Flaneren langs de fjord

Als een dorp van 600.000 inwoners strekt Oslo zich uit langsheen een fjord met dezelfde naam. Met zijn vele groene ruimten en woeste eilanden, is de stad gegroeid in harmonie met de natuur.

Een paar eeuwen lang (tot 1924) droeg de stad de naam Christiania, maar de oorspronkelijke naam Oslo – wat zoveel betekent als Vlakte der Goden – past haar wonderwel. De Viking-hoofdstad is ook een waar toevluchtsoord. Er wonen bijna 30% immigranten van overal ter wereld. Een verdraagzame stad, waar iedereen de gewoonten en kleurrijke gewaden van zijn land van herkomst lijkt te behouden. Vooral in de zomer, tijdens de langste dagen van het jaar, is het al uitbundigheid wat de klok slaat. Feesten, festivals en concerten volgen elkaar op. Iedereen geniet van wandelingen en trektochten en van de stranden op de vele eilandjes die samen de fjord vormen. Maar ook in andere seizoenen belooft deze moderne en kosmopolitische stad in het westen van het Scandinavische schiereiland tal van ontdekkingen.

Visioen

In hartje centrum, tussen het sublieme, imposante stadhuis in art deco stijl en het hypermoderne Opera Huis, gebouwd in 2008, moet je zeker langs de steigers van Aker Brygge wandelen. Gehypnotiseerd door het ballet van zeilschepen en ferry’s kan je hier urenlang op een terrasje zitten, met garnalen, kreeft en een goed wijntje, starend naar het leven dat voorbij kabbelt in een onophoudelijke stroom. Op koude dagen doe je dat lekker ingeduffeld met een deken om de schouders en een vuurkorf in de buurt. De lachende gezichten, de jonge koppels en hun ultrablonde kinderen voeren u mee in een visioen van een bijna akelig perfect aards paradijs. De ontnuchtering volgt bij de rekening. Dan komt de angst in onze ogen, aan deze grote tafels vol kapitaalkrachtigen die allemaal hun consumptie betalen met een kredietkaart. Tja, Oslo is inderdaad de derde duurste stad ter wereld, daar moet je aan wennen. Gelukkig voor bezoekers is er de Oslo Pass die als een magisch wachtwoord alle deuren opent.

Tochtje met de ferry

De ferryboten vertrekken meestal aan de oude middeleeuwse citadel van Akershus, bovenop een rotsklif. Van daaruit vaar je naar Bygdoy, waar zich het fascinerende Noorse museum voor volkskunst- en tradities bevindt. En ook het Vikingschip Museum, het Kon-Tiki Museum, waar zich de gelijknamige boot van ontdekkingsreiziger Thor Heyerdahl bevindt, en het Fram Museum, gebouwd rond de Fram, het legendarische schip van de Noorse poolexpeditie. Teveel om alles te kunnen zien.

Mis onder geen beding het schitterende park en museum van Gustav Vigeland, met zijn collectie van meer dan 210 impressionante bronzen, granieten en smeedijzeren beeldhouwwerken. Kunstliefhebbers mogen ook zeker het Munch Museum (gewijd aan schilder Edvard Munch) niet vergeten, of het Noorse centrum voor design en architectuur DogA. Vooral ook omdat vlakbij, over de Ankerbrua waarop Noorse sprookjesfiguren als Peer Gynt staan afgebeeld, de charmante wijk Grünerlokka ligt. En daar is het goed flaneren tussen boetieks van ontwerpers.

IJzig aperitief

Langs de Akerselva-rivier, richting universiteit, ontdek je in volle natuur een uiterst kleurrijke artiestenwijk. Het is er heerlijk kuieren langs fonteinen en over de grote stadsas Karl Johans Gate, waar je de belangrijkste handelsgalerijen vindt en een paar hippe plekken. In de buurt, bij Kristian IV Gate, is er de Ice Bar, waar je je induffelt met heel warme laarzen, handschoenen en kleren om vervolgens bij min 5°C te aperitieven te midden van ijssculpturen.

Tekst en foto’s: Sophie Dauwe en JJ Serol / Pepite Photography

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content