En wat als ik 100 word? Hoe zal ik dat financieren?

Laat ons een kat een kat noemen: als we zouden weten hoeveel jaar er ons rest, zou het veel gemakkelijker zijn om maatregelen te treffen om ons pensioen te financieren. Maar hoe zorgen we ervoor dat we financieel niets tekort komen in een tijdperk waarin mensen alsmaar langer leven en honderdjarigen (en ouder) geen zeldzaamheid meer zijn?

Als de pensioenleeftijd ooit op 65 jaar werd vastgelegd, dan was dat simpelweg omdat dit toen de gemiddelde levensverwachting was (eigenlijk lag die zelfs nog iets lager). Vandaag hebben we op 65 jaar nog heel wat mooie jaren voor de boeg. Kijk maar naar Fanny Godin, de Belgische super-honderdjarige die recent 110 geworden is... Mensen die honderd worden (en zelfs ouder) zijn geen rariteit meer en worden steeds talrijker. Waarom zouden we er niet bij zijn? Maar we hebben geen glazen bol. Dus staan we met z’n allen voor de vraag: hoe zorgen we ervoor dat we financieel blijven rondkomen? Niet gemakkelijk als we weten dat het wettelijk pensioen meestal ontoereikend is en dat onze koopkracht erop achteruit gaat, vermits de pensioenen weliswaar geïndexeerd worden, maar niet welvaartsvast zijn. Bovendien weten we ook dat, met de loop der jaren, een aantal van onze uitgaven (gezondheid, een rusthuis,...) alsmaar zullen verhogen.

Hypothese: Hoe leest u de tabellen?

Niet iedereen gaat met pensioen op hetzelfde moment. Wie 60 jaar of ouder is voor 31 december 2012 en op dat moment 35 loopbaanjaren telt, kan met vervroegd pensioen gaan op 60 jaar. Als u op 31 december 2012 aan deze voorwaarden voldoet, dan mag u ook nog op een later moment met vervroegd pensioen gaan. Maar vanaf 1 januari 2013 schuift de minimumleeftijd en het vereiste aantal loopbaanjaren om in aanmerking te komen voor vervroegd pensioen geleidelijk op. Tegen 2016 zal vervroegd pensioen mogelijk zijn voor wie 62 jaar is en 40 loopbaanjaren telt. Op 65 jaar mag u sowieso stoppen, ongeacht hoeveel loopbaanjaren u telt. Maar u mag ook doorwerken na 65. De jaren na 65 jaar zullen dan nog aantikken bij uw loopbaan waardoor u een hoger pensioen zult hebben. Hoe dan ook: hoe vroeger u stopt, hoe meer kapitaal u nodig zult hebben.

In onze tabellen gaan we ervan uit dat u maandelijks minstens 500 euro bovenop uw pensioen moet hebben. Als u euro 1000 per maand nodig hebt bovenop uw pensioen moet u dit bedrag verdubbelen, voor euro 1500 verdriedubbelen, enz.

De tabel begint te lopen op het moment dat u stopt met werken en een pensioen krijgt. Voor sommigen zal dat voor 65 zijn (als ze aan de voorwaarden voor het vervroegd pensioen voldoen), voor anderen op 65 jaar en voor wie nog doorwerkt na 65 jaar zal dat nog een later moment zijn. We zijn daarbij uitgegaan van een inflatie van 2 % zodat uw euro 500 elk jaar wordt geïndexeerd. De inflatie lag de laatste jaren iets hoger dan 2 %, maar voor 2013 wordt uitgegaan van 1,9 % en op lange termijn zou de inflatie ‘gemiddeld’ moeten uitkomen rond 2 %. Concreet betekent dit dat het maandelijks extra bedrag van euro 500 euro na 1 jaar euro 510 (+2 %) wordt, enz.

We gaan ervan uit dat u het volledige gespaarde bedrag opdoet, met andere woorden dat er niets van overblijft op het einde van uw leven.

