf uur in de auto, een weerpraatje van een kwartier en anderhalf uur terugrijden. Nu vertrek ik de dag voordien en maak ik er een lange fietstrip van. In plaats van te zeuren over de verre autorit, maak ik er iets leuks van.

Wat is er in 25 jaar veranderd?

Enorm veel. We spelen korter op de bal. Vroeger duurde het uren, soms een dag voor alle gegevens beschikbaar waren. Nu is het een kwestie van minuten. De mensen zijn ook veeleisender geworden, mondiger. Ze vragen mij nu op de man af: “Je had zus voorspeld en het is zo geworden. Hoe komt dat?”

Weer is nog altijd een grote bezorgdheid voor mensen.

Veel meer dan vroeger zelfs. Ook in de media is er veel aandacht voor: 25 jaar geleden kregen we uitzonderlijke weerfenomenen niet in het nieuws. Nu wordt alles uitvergroot. Daardoor ontstaat de perceptie dat het weer extremer is geworden.

In de loop der jaren ging u zich engageren in de strijd tegen de klimaatwijziging.

Ik ben vooral logisch gaan ageren. Niet alleen wegens het klimaat maar omdat onze manier van leven tot een heleboel problemen leidt. Er zijn meer allergieën. Op dagen dat er te veel fijn stof in de lucht zit, hebben meer mensen longproblemen en zien we vroegtijdige sterfte. Dát is de basis om te zeggen: “Zo kan het niet verder”. Om er op te wijzen dat er te veel diesels zijn en we beter geen 120 maar 90 km per uur rijden. Zelf kom ik elke dag met de fiets naar het werk en rij met de wagen nooit sneller dan 90. Het is beter tegen stress, voor de motor en het milieu. Ik doe ook langer met een tank. Door op een andere manier met mobiliteit om te gaan, kan je veel geld uitsparen. Als mensen dat ontdekken, zullen we ze over de brug krijgen. We moeten niet wanhopen, maar het goede voorbeeld geven.

Oorspronkelijk stond u kritisch tegenover de klimaatwijziging.

Nog altijd. Een wetenschapper moet kritisch zijn. Wereldwijd zien we fluctuaties, maar globaal zit er een stijgende tendens in de temperatuur. Het is echter moeilijk te zeggen wat aan de mens te wijten is en wat aan natuurfenomemen. Het is ook niet altijd correct om grote rampen toe te schrijven aan de klimaatwijziging. We zijn talrijker, leven meer in grote steden en rapporteren rampen beter. Een ramp heeft nu meteen een veel grotere impact. Als we bouwen in de ‘waterstraat’ die na regen overstroomt, zeggen we: “Oei, klimaatverandering”. Niks daarvan. Water stroomt naar de laagstgelegen plaats en als je daar je huis bouwt, tja...

U maakt uit principe geen verre reizen meer.

Da’s de bedoeling. Ik erger mij aan mensen die het einde van de wereld aankondigen en vervolgens in het vliegtuig stappen. Iedereen wil drie, vier keer per jaar op reis. Liefst richting Canarische Eilanden of de andere kant van de wereld. Waar zijn we mee bezig? Je hoeft niet ver weg te gaan om leuke dingen mee te maken. Zelf hadden we een aantal fijne familievakanties met de fiets. Kostte twee keer niets. Avontuur van begin tot einde, en je leert mekaar goed kennen. Waarom wil iemand in de zomer naar Spanje? Het is daar meer dan 40 graden. Om achteraf te vertellen hoe goed de airco werkte? Blijf hier! Hier kan je evenzeer plezier maken.

Was u altijd al milieubewust of komt het door uw job?

Ik vind dat ik de dingen die ik zeg ook moet doen. Ik wil op het einde van de rit in de spiegel kunnen kijken. Als ik mensen waarschuw voor bepaalde zaken, moet ik zelf het goede voorbeeld geven. Wereldwijd zal dat geen verschil maken, maar het geeft mij een goed gevoel.

U hebt vier kinderen. Bent u optimistisch over hun toekomst?

Ik ben geen doemdenker. Met behulp van slimme technologie kunnen we de 22ste en zelfs de 35ste eeuw halen. Maar we moeten de natuur geven wat de natuur toekomt.

En als ze een wereldreis willen maken?

Dat zullen ze niet doen (beslist). Maar ik zal het hen niet verbieden. Drie van de vier zijn volwassen, dus ze doen hun zin. Ik geloof in jongeren. De generatiekloof is nu kleiner, de verhoudingen minder hiërarchisch. Ik beschouw mijn kinderen als vrienden die te rade komen en van wie ik zelf ook kan leren.

Ann Heylens

“Wat je zegt moet je ook doen. Ik wil later in de spiegel kunnen kijken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content