En ze reisden nog lang en gelukkig

Er was u een prachtig uitzicht beloofd vanuit uw hotelkamer en u ziet... een muur. Of van de service waarvoor u betaalde komt niets in huis. Wat kunt u doen bij vakantiegeschillen? Wat zegt de wet? Wat beslist de rechter?

Reizen is meestal een leuke, maar soms een teleurstellende ervaring. Niet altijd beantwoordt de accommodatie zoals ligging, logies, infrastructuur en uitrusting aan uw verwachtingen.

Enkele ongelukkige Vlamingen brachten hun zaak voor de ‘Geschillencommissie Reizen’, zoals hun contract bepaalde. Een ander echtpaar legde zich neer bij de feiten, maar had eigenlijk heel wat andere mogelijkheden.

Hotel ‘De bouwwerf’

De feiten De heer Janssen vertrekt na een traumatiserende familiale gebeurtenis alleen op reis. Hij wil in alle rust van een deugddoende vakantie genieten. Daarom boekt hij een verblijf in een gloednieuw, uiterst comfortabel hotel in een exotisch oord en betaalt daar euro 2050 voor.

Wanneer hij ter plaatse aankomt wachten hem nieuwe trauma’s. Het hotel is nog niet helemaal klaar, het heeft veel weg van een bouwwerf. Pech voor mijnheer Janssen die dringend aan rust toe is. Rondslingerende rommel en opdwarrelend stof dragen niet bij tot het vakantiegevoel waarop hij had gerekend. Een verfrissende duik in het zwembad is er evenmin bij want ook daaraan wordt gewerkt.

Dan maar een ontspannende wandeling in de omgeving? Ook hier moet de heer Janssen bakzeil halen. Overal in de buurt worden nieuwe hotels opgetrokken. Een rustig plekje zonder lawaai en vuiligheid is hier niet te vinden.

Bij zijn terugkeer vraagt mijnheer Janssen aan de Geschillencommissie Reizen de teruggave van euro 1360, zowat tweederde van de totale som die hij voor zijn vakantie betaalde.

Wat zegt de wet? Op basis van de reiswet is de reisorganisator aansprakelijk voor de goede uitvoering van het contract, overeenkomstig de verwachtingen die de reiziger redelijkerwijs mag hebben, op grond van de bepalingen van het contract, én voor de uit dit contract voortvloeiende verplichtingen, ongeacht of deze uit te voeren waren door hemzelf dan wel door anderen.

Met andere woorden: de slechte accommodatie was te wijten aan de eigenaar van het hotel die het gebouw niet tijdig klaar had tegen het begin van het vakantieseizoen maar dat maakt voor de reiziger geen verschil. Hij mag de reisorganisator in België hiervoor verantwoordelijk stellen.

Wat besliste de arbitragerechter? De arbitragerechter van de Geschillencommissie Reizen gaf de heer Janssen (gedeeltelijk) gelijk. Wat het lawaai buiten het hotel betreft echter, bepaalde de rechter dat dit deel uitmaakt van de gemakken en ongemakken in een mondaine badstad in volle expansie. De heer Janssen kreeg een vergoeding toegekend van euro 375.

Strandgenoegens... zonder strand

De feiten Het dynamische duo Marc en Marcel houdt van doe-vakanties en boekt een hotel op een tropisch eiland om volop te kunnen genieten van zee, zon en watersport. Op hun paradijselijke bestemming aangekomen volgt de ene teleurstelling na de andere.

Het geboekte hotel heeft geen beachclub en er is ook geen watersportinfra-structuur. Daar kunnen Marc en Marcel desnoods nog wel mee leven, maar het hotel blijkt zelfs niet over een zandstrand te beschikken! Dat wordt problematisch. Als klap op de vuurpijl blijkt bovendien dat het absoluut onmogelijk – want levensgevaarlijk – is om op die plaats in zee te zwemmen. Van een doe-vakantie kan dus hoegenaamd geen sprake zijn.

Marc en Marcel laten het er niet bij en nemen contact op met de plaatselijke vertegenwoordiger van de reisorganisator. Deze moet erkennen dat hij het probleem niet kan verhelpen en geen passende oplossing kan vinden. Bij hun terugkeer vragen Marc en Marcel de verbreking van het contract. Ze vorderen het volledige bedrag dat zij betaalden, euro 2804, terug.

Wat zegt de wet? Was de aanpak van ons dynamische duo de juiste reflex? Ja, zegt de wet. Marc en Marcel handelden juist door ter plaatse aan de vertegenwoordiger van de reisoperator een alternatief te vragen. Dat is zo bepaald in de reiswet. ” Indien tijdens de reis blijkt dat een belangrijk deel van de diensten waarop de overeenkomst betrekking heeft, niet zal kunnen worden uitgevoerd, neemt de reisorganisator alle nodige maatregelen om de reiziger passende en kosteloze alternatieven aan te bieden met het oog op de voortzetting van de reis”, aldus de wet.

Wat besliste de arbitragerechter? De arbitragerechter vond dat de reisorganisator volledig aansprakelijk was voor de tekortkomingen in de geleverde accommodatie. De rechter ging echter niet in op de vordering tot ontbinding van de overeenkomst. Dat vond hij een te radicale sanctie. De arbitragerechter baseerde zich op de bepaling in de reiswet die stelt dat, als er een verschil is tussen de voorgenomen en daadwerkelijk verleende diensten, de reiziger schadeloos gesteld wordt ten belope van dit verschil. De schadevergoeding werd geraamd op euro 700. Marc en Marcel vonden dit maar magertjes en we kunnen hen moeilijk ongelijk geven.

Een beetje duurder, maar kom

De feiten De heer en mevrouw Peeters boeken een vliegreis voor twee personen met bestemming Almeria in Spanje, met vertrek op 16 augustus en terugreis op 26 augustus voor de globale som van euro 1044. Enkele dagen voor het vertrek meldt het reisbureau dat het hotel overboekt is. Dat is echter geen probleem, zo stelt men hen gerust. Er is nog voldoende plaats in een ander hotel, maar... dat hotel is van een betere kwaliteit. Daarom moet er een meerprijs betaald worden, iets van een euro 160.

Zo gezegd, zo gedaan. De heer en mevrouw Peeters betalen de meerprijs, zij het met enige tegenzin. Zij vertrekken op reis en alles is in orde op hun nieuwe locatie. Het alternatieve hotel was elke cent waard. Eind goed al goed. Of toch niet?

Wat zegt de wet? De heer en mevrouw Peeters hadden heel wat meer keuzemogelijkheden dan het voorstel van het reisbureau klakkeloos te aanvaarden. Dat staat zo uitdrukkelijk in de reiswet.

n mogelijkheid 1: de familie Peeters had het reiscontract kunnen verbreken zonder kosten. De reiswet voorziet deze mogelijkheid formeel wanneer vóór de aanvang van de reis een van de wezenlijke punten van het contract niet kan worden uitgevoerd door de reisorganisator. In dit geval was dit essentiële punt dat het gereserveerde hotel niet meer beschikbaar was.

n mogelijkheid 2: de familie Peeters kon een nieuw aanbod van de reisorganisator aanvaarden wanneer het ging om een reis van gelijke of betere kwaliteit, maar zonder een supplement te betalen.

n mogelijkheid 3: de familie Peeters had ook (om geen ruzie te moeten maken vlak voor het vertrek) de opleg kunnen betalen “onder voorbehoud van alle rechten” en naderhand, overeenkomstig de reiswet, het te veel betaalde terugvorderen. n

Guy Kerstens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content