We gaan ervan uit dat u enkel via veilige formules uw kapitaal wilt beleggen. Dit betekent dat u op langere termijn gemiddeld 3,5 % netto moet kunnen halen, dus na aftrek van kosten en taksen.

Momenteel staat de rente op een historisch laag dieptepunt zodat u nu met moeite 3,2 % netto op een bedrijfsobligatie met een looptijd van 10 jaar kunt halen, maar dat is uiteraard een tijdelijk fenomeen aangezien we hier spreken over een perspectief van 15, 20 jaar (en meer).

Wie iets meer risico wil nemen zou kunnen denken aan een defensieve portefeuille die bijv. voor 75 à 80 % uit obligaties en cash bestaat en voor 20 à 25 % uit aandelen. Het rendement is dan minder zeker maar zal op termijn wellicht op 4,5 % netto per jaar uitkomen.

In onze tabellen zijn we uitgegaan van een rendement van 3,5 % netto (veilig beleggen) en 4,5 % netto (defensief beleggen). Uiteraard hebt u meer kapitaal nodig naarmate u langer leeft vanaf uw pensionering.

VOORBEELD Zoals u ziet in de tabel: als u stopt op 60 jaar en 100 wordt (u leeft dus nog 40 jaar na uw pensioendatum), dan hebt u een kapitaal van euro182.000 nodig om 40 jaar lang een geïndexeerd bedrag van euro 500 te hebben bovenop uw pensioen.

Hoe uw pensioen aanvullen?: 1. Spaarrekeningen en obligaties

Voor de kortere termijn (minder dan 5 jaar) bent u voorlopig nog altijd best af met een goed internet-spaarboekje (voor zover uw bank nog een onderscheid maakt tussen een klassieke spaarrekening en een internetspaarrekening, wat bij sommige banken niet langer het geval is), al staat de rente momenteel héél laag.

U kunt uw geld 5 jaar of langer missen

Omdat u uiteraard op veilig wilt spelen, kunt u uw geld het best beleggen in zogenaamde kwaliteitsobligaties en dan nog liefst in euro om het wisselrisico te vermijden. Obligaties hebben sowieso het voordeel dat u op het einde van de looptijd uw volledige kapitaal terugbetaald krijgt. We spreken over kwaliteitsobligaties als die minstens een BBB-rating hebben. Wie ietsje meer risico wil nemen kan ook een stukje beleggen in obligaties die net onder de kwaliteitsobligaties vallen (bijvoorbeeld BB+-rating). U zorgt er wel best voor dat elke obligatie nooit meer dan 5 % uitmaakt van uw totale obligatieportefeuille en verder kijkt u ook uit dat banken en verzekeringen niet meer dan 10 % van uw portefeuille uitmaken.

U hebt noch tijd noch zin om u met beleggen bezig te houden

In dat geval kunt u kiezen voor een obligatiefonds. Dat kan een uitkeringsfonds zijn (met coupon) of een kapitaliserend (zonder coupon).

Let op de kosten! Wie vandaag een obligatiefonds koopt bij zijn huisbankier zal doorgaans nog 2 à 3 % instapkosten betalen. U kunt dus een belangrijk stuk besparen door obligatiefondsen te kopen bij een internetbank (0 % of 1 %). Als u een fonds koopt vraag dan ook altijd naar de TER (Total Expense Ratio). Dat is het totaal van de jaarlijks wederkerende kosten. U vindt die kost ook in de prospectus van het fonds die u altijd moet kunnen krijgen.

U hebt zelf tijd en zin om te beleggen

In dat geval zijn individuele obligaties de goedkoopste oplossing. Wie bijvoorbeeld obligaties koopt bij hun uitgifte (lancering) betaalt in principe alleen bewaarkosten (+/- 0,15 %), terwijl u bij obligatiefondsen toch moet rekenen op ongeveer 1 % jaarlijkse kosten. Momenteel zijn er niet zoveel interessante obligaties op de markt, maar de kans is groot dat hierin verandering zal komen. Want nu de banken steeds minder krediet verstrekken aan ondernemingen, doen deze laatste steeds meer beroep op het publieke spaarwezen. Let er wel op dat u goed spreidt over bedrijven en staten en dat de looptijden van uw obligaties verschillen.

