Een menopauze zonder zorgen

De menopauze is een belangrijke fase in het leven van een vrouw. Gelukkig is er veel begrip voor dit fenomeen en is de wetenschap er de laatste jaren aanzienlijk op vooruitgegaan. Lees hier de geheimen van een zorgeloze menopauze!

Met haar hyperactief leven zou de vrouw van de 21ste-eeuw bijna vergeten dat de menopauze optreedt rond de leeftijd van 50 jaar. Dan doet Moedertje Natuur haar werk. Tegenwoordig hebben we echter de middelen om deze periode op een aangenamere manier te beleven dan de vorige generaties. We zijn beter geïnformeerd en beschikken over een waaier van oplossingen voor de kwaaltjes waarmee sommige vrouwen geconfronteerd worden.

Het belangrijkste kenmerk van de menopauze is dat de eierstokken definitief en onomkeerbaar stoppen met de productie van eicellen en vrouwelijke hormonen (oestrogeen en progesteron). Concreet wil dit veel meer zeggen dan dat we niet meer zwanger kunnen worden. Samen met dr. Mireille Smets, hoofd Gynaecologie van het Saint-Lucziekenhuis in Brussel, overlopen we de recentste ontwikkelingen en de nieuwe inzichten op dit vlak.

De premenopauze: een overgangsfase?

De premeopauze gaat vooraf aan de laatste menstruatiecyclus en kan enkele maanden tot enkele jaren duren. Bij sommige vrouwen begint de ze al rond de leeftijd van 45 jaar, bij andere pas rond 48 of 49 jaar. “De premenopauze is een geleidelijk proces”, legt dr. Smets uit. “Eerst ondervinden we kleine menstruatieproblemen met kortere cycli, vervolgens blijven de maandstonden steeds langer uit en krijgen we de eerste opvliegers als gevolg van het hormonentekort. Het gaat dus om een lange periode van onbepaalde duur, die verschilt van de ene vrouw tot de andere.”

Gewoonlijk vereist de premenopauze geen bijzondere behandeling. “Maar als vrouwen te veel last hebben, schrijven we hun een behandeling voor tegen het tekort aan progesteron. In deze periode is ons lichaam immers ontregeld. De ene dag hebben we te veel hormonen, de andere dag te weinig. De hormonale substitutietherapie heeft dus geen zin want dan zouden we elke dag een bloedproef moeten afnemen om te zien wat we op dat ogenblik precies nodig hebben! Tijdens deze periode voelen vrouwen zich vaak het slechtst.”

Goed om te weten: terwijl de meeste vrouwen tijdens de premenopauze minder ongesteld zijn, kunnen sommige net hevigere bloedingen hebben omdat ze niet meer genoeg progesteron produceren. Dit hormoon controleert de maandstonden. Panikeren is niet nodig, maar praat erover met uw huisarts.

En wat gebeurt er met wie een anticonceptiemiddel neemt? Dat hangt af van het gekozen middel. “Hormonale anticonceptie in de vorm van een pil zet de werking van de eierstokken als het ware op pauze”, zegt dr. Smets. “De vrouw ovuleert niet meer, de maandstonden zijn kunstmatig en ze is zich dus niet bewust van de veranderingen als gevolg van de premenopauze. Ze zal bijvoorbeeld niet de kortere en langere cycli opmerken aangezien de maandstonden automatisch beginnen aan het einde van elke strip. De pil, die synthetisch oestrogeen en progesteron bevat, zal trouwens positief reageren op de opvliegers. Slechts een minderheid van de vrouwen zal er last van hebben tijdens de periode dat ze de pil slikt, en zal zich minder goed voelen tijdens de periode van 7 dagen dat ze de pil niet slikt. Als er dus geen medisch bezwaar is om de pil te nemen, kan deze helpen om door de eerste symptomen van de premenopauze te raken.”

Het klassieke spiraaltje (mechanisch, zonder hormonen) zal daarentegen geen enkele invloed hebben op het verloop van de premenopauze. “Met een hormonaal spiraaltje hebben sommige vrouwen echter helemaal geen maandstonden meer aangezien het progesteron dat vrijkomt door het spiraaltje, ervoor zorgt dat ze volledig uitblijven. Deze vrouwen kunnen dus niet weten of ze in de overgang zijn of niet, tenzij ze een bloedproef laten afnemen.”

