Een prothese voor een beweeglijke duim

Eenmaal de 50 voorbij krijgt bijna één vrouw op de vijf te kampen met artrose in de duim. Meestal blijven de ongemakken beperkt, maar soms krijgt ze moeite met schrijven, met het openen van een raam, het starten van de wagen. Dan kan een prothese uitkomst bieden.

Een hand is een fantastisch instrument!”, aldus een enthousiaste dr. Louis Kinnen, diensthoofd van het centrum voor handheelkunde in het Park Leopoldziekenhuis in Brussel. Het klopt dat we onze handen elke dag opnieuw nodig hebben bij tal van gebaren: schrijven, iets vasthouden, aanraken of doorsnijden, een tas dragen, een sleutel omdraaien in het slot... Onze duim is daarbij van essentieel belang: die gebruiken we om met de rest van onze hand een voorwerp vast te kunnen klemmen.

Artrose is de vroegtijdige slijtage van het kraakbeen tussen twee botten. Wanneer dat kraakbeen dunner wordt, schuren de botten van het gewricht over elkaar, wat leidt tot pijn en verminderde beweeglijkheid. We associëren artrose vooral met knieën en heupen maar na de leeftijd van 50 jaar komt ook duimartrose (rizartrose) vrij vaak voor. “Duimartrose treft vooral vrouwen, zonder dat daar een verklaring voor is. En vaak worden beide handen tegelijk aangetast.”

Mechanisch probleem, mechanische oplossing

Rizartrose treft het basisgewricht van de duim. “De diagnose stellen we met röntgenfoto’s en eventueel een scan. En op basis daarvan krijgt de patiënt diverse oplossingen voorgeschoteld.”

Concreet kan het dan gaan om een orthese om de duim rust te gunnen (die wordt vastgezet in een harde schelp), kinesitherapie, injecties met ontstekingsremmers, acupunctuur, glucosaminetabletten, enz. Of die oplossingen echt helpen? “Ze kunnen een tijdje soelaas bieden maar het blijven lapmiddeltjes. Artrose is een mechanisch probleem, dus zal alleen een mechanische oplossing definitief zijn. Dat wil zeggen: het gewricht vervangen door een ander gewricht. Vergelijk het met een deurscharnier dat knarst omdat er zand in zit: als u er olie in druppelt, zal het scharnier minder lawaai maken maar nog altijd knarsen. Drie maanden later moet u er opnieuw olie indruppelen, of het scharnier vervangen. Met een gewricht is dat net zo! Al die behandelingen kunnen helpen voor korte tijd: ze verlichten de symptomen maar genezen doen ze niet.”

“Ik opereer geen röntgenfoto’s!”

Als deze behandelingen niet volstaan, schakelen we over naar een hogere versnelling: chirurgie. “Wanneer we het vandaag hebben over chirurgie bij duimartrose, praten we vooral over een zogenaamde trapezo-metacarpale prothese”, legt dr. Kinnen uit. Zo’n prothese bestaat doorgaans uit drie delen die het mogelijk maken om de duim te bewegen.

Wanneer opereren noodzakelijk is? “Daar beslis ik niet over, maar wel de patiënt”, beklemtoont de chirurg. “Want alleen hij weet in welke mate hij last heeft van zijn artrose. Iemand kan een ernstige vorm van artrose hebben en toch nooit klagen. Waarom dan opereren?” Anderzijds kan artrose in een schijnbaar weinig gevorderd stadium resulteren in pijn en minder beweeglijkheid.

“Het is dan mijn taak om uit te leggen wat de mogelijkheden zijn. Stel dat u mij raadpleegt wegens artrose. Ik zal u dan vragen of u er last van hebt, of u nog kunt fietsen, of u uw huishouden nog kunt doen, enz. Ik zeg altijd dat ik geen röntgenfoto’s opereer, maar mensen! Een röntgenfoto vertelt mij niets over de pijn en het verlies aan beweeglijkheid die de patiënt ervaart.”

Zijn er aan het uitstellen van de operatie risico’s verbonden? “Helemaal niet. De natuur zijn gang laten gaan, betekent verdere aftakeling. Maar afwachten, en eventueel later beslissen om te opereren is perfect mogelijk. Er is geen haast bij.”

Almaar betere protheses

Circa dertig jaar geleden doken de eerste siliconen vingerprotheses op. Maar sinds een jaar of tien zijn de heelkundige technieken en de materialen er fors op vooruitgegaan. “Na silicone kwamen er protheses in titanium, in pyrocarbon, polyethyleen, keramiek, hydroxyapatiet, enz. Een nieuw type prothese is altijd de vrucht van een langdurige samenwerking tussen chirurgen en ingenieurs: de chirurgen komen met de ideeën en het ontwerp, de ingenieurs kiezen het materiaal en vervaardigen de prothese. Een belangrijk aspect is de fixatie van de prothese in het bot. Het geheel moet stevig zijn. Een nieuw prototype moet dus aan een heleboel vereisten voldoen: men laat het bijvoorbeeld bijna 4 miljoen keer draaien om de weerstand en de soepelheid te testen...”

Ook de leeftijd van de patiënten die voor chirurgie in aanmerking komen, is geëvolueerd. “In het begin opereerden we vooral patiënten tussen de 50 en de 55 jaar, vandaag is een prothese perfect mogelijk voor een patiënt van bijvoorbeeld 75 jaar. Het is echt een courante ingreep geworden. n

Gwenaëlle Ansieau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content