2. Een spaarverzekering

Een spaarverzekering of Tak 21 is een spaarproduct in een ‘verzekeringskleedje’. Maar momenteel krijgt u doorgaans slechts een gegarandeerd rendement rond de 2 % of iets hoger. Bovendien stelde de Nationale Bank recent voor dat de gegarandeerde rentes vanaf begin volgend jaar niet meer dan 2 % mogen bedragen. Niet echt het moment om in dit product te beleggen dus...

3. Vastgoed

Vaak wordt gezegd dat vastgoed een interessante belegging is tegen de inflatie. Op langere termijn klopt dit, want doorgaans stijgt vastgoed minstens zoveel in waarde als de inflatie (en meestal nog iets meer). Bovendien hebt u het recht om de huur jaarlijks te indexeren. Maar het is geen absolute regel. Denken we maar aan de vastgoedcrisis in België in het begin van de jaren tachtig toen de waarde van vastgoed met 20 % of zelfs meer daalde op een paar jaren tijd. De kans is zeker reëel dat er in de toekomst terug een ‘correctie’ komt, zeker nu de vastgoedprijzen zo snel gestegen zijn de laatste 15 à 20 jaar. Maar op langere termijn is vastgoed zeker ook een interessante investering. Hou er wel rekening mee dat u vastgoed vooral moet kopen voor de meerwaarde op termijn, maar dan moet u het wel verkopen. Daarnaast hebt u natuurlijk ook nog de maandelijkse huur, die u zoals gezegd mag indexeren. Als u met alles rekening houdt, zult u vaak op het vlak van huur tussen 2 % en 3 % netto uitkomen bij particuliere huur (huizen en appartementen). Wie op 2,5 % of hoger uitkomt, zit dus echt goed. Dit is natuurlijk maar een vuistregeltje want alles hangt af van de ouderdom, ligging, gemeente, enz.

4. Een lijfrente

Wie zich absoluut niets wil aantrekken van beleggen en denkt bij de gelukkigen te zullen horen die lang mogen leven, kan zijn kapitaal gewoon in lijfrente geven aan een bank of verzekeraar. Hier geldt wel een onderscheid tussen mannen en vrouwen omdat vrouwen statistisch gezien langer leven. Als u een man bent van 65 jaar en u wilt levenslang netto euro 500 per maand, dan zult u een kapitaal van euro 95.000 moeten afgeven. U krijgt dan levenslang (ook als u 110 jaar wordt) elke maand euro 500 euro. Voor vrouwen liggen de bedragen dus hoger, omdat zij een hogere gemiddelde levensduur hebben.

In de tabel hiernaast ziet u wat u aan kapitaal moet geven aan uw bank of verzekeraar om een maandelijks bedrag te krijgen van euro 500. Hoe jonger u bent, hoe duurder uiteraard.

Op het eerste zicht lijkt dit een aantrekkelijke formule. Maar u moet wel met een paar belangrijke nadelen rekening houden:

Heel belangrijk is dat die 500 euro NIET wordt geïndexeerd (verzekeraars vinden dit doorgaans te riskant) zodat dit bedrag feitelijk steeds minder waard wordt in het echte leven.

Bovendien is het een echt kanscontract, want als u een week later zou overlijden, hebt u pech en krijgen uw erfgenamen niets.

En last but not least: wat als de bank of verzekering failliet gaat?

Vandaar dat we deze formule niet zouden aanraden om uw volledig kapitaal in te beleggen. Voor een stukje is dit misschien wel te overwegen, zeker als u geen kinderen hebt en iedereen lang leeft in uw familiekring.

WEETJE Wie interesse heeft in dergelijke formule wacht wellicht beter tot de huidige historisch lage rente begint te stijgen om in een dergelijk product te stappen.

Johan Adriaens , onafhankelijk vermogensplanner en Annemie Goddefroy

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content