Op welke leeftijd treedt de menopauze op?

Terwijl de levensverwachting de voorbije eeuwen aanzienlijk toegenomen is, is de gemiddelde menopauzeleeftijd bijna onveranderd gebleven. “Als we kijken naar Griekse teksten, de Egyptische geneeskunde of middeleeuwse geschriften, kortom naar alle beschavingen, stellen we vast dat de menopauze altijd optreedt rond de leeftijd van 50 jaar. Dat is overigens de reden waarom deze problematiek vroeger op weinig belangstelling kon rekenen, want wegens de kortere levensverwachting was de menopauze minder belangrijk...”

In tegenstelling tot bepaalde opvattingen heeft het aantal zwangerschappen niets te maken met de leeftijd waarop de menopauze optreedt. Ook vrouwen die op zeer jonge leeftijd hun eerste maandstonden kregen, zullen niet eerder dan andere in de overgang komen. “Wel zullen rokende vrouwen ongeveer een jaar vroeger in de overgang komen dan vrouwen die niet roken. De menopauze kan eveneens 6 maanden tot 1 jaar vroeger optreden bij vrouwen die een hysterectomie ondergingen met behoud van de eierstokken”, zegt dr. Smets.

Is er een verband tussen de menopauzale leeftijd van een vrouw en deze van haar moeder, zoals wel eens wordt beweerd? “Dat blijkt vooral zo te zijn bij vroegtijdige menopauze, vóór de leeftijd van 40 jaar. Volgens zeer recente studies zou de menopauzeleeftijd genetisch beïnvloed zijn. Zo zou de leeftijd vastliggen in onze chromosomen en dus van generatie tot generatie overgedragen worden. Dat wil echter niet noodzakelijk zeggen dat we dezelfde symptomen hebben als onze moeder.”

Hoe weet ik zeker dat ik in de menopauze ben?

Alleen op basis van een bloedproef kan uw arts met zekerheid vaststellen of u al in de menopauze bent. In het bloed wordt het hormoongehalte gemeten. De afwezigheid van hormonen wijst erop dat de eierstokken definitief gestopt zijn met werken.

“Vrouwen die de pil nemen en de menopauzeleeftijd bereikt hebben, kunnen pas een bloedproef laten afnemen nadat ze één maand gestopt zijn met de pil, om te zien of ze nog oestrogeen en progesteron produceren”, zegt dr. Smets.

Het hormoongehalte kan trouwens niet plots nul bedragen. Tussen een normale werking van de eierstokken en een bewezen menopauze kan het hormoongehalte variëren, wat wijst op een premenopauze.

Waaraan mogen we ons verwachten?

Tijdens de overgang duiken talloze veranderingen in ons lichaam op. Sommige zijn identiek bij alle vrouwen, andere doen zich in mindere of meerdere mate voor bij de ene vrouw dan bij de andere. Een goed gesprek met uw huisarts is hier noodzakelijk, zodat u uw vragen kunt stellen, advies krijgen en eventueel hulpmiddeltjes die de overgang draaglijker maken.

Zwangerschap: dat is voorbij!

Tijdens de menopauze maken de eierstokken geen eicellen meer aan, die dus ook niet meer bevrucht kunnen worden. Met andere woorden, een vrouw kan niet meer zwanger worden. “Sommige vrouwen zijn nog altijd bang zwanger te worden wanneer ze in de overgang zitten, maar dat kan fysisch gewoonweg niet. Bepaalde hormonale behandelingen veroorzaken wel een cyclus, maandstonden dus, maar de eierstokken produceren geen eicellen meer. Bijgevolg zijn zwangerschappen niet mogelijk.”

Opvliegers: bij de ene wel, bij de andere nauwelijks

Het is zonder twijfel het best gekende symptoom van de menopauze. Er zijn twee soorten opvliegers: premenopauzale en menopauzale.

