En toen kwam de kijkbuis in huis

Weet u nog wanneer het eerste televisietoestel bij u in huis kwam? En wanneer de televisie van een wonder in een banaal medium veranderde? Een nostalgische terugblik op 50 jaar televisie in Vlaanderen – met vele bekende coryfeeën én een eigen lezerspeiling!

Het was november 1960 en we woonden in een gebouw met zes appartementen in een randgemeente van Gent. Ik zat net in het eerste jaar van de middelbare school. Onderweg naar huis moest ik een elek-trazaak passeren met een uitstalraam vol televisietoestellen. Altijd stonden er mensen te kijken naar de enkele schermen die speelden. Geluid was er niet, alleen beeld. Maar dat was fascinerend genoeg om mij aan die vitrine te kluisteren.

“Ik heb nieuws”, zei mijn moeder toen ik die avond thuiskwam. “Volgende maand trouwt de koning en daarom hebben we een televisie gekocht.” Vandaag weet ik dat mijn ouders zich hiervoor in de schulden moeten hebben gestoken. In de jaren vijftig kostte een tv-toestel mét buitenantenne drie keer het gemiddelde maandloon van de Belgen.

43 jaar later zie ik ze nog voor me, de drie mannen die de antenne op het dak hebben geplaatst, de kabel langs de gevel en door een gat in de muur in de woonkamer hebben geleid, en uiteindelijk de kijkkast getest. De antenne had een elektrisch motortje dat we met een box konden bedienen. Op de box bracht mijn vader plakpapiertjes aan waar we de knop moesten draaien voor Brussel Vlaams, Brussel Frans, Goes en Rijsel.

De dag nadien zat onze woonkamer vol. Vrijwel alle buren hadden zichzelf uitgenodigd om te komen kijken, zelfs diegenen met wie we nauwelijks contact hadden. Sommigen bleven û tot grote ergernis van mijn vader û urenlang gefascineerd de schone ontvangst prijzen. Zo trad ons gezin toe tot de kijkbuismensen.

De drie eerste keren van Luc Appermont

Stond ik in de tijd urenlang voor het uitstalraam, andere Belgen hebben maanden of zelfs jarenlang televisie gekeken in hun stamcafé. Luc Appermont: “In 1956 was ik zes jaar. Mijn opa was mijnwerker en op een namiddag nam hij me mee naar een café om te kijken naar beelden van de ramp in Marcinelle met commentaar van Omer Grawet. Die dag heb ik mijn eerste cola gedronken, de eerste keer tv gekeken en de eerste keer voet gezet in een café.”

Naarmate de jaren zestig vorderden, durfden de Franse of de Nederlandse zenders in de latere uren al eens iets pikants tonen. Iedereen in de woonkamer voelde zich dan gegeneerd, het werd doodstil en we durfden niet naar de anderen kijken. Werd het te bloot, dan ging mijn vader pal vóór het scherm staan omdat toevallig op dat ogenblik het beeld bijgesteld moest worden. Zo heb ik als puber van 16 een stukje uit een film met Brigitte Bardot moeten missen. Gelukkig voor mijn vader heeft hij de softporno op VT4 niet meer moeten meemaken.

Voor eeuwig een stoute madam

Ook al is de impact van televisie vandaag nog altijd ongemeen groot, voor wie op de buis verschijnt duurt het effect veel korter dan in de beginperiode. Toen waren omroepsters godinnen en presentatoren en acteurs onaantastbare beroemdheden. We kennen hun namen en gezichten nog steeds, terwijl we vandaag moeite hebben om een naam op een omroepster te plakken. Tante Terry (Terry Van Ginderen) heeft het allemaal meegemaakt: “Ik ben nu 72 en ik werd al 25 jaar geleden door de toenmalige BRT bedankt voor bewezen diensten. Maar als ik vandaag mijn zoon ga helpen en op zijn kantoor de telefoon opneem, heb ik nog altijd mensen die me na een tijdje aarzelend vragen Mevrouw, bent u soms Tante Terry?

De sterke impact van de televisie in de jaren 70 en 80 had ook zijn keerzijde. Acteurs werden voor de rest van hun leven vastgepind op de rol die ze in een populaire serie speelden. Jenny Tanghe (77) is daar wellicht het beste voorbeeld van. “Sinds ik Moeder Cent speelde in de reeks Wij Heren van Zichem (die momenteel heruitgezonden wordt, nvdr), ben ik altijd gevraagd voor de rol van een stoute madam die haar mening zegt, of van een chagrijnig wijf. Ook de nonnenrollen kwamen me op een gegeven moment de oren uit. Ik heb ervaren dat het weinig zin heeft je daartegen te verzetten. Bovendien vindt het publiek zo’n stoute madam wel sympathiek. Moeder Cent was een vrouw met visie en persoonlijkheid en zo iemand ben ik nog altijd liever dan een ja-knikkende trut. Wel vind ik het jammer dat je nauwelijks nog oudere acteurs op de buis ziet, Ann Petersen uitgezonderd. Ben ik dan zo slecht geworden, vraag ik me dan af?”

