Een vrouw op de barricade

Al is het bijna 25 jaar geleden, toch kennen we haar nog als presentatrice van het Eurosongfestival 1987, in Brussel. Intussen woont Viktor Lazlo al jaren in Parijs. Ze treedt op, acteert, schrijft. En ze verdedigt haar rechten: als vrouw, als moeder, als mens.

Toen was ze een icoon van de jaren 80, een Belgische Sade met een zwoele stem en jazzy muziek. Vandaag ziet ze er nog even prachtig uit: knap, rijzig, stijlvol. Victor Lazlo wordt dit jaar 50 en ze straalt een zelfverzekerde nonchalance uit, helemaal opengebloeid als ze is, zowel in haar privéleven als in haar carrière. Zopas publiceerde ze een boek dat bij onze zuiderburen enthousiast ontvangen werd. La femme qui pleure is een gewelddadig een passioneel liefdesverhaal, waarvan de heldin uiteindelijk in de psychiatrie belandt.

Plus Magazine: Waarom bent u gaan schrijven, en meteen over zo’n zwaar onderwerp?

Ik ben altijd gefascineerd geweest door alles wat zich onder onze schedel afspeelt. De afhankelijkheid die verliefdheid met zich meebrengt, vind ik interessant. Of het onvermogen van sommigen om een serene band met hun omgeving op te bouwen. Maar vooral: het wezen van de vrouw en hoe moeilijk het vaak is om vrouw te zijn. Al eeuwenlang strijden vrouwen overal ter wereld voor hun rechten, en dat gevecht is nog niet voorbij. Ik geloof niet dat er zoiets als een nieuw feminisme bestaat, er is alleen de nooit ophoudende strijd om te verdedigen wat we verworven hebben.

Het hoofdpersonage van uw boek doet werkelijk alles voor de liefde...

Vrouwen die de anderen meer liefhebben dan zichzelf, dat komt veel vaker voor dan je denkt. Mijn heldin laat zich overweldigen door de liefde. Vele vrouwen hebben dit gevoel gekend, ook al was het maar voor een korte tijd: dat onvermogen om de juiste beslissingen te nemen, het zich compleet willekeurig of onsamenhangend gedragen. Voor de liefde doe je vaak exact het tegenovergestelde van wat je zou moeten doen! Ik geloof dat je maar kunt geven wat je ontvangen hebt. Voor wie onvoldoende liefde heeft gekregen, loopt het allemaal wat moeilijker in het leven.

Is schrijven zo belangrijk geworden dat het uw loopbaan als zangeres in de schaduw stelt?

Ik ben al heel lang met schrijven bezig, hoor. In mijn jeugd hield ik al een dagboek bij, over kalverliefdes en alles wat me bezighield. Ik vind het prettig om af en toe nog eens in die boekjes te duiken. Onlangs las ik in mijn allereerste dagboek: “Ik wil alle vormen van kunst beoefenen, en vooral schrijven.” Ik was toen twaalf. Ik bedoel maar: schrijven is voor mij altijd een manier geweest om mezelf te ontdekken. Toen ik mijn eerste uitgever ontmoette, zei ik hem dat schrijven voor mij een kwestie van overleven is. Zo voel ik dat nog altijd aan. Als ik te lang niet kan schrijven, al zijn het maar enkele woorden in een schriftje, dan word ik ziek.

Kon u uw gevoelens dan niet kwijt in uw liedjes? Van al die sombere gedachten uit uw boek vind ik weinig terug in uw muziek.

Maar dat is een bewuste keuze. Aanvankelijk had ik als zangeres een braaf imago, maar daar heb ik me snel van losgerukt. Lou Deprijck, mijn eerste producer, wou van mij een soort icoon van de jaren 50 maken. Maar ik wou over de liefde zingen, want dat is in mijn ogen het enige wat telt. De heldere en positieve kant van de liefde, die heb ik vooral in mijn liedjes proberen te leggen. En toch zeggen mensen me vaak dat mijn muziek een zekere melancholie uitstraalt, zonder somber te zijn. De liefde als een bepalende factor die een mens kan grootmaken of kan breken.

Hoe is uw contact met het publiek. Bent u een podiumbeest?

Ik ben gek op de scène en ik heb het publiek nodig. Een concert, dat is pure emotie. De golf van energie die je vanuit het publiek voelt, de blik van die mensen, hun glimlach, hun tranen.... Ze moeten mij bij manier van spreken van het podium afslaan. Momenteel werk ik trouwens aan een project rond het repertoire van Billie Holiday dat ik in september 2011 in België zal brengen.