“Tijdens de premenopauze kan de oestrogeenproductie pieken met zeer hoge hormoongehaltes. Deze sterk wisselende oestrogeenspiegels worden gedetecteerd door het warmte-regulerend centrum (een zone in de hersenen ter hoogte van de hypothalamus) dat als reactie opvliegers veroorzaakt. In dat geval gaat het niet om een tekort maar een teveel aan hormonen! Extra hormonen geven terwijl er al een teveel is, zou de situatie alleen maar erger maken. Een bloedproef is dus noodzakelijk.”

Tijdens de menopauze zelf zijn opvliegers te wijten aan een hormonentekort. Maar niet alle vrouwen hebben er last van. Ongeveer 20 % van de vrouwen weet zelfs niet wat het is, terwijl 20 tot 25 % ze hun hele leven lang heeft. De rest van de vrouwen (de meerderheid) heeft ze gedurende een wisselende maar korte periode. Na 6 maanden tot 2 à 3 jaar verdwijnen ze vanzelf.”

Gewichtstoename: het metabolisme vertraagt

De menopauze gaat meestal gepaard met een lichte gewichtstoename. “Drie vrouwen op de vier komen aan”, zegt dr. Smets. “Maar er heerst vaak verwarring, want dit wordt niet veroorzaakt door de hormonale behandeling maar door de menopauze zelf. Tijdens de overgang begint het metabolisme immers trager te werken. Om dezelfde inspanningen te leveren, heeft het lichaam dan ongeveer 5 tot 10 % minder energie nodig. Als we dus op dezelfde manier verder leven, zal deze 5 tot 10 % extra calorieën een gewichtstoename veroorzaken. Dit probleem is te omzeilen door minder calorieën op te nemen (hetzelfde eten maar in kleinere hoeveelheden) en meer calorieën te verbranden (meer bewegen).”

Emoties: een kwestie van hormonen

Tijdens de menopauze zijn vrouwen kwetsbaarder, gevoeliger, onstabieler,... Maar waarom? Nog niet zo lang geleden werden deze humeurwisselingen toegeschreven aan het feit dat wanneer een vrouw in de menopauze komt, haar kinderen de leeftijd bereikt hebben dat ze het huis verlaten (het legenestsyndroom) terwijl haar echtgenoot op datzelfde moment het heel druk heeft met de laatste eindspurt in zijn carrière. “Dat beeld is aan het veranderen”, zegt dr. Smets. “Het dateert veeleer van de vorige generatie die op jongere leeftijd aan kinderen begon en meestal huisvrouw was. Vandaag gaan vrouwen uit werken en ze krijgen op latere leeftijd kinderen die dus ook langer thuis blijven. De menopauze valt dus minder vaak samen met het vertrek van de kinderen,... Maar er is wel een emotionele kwetsbaarheid als gevolg van het hormonentekort.”

Osteoporose: in de gaten te houden!

Dit is een van de courante complicaties van de menopauze. “Wegens het tekort aan oestrogeen neemt het calciumgehalte af”, zegt dr. Smets. “Op 30-jarige leeftijd hebben we de maximale hoeveelheid botmassa bereikt. Na deze leeftijd begint de massa af te nemen. Tijdens de menopauze wordt dit botverlies groter en zien we een duidelijke breuk in de curve.”

Het scenario verschilt echter van de ene vrouw tot de andere. “Dit hangt bijvoorbeeld af van de oorspronkelijke botdensiteit. Als deze zeer hoog is, kan de densiteit verminderen zonder dat een kritieke botmassa bereikt wordt. De oorspronkelijke botdensiteit van sommige vrouwen is echter lager en zij zullen deze kritieke grens dus sneller bereiken. De tweede factor, de snelheid van het botverlies, varieert eveneens van persoon tot persoon. Ten slotte heeft de inname van cortison (voor de behandeling van bepaalde ziekten) een schadelijk effect op de botten. In dat geval zullen antihormonale behandelingen (bijvoorbeeld tegen endometriose) een onherstelbaar botverlies meebrengen als ze langer dan 6 maanden gevolgd worden.

