Een haha-erlebnis

Al bijna dertig jaar staat De Frivole Framboos garant voor klassieke muziek met een moderne kwinkslag. ‘Het overkomt ons’, zeggen Peter Hens en Bart Van Caenegem. ‘In feite zijn we slachtoffers van de muziek. ‘ Een gesprek over aha- en haha-erlebnissen... en over ‘Dos Cervezas por favor’.

De Frivole Framboos zag in 1982 het levenslicht, toen de klassiek geschoolde cellist en zanger Peter Hens samen met Dirk Joris een voorstelling op poten zette waarin klassieke en populaire muziek elkaar vonden, met humor als alomtegenwoordig bindmiddel. Later werkte Hens samen met Rudy Minnaert en de Fransman David Laisne, waardoor La Framboise Frivole ont-stond. Het werd een groot succes in de Franstalige wereld. Sinds 2001 vormt Hens een duo met de bijna 20 jaar jongere pianist-blazer-zanger Bart Van Caenegem. Vorig jaar stonden ze voor de tweede maal zes maanden in het Parijse Théâtre Les Bouffes Parisiens maar dit najaar komt er een volledig nieuwe Nederlandstalige show, Terra Rare.

Plus Magazine: Het lijkt alsof Vlaanderen De Frivole Framboos uit het oog is verloren.

Peter Hens: Soms wordt mij gevraagd: Ah, de framboos, doe je dat nog? Dat komt natuurlijk omdat we de laatste zes jaar vooral in Frankrijk aan de slag zijn geweest, waar we ongeveer 150 voorstellingen per jaar spelen. En de Tour de France neemt natuurlijk iets meer tijd in beslag dan de Ronde van Vlaanderen.

Bart Van Caenegem: Om de twee jaar maken we een nieuwe show, in het Nederlands of het Frans. En in Brussel spelen we bilingue. Soms kun je dingen overnemen: een nummer als Bohemian Rhapsody van Queen kennen ze overal, in tegenstelling tot Satelliet Suzy bijvoorbeeld. Of iets over Fawlty Towers, want daar hebben ze in Frankrijk nooit van gehoord. Britse humor werkt niet onder een denkbeeldige geografische lijn, ergens onder Parijs. En met Franse folkloristische liedjes moeten we in Vlaanderen niet afkomen.

Peter: De muziek moet voor iedereen herkenbaar zijn, omdat wij altijd zoeken naar een link tussen twee totaal verschillende muziekstukken. Bij mij is het zo ver gekomen dat ik niets meer kan beluisteren zonder te denken: Tiens, aan welk ander nummer doet me dat denken? En dan twee maanden later: Ja, dat is het!

Jullie laten een klassiek stuk naadloos overlopen in een lied van Willy Sommers. Maar staat dat wel allemaal op hetzelfde niveau?

Bart: Het is moeilijk vol te houden dat de Mattheuspassie van Bach maar evenveel waard is als een nummer van Eddy Wally, maar we pompen in beide wel 200 procent energie. Plak op Ik spring uit een vliegmachien een Engelse tekst, vervang die schlager-hoempapabegeleiding door een ander arrangement en dat nummer wordt een ongelooflijke popsong. Dat houden wij ons graag mee bezig.

Peter: Wij vertrekken wel vanuit de klassieke muziek, want het moet zowel bij jong als bij oud aanslaan.

Het publiek moet de muziek dus meteen herkennen. Ze moet een soort aha-erlebnis oproepen?

Peter: Maar vooral een haha-erlebnis! Bij popsongs kiezen we voor klassiekers. Aan te hedendaagse nummers wagen we ons niet, want je weet niet of ze de tand des tijds zullen doorstaan.

Wat is het meest recente liedje dat jullie in de nieuwe show brengen?

Bart:Dos cervezas por favor! Dat nummer heeft iets. Als je een goed nummer schrijft en je hoort het ’s anderendaags terug, dan klinkt dat alsof het altijd bestaan heeft.