U bent van Caribische afkomst. Heeft dat een invloed gehad op uw leven, hier in Europa?

Zeker. Ik was vier toen ik in België aankwam. Mijn zus en ik waren de enige zwarte meisjes in een volledig blanke microkosmos. Bovendien woonden we als Franstaligen in Vlaanderen. Dat verschil heeft altijd deel uitgemaakt van mijn leefwereld. Ik heb de blik van mijn omgeving gevoeld. Ik heb racistische opmerkingen gehoord. Daardoor begon ik al vrij snel na te denken over hoe ik met mijn roots kon omgaan. En ook hoe ik ze in mijn voordeel kon gebruiken. Maar een publiek figuur worden, zoals ik dat enkele jaren geweest ben, dat was nog veel heviger. Het succes wekt het beste en het slechtste in mensen op: van bewondering tot afgunst. Maar wees gerust: ik heb hier en daar wat schrammen opgelopen, maar meer niet.

U hebt een zoon van 22. Bent u een beschermende moeder?

Een echte moederkloek ben ik. Ik had van jongs af aan ondervonden hoe moeilijk het is vrouw te zijn, dus was ik in de wolken toen ik een zoon kreeg. Ik heb niet toevallig een mannelijk pseudoniem gekozen (Viktor Lazlo is een personage uit de filmklassieker Casablanca, ndvr). Een man trekt zich altijd wel uit de slag. Toch belt mijn zoon me vaak op en dat vind ik fantastisch. Elk telefoontje van hem maakt mijn dag goed!

Is uw zoon kritisch voor uw werk?

Helemaal niet. Alles wat mama doet, vindt hij fantastisch. Een jaar geleden heeft hij samen met zijn vrienden al mijn platen beluisterd, terwijl hij toch meer in alternatieve rock geïnteresseerd is. Omdat ik hem helemaal alleen heb opgevoed en wij ons moesten beschermen tegen de boze buitenwereld, zijn we een hecht team geworden. Ik denk dat hij gewoon van mij houdt!

Tijdens uw carrière werd u vaak omschreven als ‘een exotische schoonheid’. Wat vond u ervan dat uw uiterlijk zo werd uitgespeeld?

In het begin probeerde ik mijn lichaam zoveel mogelijk weg te stoppen. De mensen moesten naar mijn stem luisteren, de rest was niet belangrijk, weet je wel. Ik was 23 en had net een jaar als mannequin gewerkt. Ik had mijn buik vol van die wereld waarin alleen belangrijk was hoe je er uitzag. Let op, ik heb me geweldig geamuseerd toen ik kleren showde van Thierry Mugler en zo. Maar met het ouder worden, ben ik meer met mezelf in het reine gekomen en nu prijs ik me gelukkig dat Moeder Natuur me goed heeft toebedeeld. Dank u wel, mama en papa! Ik maak er gebruik van, maar wil het publiek veel meer geven dan dat. Dat ik nu 50 word maakt geen verschil. Alleen ben ik misschien wat discreter op vestimentair gebied, uit respect voor mijn partner en mijn zoon.

Dat schrijven, heeft dat ook te maken met het feit dat u graag de eenzaamheid opzoekt?

Ja, ik ben een eenzaat. Ik heb nood aan stilte maar ik hou er ook van, te luisteren naar anderen en interessante dingen op te steken van mensen voor wie ik respect voel. Ik heb een aantal mooie ontmoetingen gehad in mijn leven. Mijn samenwerking met Serge Gainsbourg bijvoorbeeld was erg krachtig. En dan is er ook David Lynx, die ik liefheb alsof hij mijn kleine broertje was. Er zijn zoveel prachtige mensen die mijn pad hebben gekruist.

U hebt al in Martinique gewoond, in Bretagne, in Vlaanderen, in Brussel en nu in Parijs. Waar voelt u zich het meeste thuis?

In de armen van de man van wie ik hou. Waar ik ook ben, als ik mijn hoofd op zijn schouder kan leggen, voel ik me thuis. Maar als ik dan toch één plaats moet kiezen, de plek waar ik het allermeest van hou, dan is het Le Diamant, een prachtig dorp in Martinique. Spijtig genoeg kom ik daar veel te weinig.

Gilda Benjamin – Foto’s Benny De Grove

“Ja, ik ben een eenzaat, maar ik luister ook graag naar wie ik respecteer.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content