Erfgoedparel Diest

In Diest wisselt de rust van het begijnhof af met gezellige winkelstraten, veel groen en smaakvolle streekproducten. En overal loopt de Demer ongemerkt onder uw voeten.

Diest is geen grootstad (oef!). Op een goede twee uur kunt u dus rustig de Erfgoedwandeling nalopen. Deze aanrader vertrekt op de Grote Markt en is bewegwijzerd met zeshoekige bordjes. Het meeste genoegen zult u eraan beleven als u gebruik maakt van de audiogids (afhalen bij de toeristische dienst).

Met al zijn contrasten is diezelfde Grote Markt meteen een symbool voor de stad. De nogal plompe Sint-Sulpitiuskerk (in de winter niet toegankelijk voor individuele bezoekers) steekt af tegen het meer verfijnde, 18de-eeuwse stadhuis. Let op het kleine beiaardtorentje boven de achterzijde van de kerk. Iedereen kent het als de Mosterdpot. In de kerk zelf is Filips-Willem van Oranje, de oudste zoon van Willem van Oranje, begraven. Diest heeft historische banden met het huis van Oranje en koestert die traditie. Het noemt zichzelf Oranjestad en de Nederlandse koningin draagt de titel Vrouwe van de Stad.

Onze wandeling voert verder langs juweeltjes als Het Spijker. Dit voormalige refugehuis van de norbertijnen heeft wat van een sprookjeskasteel en is nu een hotel annex brasserie. De grootste parel van Diest blijft echter het begijnhof uit 1671. Dit Unesco-werelderfgoed uit de 17de eeuw is uitgegroeid tot een van de meest trendy woonplekken van ons land. Het is vooral bekend van een evenement op de eerste zondag van september. Alle bewoners versieren hun huizen ’s avonds met kaarsen en theelichtjes en de kasseistraatjes baden dan in een feeërieke sfeer.

Neem uw tijd om door die kasseistraatjes te lopen en langs de huisjes waarin nogal wat kunstenaars en kunstambachtslui een onderdak hebben gevonden. Loop ook binnen in het Xaveriushuis. Dit begijnenhuisje is in zijn authentieke staat hersteld, compleet met kruidentuin aan de voordeur. De bekende topkok Felix Alen heeft hier een centrum voor eet- en tafelcultuur ondergebracht. Hij biedt er onder meer kooklessen en wijnproeverijen aan. Elke eerste zondag van de maand staat dit huis in de namiddag open voor het publiek. U kunt hier onder meer proeven van de streekproducten waaraan Diest geen gebrek heeft. De bekendste zijn Diestse kruidkoek (gebakken met boerenwormkruid) en Gildenbier.

Na het Begijnhof brengt de wandeling ons tot aan de vesten, de nu grotendeels verdwenen 19de-eeuwse verdedigingsgordel rond de stad (alleen de citadel is overgebleven maar staat leeg). We steken de Demer over en ineens lopen we in volle natuur langs het water. Met twee parken intra muros en de bomenrijke vesten is Diest opvallend veel groen rijk.

Waar is de rivier?

Aan de romantische houten Lindenmolen steken we de Demer opnieuw over en lopen we de stad weer in. Hé, waar is de rivier ineens naartoe? Die is blijkbaar verdwenen in grote rioolbuizen. Bijna overal waar u in Diest gaat, loopt waarschijnlijk ook de Demer onder uw voeten. De stad is nu begonnen aan een meerjarenplan om de rivier weer bloot te leggen.

Het laatste deel van onze tocht voert langs het Warandepark (een beboste getuigenheuvel bijna pal in het centrum) en langs de ruïnes van de Sint-Janskerk, ooit een gotische parel. Het rijke roomse leven heeft in de Oranjestad veel sporen nagelaten en dat is het best voelbaar in het geboortehuis van Sint-Jan Berchmans (vrije toegang) dat is ingericht als een bezinningsruimte. De Diestse heilige stierf toen hij 22 was en is door de jezuïeten altijd gepusht als vroom toonbeeld en patroonheilige van de studenten. In de examentijd komen vooral grootouders hier een kaars branden voor een goed resultaat van hun kleinkind.

Shopping

Als u in de voormiddag de beschreven wandeling naloopt, kunt u in de namiddag shoppen en een bezoek brengen aan het kleine stadsmuseum De Hofstadt in de kelders van het stadhuis. Zoals zovele kleinere provinciesteden telt Diest een aantal aangename winkelwandelstraten in de bin- nenstad die nog niet overwoekerd zijn door ketenwinkels. Bij mooi weer is een groene wandeling langs de vesten minstens zo aangenaam. De oude Schaffensepoort is hiervoor een goede startplaats. U komt dan vanzelf uit in recreatiedomein De Halve Maan – een pleisterplek waar het goed verpozen is.

Ludo Hugaerts – Foto’s: Toerisme Diest

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content