Peter: Daarom bestaat plagiaat eigenlijk niet, tenzij een passage overduidelijk gepikt is. Ik kan me perfect voorstellen dat er een nieuw nummer van Michael Jackson uitkomt en dat iemand anders zegt: Dat is straf, dat zijn exact dezelfde vier noten die ik geschreven heb. Dat kan toeval zijn, want er zijn maar een beperkt aantal noten en combinaties.

Zijn jullie muzikanten met zin voor humor of humoristen die musiceren?

Peter: Wij zijn toch in de eerste plaats muzikanten. Wij spelen een mooi liedje en plots gebeurt er iets buiten ons om, alsof de muziek ons een loer draait. Als Toon Hermans een grap vertelde, begonnen de mensen meteen te lachen maar hij hield zich van den domme, alsof hij het niet doorhad.

Bart: Zo zijn wij ook het slachtoffer van de muziek. Het Menuet in G van Beethoven loopt ineens over in Als ik ooit eens vijf minuten tijd heb van Louis Neefs. Wat gebeurt er nu?, vragen we ons dan af.

Peter: We doen dit omdat we de muziek zo plezant vinden. Er zijn nogal wat muzikanten die zichzelf belang-rijker vinden dan de muziek. Humor is ook iets dat in je lijf zit. Ik weet nog dat ik als jongeling deelnam aan een wedstrijd voor piano. Toen ik aan het spelen was, zag ik alleen maar mensen in het publiek die zich steendood verveelden. Hier klopt iets niet, dacht ik, ik wil meer voeling. Thuis probeerde ik het eerste stuk op de begeleiding van het tweede te spelen en vice versa. Dat gaf me een kick. Dàt was wat ik wou doen.

Bart, hoe ben jij bij De Frivole Framboos terechtgekomen?

Bart: De Frivole Framboos bestaat al langer dan ikzelf! Toen ik aan het Lemmensinstituut studeerde, kende ik de Framboos niet eens. Ooit kocht ik een kaartje voor een optreden, maar ik werd toevallig ziek en heb het weggegeven. Veel later, via een gemeenschappelijke vriend, hoorde ik dat Peter op zoek was naar een pianist die meer aankon dan alleen klassiek werk. Dat zat wel goed, want ik kom eerder uit het fanfarecircuit. Mijn papa had een schoolorkest dat uitgroeide tot een concertband. Ik heb heel mijn jeugd rondgezeuld met spots, micro’s en synthesizers. En ik amuseerde me met arrangementjes te maken. Mijn held was James Last.

Peter: Wat ons bindt, is onze passie voor muziek, zang en jazz. Je moet jazzmuzikant zijn om een programma als het onze te maken.

Bart: Jazzmuzikanten halen muziek als Legoblokjes uit elkaar en proberen ze dan opnieuw op te bouwen. Dat doen wij ook bij de Framboos.

Hoe is het om altijd samen met elkaar op te trekken? Raken jullie niet uitgekeken op elkaar?

Peter: Niet meer dan mensen die elke dag samen aan de kassa zitten in de supermarkt. Onderweg praten we bijna altijd over muziek, ook met de technische ploeg. Wij vormen een duo op het podium, maar een kwartet on the road.

Is het niet fijner om met wat meer mensen te spelen?

Peter: Met het Peter Hens Kwatchtet waren we met z’n vieren. Dat was een fijne ambiance. Maar ik hou ook van de soberheid van een duo. Als je rock of een klassiek stuk met z’n tweeën speelt, heeft dat evenveel intensiteit, soms zelfs nog meer dan bij een symfonisch orkest of een rockband.

Bart: We hebben ook al met groot symfonisch orkest gewerkt, heel plezant! Maar dan klinkt de Carmina Burana zoals je verwacht dat hij klinkt. De creativiteit die nodig is om zo’n stuk te vertalen naar een uitvoering voor twee personen, dàt maakt wat wij doen zo intens.

Filip Godelaine – foto’s: Frank Bahnmüller

“Je moet een jazzmuzikant zijn om een programma als het onze te maken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content