Een show met lampionnetjes

Misschien is de lampionplant wel de herfstplant bij uitstek. In het najaar vormt ze oranje lantaarntjes die een rode bes omhullen. En ze laat zich gemakkelijk drogen tot een speelse verschijning in droogboeketten.

In de zomer ziet de lampionplant (Physalis alkekengi) er gewoontjes uit. Een tuinplant van een goede meter hoog met witte bloemen die in de oksels van grote bladeren staan. Maar vanaf augustus begint het spektakel: de bloemen sluiten zich tot kelken en de kelken nemen de vorm aan van decoratieve lampionnetjes. Die zijn eerst groen maar verkleuren dan tot oranje. Als u elke dag naar de planten gaat kijken, zult u de wonderlijke verpopping van nabij meemaken.

Daarmee is de natuurshow echter nog niet gedaan. De lampionnetjes dienen als een omhulsel voor de bes die zich binnenin ontwikkelt. U ziet de bes niet, tot op het moment dat ze rood en helemaal rijp is. Dan wordt het lampionnetje licht doorzichtig. Alsof het wil zeggen: kijk, mijn vrucht is rijp, pluk ze nu maar! De voorwaarde is dan wel dat forse herfstregens de lampionnetjes niet voortijdig hebben doen rotten.

Aarzel niet om stengels met lampionnetjes af te snijden voor een herfstboeket. Om de show tot in de winter te laten duren, kunt u de stengels drogen. Pluk ze dan op het moment dat de lampionnetjes net oranje zijn geworden. Het drogen gaat makkelijk en vrij snel (een dag of tien). Span een draad in een donkere, vrij warme en tegelijk goed verluchte kamer (op een zolder of in een garage met een klapraam bijvoorbeeld). In tegenstelling tot andere soorten mag u de lampionplant echter niet ondersteboven laten drogen. Hang elke stengel met een elastiekje rechtop aan de draad.

Let op: de Physalis behoort tot de nachtschaden. De meeste delen van de plant zijn licht giftig, maar de bessen zijn dan weer eetbaar (zij het zuur). Trek dus voor alle zekerheid handschoenen aan als u de stengels plukt of verwerkt.

Laat ze niet woekeren

Officieel is de lampionplant een vaste plant, maar nogal wat mensen hebben een slechte ervaring met het overhouden. De plant gaat snel woekeren en dan wordt het showplezier in de volgende jaren vergald door de problemen om ze in toom te houden (van sierplant tot onkruid!). Daarom kunt u Physalis beter als éénjarige plant houden en ze zaaien in een grote kuip, bak of tuinvaas, die u eventueel in de tuin ingraaft. Andere mogelijkheid: de bodem en de zijkanten van het plantgat in de tuin bekleden met worteldoek.

Zaaien doet u in mei, rechtstreeks op de definitieve plaats. Laat 20 cm tussen elk zaadje en geef geregeld water na het zaaien. Ideaal is een warme en zonnige standplaats. n

Ludo Hugaerts