Belangrijk: de hormonale substitutietherapie heeft een positieve invloed op de botmassa. “HST stabiliseert de botdensiteit tot het niveau waarop met de behandeling gestart werd. Volgens reumatologen is een behandeling van minstens 5 jaar vereist om een duidelijk resultaat te verkrijgen, na 10 jaar werd de botmassa voldoende ondersteund. U moet echter weten dat de botmassa opnieuw zal afnemen zodra de behandeling stopt. Ze stelt het probleem dus slechts uit. Maar soms is dat voldoende om de kritieke grens terug te schuiven tot na de levensverwachting van de patiënte. Voor wie een zeer lage botmassa heeft, kan het verstandig zijn de behandeling langer te volgen.”

Vaginale droogte: voor ieder een oplossing

Vaginale droogte is een gevolg van het tekort aan oestrogeen. Deze klacht treedt 6 maanden tot 1 jaar na het begin van de menopauze op. Oplossingen? “De klassieke hormoonbehandeling werkt zeer goed. Daarnaast kunt u een lokale hormoonbehandeling volgen in de vorm van oestrogeencrèmes of -zetpillen die u rechtstreeks in de vagina aanbrengt en die even goed en zelfs beter werken als een orale behandeling”, aldus dr. Smets. “Het voordeel is trouwens dat deze lokale behandelingen zich niet over het hele lichaam verspreiden en dus niet de neveneffecten (borstkanker, trombose, embolie,...) van HST hebben. Ze kunnen bijgevolg gegeven worden aan vrouwen die al borstkanker gehad hebben.” Er bestaan verschillende soorten bereidingen die elke dag of een keer per week aangebracht moeten worden. Om het seksueel contact vlotter te laten verlopen, kunt een glijmiddel gebruikt worden.

Het seksleven: fysieke en hormonale veranderingen

Na de menopauze ondergaat het seksleven vooral veranderingen door de eventuele anatomische wijzigingen als gevolg van het hormonentekort. “Met de tijd krimpt de vagina en bevat ze minder bloedvaten. Ze wordt dan droog bij gebrek aan natuurlijke afscheiding. Tegelijkertijd veranderen de zenuwuiteinden en wordt de vagina dus minder gevoelig. Seksueel contact kan moeilijker worden. Bovendien vermindert ook het libido wanneer de hormonenproductie stilvalt, maar het is er nog wel aangezien het vooral afhankelijk is van mannelijke hormonen.” Oplossingen? “Niet echt”, stelt dr. Smets vast. “Ook HST kan maar weinig helpen in dit geval.”

Urineverlies: we pakken het aan

Licht urineverlies komt wel vaker voor tijdens de menopauze. Waarom? “Dit is te wijten aan een probleem met de sluitspieren die verzwakt zijn door de inspanningen, traumatische bevallingen en zo meer. Het hormonentekort als gevolg van de menopauze vergroot dit probleem nog aangezien het oestrogeentekort de weefsels minder elastisch maakt. De menopauze is dus niet rechtstreeks verantwoordelijk voor het urineverlies maar verergert het wel.”

Een hormonale behandeling kan dit urineverlies niet verhelpen. De enige oplossingen bestaan erin, zo snel mogelijk voorzorgsmaatregelen te nemen en bescherming te dragen. In extreme gevallen wordt kinesitherapie en zelfs chirurgie aanbevolen.

Infecties: verminderde bescherming

Er doen zich almaar meer vaginale en blaasontstekingen voor, en dit om een zeer eenvoudige reden. “Met de menopauze stopt ook de vaginale afscheiding (witverlies). Deze afscheiding is zuur en doodt bacteriën. Zodra deze natuurlijke bescherming weg is, is het logisch dat de kans op infecties groter wordt.” Een lokale oestrogeenbehandeling kan de afscheiding herstellen.

Testosteron: voorzichtigheid geboden

Testosteron is het mannelijke hormoon. Terwijl de eierstokken tijdens de menopauze stoppen met de productie van oestrogeen en progesteron, blijven ze nog altijd een beetje testosteron produceren. “Dit verklaart waarom sommige vrouwen na de menopauze mannelijke trekjes (zoals meer beharing) vertonen. In sommige gevallen kan testosteron als supplement gegeven worden op voorwaarde dat er een bewezen tekort is. Testosteron is interessant voor twee zaken: het libido en de energie. Momenteel bestaat er al een testosterongel en binnenkort zou er ook (eindelijk!) een laaggedoseerde patch op de markt moeten komen.”

Gwenaëlle Ansieau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content