Een glaasje op het nieuwe jaar

Een drink om het oude jaar uit te wuiven hier, een nieuwjaarsborrel daar. In deze periode waarin u vaak het glas heft, vraagt u zich wellicht af hoe het komt dat u minder goed tegen alcohol kunt dan vroeger.

In de overgang van oud naar nieuw vloeit de alcohol niet alleen rijkelijk, hij is ook een geliefd gespreksonderwerp. Want over alcohol doen de meest tegenstrijdige berichten de ronde: de Franse paradox rond rode wijn, hoeveel glazen mogen we drinken, enz. Maar hoe denken wetenschappers er vandaag over?

Waarom kan ik er minder goed tegen dan vroeger?

Met de jaren gaan we minder drinken omdat we merken dat we er minder goed tegen kunnen. Het is zo dat vrouwen die precies evenveel drinken als mannen, sneller tipsy worden en sneller schade ondervinden van alcohol. Een vrouwenlichaam bevat namelijk meer vetweefsel en water dan dat van een man. En vermits alcohol zich niet goed verspreidt in vet, hoopt hij zich sneller op in het bloed. Bovendien beschikken vrouwen over minder enzymen die alcohol afbreken.

Met de jaren daalt bovendien de hoeveelheid lichaamsvocht, waardoor de alcoholconcentratie in het bloed sneller stijgt. Komt daar nog bij dat sommige geneesmiddelen (slaapmiddelen, antibiotica, ontstekingsremmers, antihistaminica, antidepressiva, anxiolytica) het effect van alcohol versterken en zijn eliminatie tegengaan of de impact ervan verergeren.

Dat u minder goed tegen alcohol kunt, is dus volkomen normaal. En maar goed ook want wie tegen gerstenat kan, is geneigd er misbruik van te maken en geregeld te drinken, terwijl anderen spontaan redelijk blijven. Het hoeft immers geen betoog: ook wie schijnbaar geen last heeft van drinken, loopt een reëel gevaar op aandoeningen allerhande: lever-, pancreas- en maagaandoeningen, kanker, hart- en vaatziekten...

Hoeveel glazen mag ik drinken?

Vanaf hoeveel glazen is er sprake van verslaving? Geen enkele internationale studie kon met zekerheid een cijfer naar voor schuiven waarvan wetenschappelijk bewezen is dat het op verslaving wijst. De British Medical Association legde wel een veiligheidsgrens vast voor het stadium dat alcoholverslaving voorafgaat: 21 alcoholhoudende dranken per week voor mannen en 14 voor vrouwen. Maar dit cijfer zegt absoluut niets over hoe goed (of slecht) iemand alcohol verdraagt.

Sinds een paar jaar lijkt de medische wereld niet meer geneigd om de link te leggen tussen alcoholverslaving en het aantal glazen dat men per dag of per week drinkt. Voortaan wordt het risico afgetoetst aan het gedrag: iemand drinkt te veel wanneer hij geregeld de controle verliest of problemen veroorzaakt. Of – nog verraderlijker – wanneer hij een fles ontkurkt uit gewoonte of om een tegenvaller weg te drinken, eerder dan om rustig van een glaasje te genieten. En al helemaal wanneer iemand ontwenningsverschijnselen gaat vertonen wanneer hij niet meer mag drinken omdat hij een heelkundige ingreep moet ondergaan of medicijnen moet nemen. Maar voor het zo ver is, blijkt het moeilijk om de eigen drinkgewoontes correct in te schatten, ondanks eventuele opmerkingen van familie of vrienden.

Maar ik drink enkel tijdens het weekend!

In tegenstelling tot wat u misschien denkt, is sociaal drinken of gezelligheidsdrinken, zoals tijdens de eindejaarsfeesten of tijdens het weekend, evenmin onschuldig. Dr. Peter Goet-hals, cardioloog van het Brussels Heart Center van de Kliniek Sint-Jan: “Bij iemand met een gezond hart varieert het hartritme constant. Factoren als lichamelijke inspanningen of angst versnellen het hartritme zonder dat dit a priori en op korte termijn een negatieve impact heeft op de gezondheid. Maar de consumptie van een grote hoeveelheid alcohol op zeer korte tijd (ook wel het holiday heart syndrome genoemd) of op lange termijn, a rato van meer dan 36 g per dag (circa 3,5 glazen), kan het risico op voorkamerfibrillatie doen toenemen, een hartritmestoornis die gekenmerkt wordt door het hart dat op hol slaat en die de kans op trombose of beroerte vergroot.”

Ik drink maar één glas per dag!

U beroept zich hiervoor op de Franse paradox? Maar ook die lijkt geen stand te houden. Ter herinnering: in de jaren 1980 schreven Franse vorsers het feit dat maar weinig Fransen aan hart- en vaataandoeningen stierven aan de matige én regelmatige consumptie van rode wijn toe. En dat dank zij resveratrol, een van de polyfenolen in wijn. Een bewering die oncologen vandaag doet steigeren: zij blijven erop hameren dat alle alcoholische dranken het risico op kanker verhogen, zelfs als u ze met mate drinkt.

Via www.druglijn.be/alcoholtest en www.alcoholhulp.be kunt u nagaan hoeveel u over alcohol weet en of uw alcoholgebruik problematisch is. U vindt er ook veel informatie en kunt er terecht voor gratis online begeleiding door gespecialiseerde hulpverleners.

Michèle Rager

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content