Een overzicht van de eerste concrete toepassingen en de hoopgevende verwachtingen

Alzheimer: steeds betere diagnose

DE VOORUITGANG:

Tientallen behandelingen in de testfase. Er zijn al twee groepen van medicijnen – cholinesteraseremmers en NMDA-antagonisten – die het dagelijkse leven van de patiënten comfortabeler maken. Op voorwaarde dat ze vroeg worden voorgeschreven, kunnen ze de hulpbehoevendheid uitstellen. Het effect ervan blijft evenwel bescheiden. Maar overal ter wereld testen tal van patiënten diverse moleculen die de aanmaak van de abnormale eiwitten (die de zenuwcellen doen afsterven) moeten tegengaan. Sommige zouden de reeds aangerichte schade zelfs ietwat kunnen herstellen.

Diagnose in een vroeger stadium. Patiënten zullen maar baat hebben bij deze toekomstige behandelingen als de diagnose zo vroeg mogelijk met zekerheid wordt gesteld. “De researchteams maken vorderingen met diagnoses op basis van de concentratie aan specifieke eiwitten (biomarkers) in het cerebrospinale vocht of zelfs op basis van een gewoon bloedonderzoek”, verduidelijkt professor Bruno Dubois, neuroloog in Parijs. Bedoeling: twee of drie jaar winnen op de ziekte, vooral bij complexe gevallen en bij jonge patiënten.

Binnenkort een vaccin? Er lopen nieuwe tests met een vaccin. “Het is de bedoeling om het organisme zover te krijgen dat het antilichamen aanmaakt tegen het peptide bèta-amyloïde om te vermijden dat dit zich vormt of aan-eenklit”, legt professor Dubois uit. De eerste resultaten zijn bemoedigend: één injectie per maand zou de plaquevorming tegengaan en de letsels terugdringen. Binnen twee jaar zullen we weten of dit echt een gunstige impact heeft op het leven van de patiënten.”

Parkinson: alternatieve behandelingen

DE VOORUITGANG:

Een nieuw geneesmiddel. Wat er gebeurt bij de ziekte van Parkinson? De zenuwcellen die de bewegingen controleren, sterven geleidelijk aan af omdat ze niet meer genoeg dopamine aanmaken (dopamine is een neurotransmitter die een cruciale rol speelt bij de signaaloverdracht tussen de cellen). Tot voor kort beschikten de artsen slechts over twee behandelingen om het tekort aan dopamine te compenseren: Levodopa en dopamine-agonisten. Sinds 2010 is er een nieuw medicijn – Rasagiline – dat de symptomen doet afnemen en voor het eerst de opmars van de ziekte lijkt af te remmen.

Diepe hersenstimulatie. Deze spectaculaire methode – in 1987 ontdekt in Grenoble – kan uitkomst bieden wanneer medicijnen niet meer helpen. In de hersenen worden elektroden ingeplant. Die staan in verbinding met een elektrische stimulator net onder de huid en activeren de zones die de bevingen (tremor) moeten blokkeren. Patiënten die met deze techniek werden geholpen, voelen zich herboren en “net zo fit als voor de ziekte.” Maar het blijft een erg delicate ingreep (die inwerkt op structuren die kleiner zijn dan een rijstkorrel). En slechts 10 tot 15% van de patiënten komt er voor in aanmerking. Wetenschappers werken wel aan een eenvoudigere methode waarbij men niet de hersens maar het ruggenmerg stimuleert.

Hoop op celtherapie. In gezonde hersenen vernieuwen de dopamineproducerende neuronen zich dagelijks vanuit stamcellen. Vandaar het idee om stamcellen te transplanteren naar de aangetaste hersenzones. Onlangs slaagde een Amerikaans team erin om de stamcellen te dwingen zich om te vormen tot dopamineproducerende zenuwcellen. De eerste tests zijn hoopgevend: de resultaten zijn even goed als bij hersenstimulatie en celtherapie is een minder agressieve techniek.

Marie-Christine Colinon en Agnès Duperrin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content