Een kot verhuren

Schriftelijk contract

Als je een studentenkamer wil verhuren, moet je een schriftelijke huurovereenkomst opmaken in evenveel originele exemplaren als er partijen zijn. Dat huurcontract moet worden geregistreerd. Is de student nog minderjarig, dan moet je het huurcontract afsluiten met zijn ouders. Maar ook als de student meerderjarig is, laat je de ouders best mee ondertekenen als extra partij. Als de student de maandelijkse huur niet betaalt, kan je dan bij hen aankloppen. Bepaal in het huurcontract dat de ouders en de student hoofdelijk gehouden zijn tot de betaling van de huur.

Plaatsbeschrijving

Maak je geen plaatsbeschrijving, dan wordt de huurder geacht het goed in dezelfde staat te hebben ontvangen als die waarin de kamer zich bij het einde van de huur bevindt. Als verhuurder wordt het tegendeel bewijzen dan praktisch onmogelijk. Een clausule in de huurovereenkomst waarin de huurder verklaart dat hij het goed in perfecte staat heeft ontvangen, is niet geldig. Laat de plaatsbeschrijving ook registreren. En maak bij het einde van de huur opnieuw een plaatsbeschrijving op. Is er huurschade, dan kan je vragen dat de huurder je daarvoor vergoedt.

Huurprijs en extra’s

Neem in het huurcontract op wat de student bovenop de huurprijs moet betalen: de kosten van elektriciteit, verwarming, water, huurdersverzekering, internet, studententaksen, enz. Het bedrag dat je voor de nutsvoorzieningen vraagt, kan een vaste som zijn of een maandelijks voorschot, met op het einde van de huurperiode een afrekening.

Borg

Als je een studentenkamer verhuurt, geldt de wettelijke regeling uit de woninghuurwet over de huurwaarborg niet. Je mag als waarborg dan ook meer dan twee maanden huur vragen. De meeste verhuurders beperken de waarborg tot één of twee maanden huur. De waarborg moet evenmin worden gestort op een geblokkeerde rekening bij de bank. Je kan dus vragen hem cash te betalen of op jouw rekening laten storten.

Tweede zit

Als je een studentenkamer verhuurt, is de woninghuurwet niet van toepassing. Je kan dus kiezen hoelang het huurcontract loopt. De meeste huurovereenkomsten voor studenten lopen 12 maanden. Verhuur je voor 10 of 11 maanden, tref dan in de huurovereenkomst een regeling voor de tweede zit. Je kan bijvoorbeeld afspreken dat de student twee maanden extra kan huren tegen de gebruikelijke huurprijs.

Vervroegd stopzetten en onderverhuur

Vraagt je huurder om de huur vervroegd te beëindigen omdat hij zijn studies stopzet, ga daar dan niet zomaar op in. De kans is namelijk groot dat je voor de rest van het academiejaar geen nieuwe huurder vindt.

Het kan gebeuren dat je huurder in de loop van het academiejaar naar het buitenland gaat (Erasmusproject) of een aantal maanden stage moet lopen. In die periode mag hij de kamer niet onderverhuren tenzij jij daarmee instemt. Kom hoe dan ook overeen dat je eigenlijke huurder mee verantwoordelijk blijft voor de huurdersverplichtingen: de betaling van de huurprijs, kosten en huurschade.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content