Nooit dikkenekken geworden

In vijftig jaar heeft het medium televisie vele talenten unieke kansen geboden. Zonder de serie De Collega’s zouden René en Manu Verreth waarschijnlijk alleen bekend zijn bij de trouwe bezoekers van het toenmalige Mechels Miniatuurtheater.

René en Manu Verreth: “De boodschap luidde: achter elk kantoormens zit ook een mens. Dat is een idee waar we nog altijd vierkant achter staan. Als je ziet hoe prestatiegericht onze samenleving vandaag is, dan was die boodschap echt profetisch. Men eist vandaag dat werknemers perfecte mensen zouden zijn, wat onzin is. De Collega’s lieten een kantoor zien waar welzijn even belangrijk was als welvaart.”

René en Manu zijn in hun hoogdagen van tv-beroemdheid nooit naast hun schoenen gaan lopen: “Natuurlijk vonden we het geweldig dat we een miljoenenpubliek bereikten. Maar we hebben altijd gezworen dat we geen dikkenekken zouden worden. En dat is ons gelukt, denken we.”

De afstandsbediening heeft alles veranderd

Wanneer heeft de televisie haar glamour verloren om een banaal medium te worden met 30 zenders die allemaal hetzelfde brengen? Jan Van Rompaey heeft daar een duidelijke mening over: “De afstandsbediening en de kabel hebben alles veranderd. Vroeger moest je opstaan om van zender te veranderen en nog veel vroeger ook de antenne draaien. Vandaag gebeurt het zelden dat we een programma helemaal uitkijken. We kijken zeer vluchtig, vaak het ene oog en oor in en het andere weer uit, en we herinneren het ons de volgende dag niet meer.” Dat laatste belet Jan Van Rompaey niet toch nog een droom te koesteren. Hij is nu 62 en wil nog vóór zijn pensioen “het ultieme programma maken, waar heel de wereld over spreekt”.

Het feit dat we vandaag zappen naar 25 zenders en meer, heeft helaas niet geleid tot een breder kijkaanbod. Bij de sportuitzendingen mogen we zelfs spreken van een verschraling. De tijd dat Pol Jacquemyns een praatje voor duivenmelkers kon houden, is lang voorbij. Dirk Abrams van VTM en Frank Raes van de VRT geven dat samen ruiterlijk toe: “Vroeger hadden we vrijwel geen beelden maar kwamen er meer sporten aan bod. Vandaag krijgen we van elk doelpunt beelden vanuit 39 verschillende gezichtspunten, maar brengen we voor negentig percent voetbal en wielrennen.” De verklaring voor dit fenomeen zoeken Dirk en Frank vooral in de moordende concurrentie tussen de omroepen: “Vroeger had je maar één zender, de BRT, en konden we breder programmeren. Vandaag wordt iedere omroep die de rechten op de Champions League of de nationale competitie kan binnenhalen, beloond met schitterende kijkcijfers.”

Een nieuwe revolutie

Begin 2005 start de digitale televisie in Vlaanderen. De VRT, VTM, VT4, Telenet en de andere kabelmaatschappijen werken daarvoor samen. We zullen een maandelijks abonnement moeten betalen (hoeveel is nog niet bekend). In ruil krijgen we een kleine box in huis (de zogenaamde settopbox). Dankzij dit wonderkistje dat op het televisietoestel wordt aangesloten, zullen we naar alle programma’s van de drie omroepen kunnen kijken op het moment dat dit ons het beste uitkomt. De laatavondfilm kunnen we al in de namiddag bekijken en de nachtelijke tennismatch in de voormiddag van de volgende dag. Op die manier kunnen we ons ideale televisiemenu samenstellen, zonder nog een videorecorder te moeten programmeren. Sterker: we zullen ook kunnen internetten en sms-en via ons toestel rechtstreeks kunnen meespelen met allerhande tv-spel-letjes en stemmingen.

De gezinnen in Schoten die aan het proefproject hebben deelgenomen, waren alvast enthousiast. “Dat is niet te verwonderen”, zegt Bettina Geysen, netmanager van TV1. “De digitale televisie gaat ons kijkgedrag en onze kijkuren ten minste zo sterk beïnvloeden als de kabel en de afstandsbediening indertijd. De omroep gaat evolueren naar een bedrijf dat een breed audiovisueel pakket aanbiedt. De gebruikers beslissen zelf op welke uren, in welke volgorde en via welk apparaat ze kijken. En ze zullen dat zeer mobiel en flexibel kunnen doen.”

A Ludo Hugaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content