Eilanden zonder stress

Afrikaanse eilanden met de Atlantische Oceaan als decor: de Kaapverdische archipel lokt met trage ritmes, weelderige hotels en muziek.

Ik ben met een aluguer (lokale taxi) op weg om het eiland Sal te verkennen. In het onooglijke dorp Palmeira koop ik bij een oud vrouwtje gefrituurde vis, terwijl uit een barakbar weemoedige muziek weerklinkt. En in een kraterkom bij Pedra de Lume glimmen de zoutpannen. Die hebben dit platte eiland z’n bestaansreden gegeven: zoutwinning, een paar eeuwen lang, terwijl Portugese kolonisten de eilanden gebruikten als doorvoerhaven voor slaven naar de Nieuwe Wereld. Ook na de onafhankelijkheid in 1975 heersten armoede, droogte en hongersnood. Maar sinds de opbloei van het toerisme zijn er nieuwe perspectieven. Zo keer ik na mijn daguitstap over het minst aantrekkelijke van de tien eilanden terug naar het hotel. Bij het zwembad bestel ik een koele caipirinha.

Thuis bij Cesaria Evora

Vlakbij evolueerde Santa Maria das Dores van een klein vissersnest tot een toeristische magneet. Het straatbeeld wemelt van rasta’s en surfers, brommers en quads, venters met onvermijdelijke uurwerken en zonnebrillen. Ik hoor alle talen uit Europa. De markt lokt met maskers, beeldjes en prullaria. Op de pier wachten vissers op een bijtend lijntje, kinderen halen op het strand acrobatische toeren uit.

Laat in de namiddag vlieg ik naar een van de andere eilanden, naar São Vicente waar het balkon van een gezellig hoekhotel me uitzicht geeft op het straatleven van Mindelo, de hoofdplaats die zowel het intellectuele als muzikale hart van Cabo Verde is. Daar geniet ik de volgende dagen van een onbekommerd leventje: koffiebar in de ochtend, aanvoer van vis, de overdekte groentemarkt met de zussen Philomena en Oase die tomaten, aubergines en bananen aanprijzen. Bom dia, iedereen is vriendelijk. Op een plein met azulejos, blauwe keramieken tegels die het vissers- en eilandleven vertellen, klinkt luide muziek: “funana, energieke en sensuele muziek”, lacht de waardin. Terwijl een accordeon vaart zet, bestel ik een omelet met koriander en een lokaal biertje.

Mindelo is een kleine stad met een traag levensritme, maar het is ook de thuis van Cesária Evora, die met haar weemoedige liederen mijn hart heeft veroverd. De koloniale huizen schitteren in pasteltinten, op gevels en kramen staat als universeel waarmerk no stress geklad. ’s Avonds trek ik naar Bar de Lisboa, een kroeg waar oude mannen muziek spelen, terwijl de gasten maaltijden bestellen en meezingen met de morna’s, de lokale varianten van de weemoedige fado uit Portugal. Als ik vrolijk droevig ga slapen, huppelen plots zwart geschilderde trommelaars en danseressen wild en uitbundig over straat.

Naar het mooiste strand

De eindeloze horizon van Santa Maria, het eenzame witte strand op Boa-vista, lokt me. Tussen de duinen is het eiland leeg. Wie geluk heeft, kan schildpadden eieren zien leggen. Fregatvogels klapwieken als draken door de hemel. Met een 4×4 hebben we een uithoek van Cabo Verde bereikt voor de zon, een duik in het azuurblauwe water en een gezellige picknick. Ook Boavista is redelijk vlak, met okerkleurige heuvels en zilveren duinen, met acacia’s en rode aarde. Slechts één enkele weg en een paar harde pistes lopen over de rug van het eiland.

In het dorp João Galego gebeurt niets, de sfeer is loom en voor het cultureel centrum spelen kinderen met kippen en een bal. Jonge meisjes ontkroezen elkaars haar, een vrouw met bloeddoorlopen ogen verkoopt geitenkaas, een man met immense zonnehoed lacht me vriendelijk toe. No stress lees ik weerom op een gevel. Zo is dat. Kaapverdië is een weldoende ontdekking voor de kust van Afrika.

Tekst en foto’s Mark Gielen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content