Een generatie overslaan om minder te betalen!

De langere levensverwachting zet steeds meer grootouders ertoe aan hun kleinkinderen een financieel steuntje te geven, door middel van een testament of een schenking. Een prima manier om de successierechten binnen de perken te houden.

De vooruitgang van de geneeskunde heeft de levensverwachting in de 20e eeuw aanzienlijk verlengd en dat heeft allerlei soorten gevolgen. Zo hebben de meeste mensen al lang hun weg in het leven gevonden op het ogenblik dat ze van hun ouders erven. Ze hebben bijvoorbeeld al een eigen huis of flat gekocht, een eigen auto,... Soms staan ze zelf al op de drempel van het pensioen of zijn ze reeds gepensioneerd. Het vermogen en de opbrengst van een erfenis zijn natuurlijk altijd welkom, maar het is best mogelijk dat de volgende generatie ze veel beter kan gebruiken. Sommige ouders geven daarom een deel van de erfenis die ze van hun ouders krijgen, meteen door aan hun kinderen, andere zijn daar minder toe geneigd. In dat geval kunnen de grootouders zelf het initiatief nemen om hun kleinkinderen te helpen. De banken en de notarissen raden dat trouwens steeds vaker aan, ook omdat het fiscaal uiterst voordelig is: door een deel van het vermogen direct aan de kleinkinderen door te geven, spaart u twee keer successierechten uit!

Een uitgebreid testament

Volgens het Belgisch recht kan men niet vrij over zijn vermogen beschikken, of toch niet op het vlak van de erfenis: de kinderen hebben recht op een voorbehouden gedeelte en alleen het vrije gedeelte mag aan anderen worden nagelaten. Dit laatste deel kan dus via een testament naar de kleinkinderen gaan. Afgezien van die beperking is er niets dat de grootouders belet om hun kleinkinderen in hun testament op te nemen. Om misverstanden te voorkomen, gebeurt dat het best in overleg met de tussenliggende generatie. Maar als de verschillende generaties niet goed met elkaar kunnen opschieten, is het voor de grootouders de beste manier om er zeker van te zijn dat hun nalatenschap ook de kleinkinderen ten goede zal komen.

Een ander voordeel van de formule is de besparing op de successierechten. Hoewel deze materie geregionaliseerd is en zowel de principes als de tarieven van gewest tot gewest verschillen, zijn de regels voor de nalatenschap in rechte lijn identiek: elke erfgenaam wordt afzonderlijk belast. Hoe kleiner het deel van de ouders is, hoe minder successierechten zij betalen. Wat voor de ouders de laatste en dus hoogstbelaste schijf zou zijn, wordt voor de kleinkinderen de eerste schijf, waarop ze veel minder successierechten moeten betalen. De fiscale winst is dus aanzienlijk. Bovendien is er bij de volgende nalatenschap, deze van de ouders ten voordele van de kinderen, opnieuw sprake van een voordeel want hun vermogen is op dat ogenblik al verminderd met het gedeelte dat direct naar hun kinderen is gegaan. François Parisis, een expert in de planning van nalatenschappen (Estate Planner) bij de bank Puilaetco, vat het bondig samen: “Bij erfenissen is het principe heel eenvoudig: hoe meer erfgenamen er zijn, hoe minder successierechten zij betalen!”

Geven zonder uzelf te kort te doen

“Op onze leeftijd hebben wij niets meer nodig”, zeggen grootouders vaak wanneer hun kinderen of kleinkinderen op zoek zijn naar inspiratie voor de pakjes onder de kerstboom. Een geschenkje valt altijd wel te vinden, maar het is een feit dat na een bepaalde leeftijd sommige uitgaven en investeringen niet meer worden gedaan – bijvoorbeeld de aankoop van een tweede woning. Waarom zouden we wachten tot we er niet meer zijn om de kleinkinderen een beetje te helpen? In elk geval is een schenking de enige manier om uw nageslacht op het juiste moment te helpen, bijvoorbeeld wanneer uw kleinzoon zijn studies in het buitenland wil afronden of uw kleindochter die al een gezinnetje heeft een huis wil kopen. Logisch dat schenkingen, die om fiscale redenen al vrij goed ingeburgerd zijn, vaak een generatie overslaan. Ze gaan dus direct naar de kleinkinderen.

Zonder in de details te treden, herinneren we eraan dat alleen de formele schenking die voor de notaris wordt verleden, fiscaal wordt belast met schenkingsrechten die identiek zijn aan de successierechten (zie hierover Plus Magazine nr.188, p. 82-85). Op het vlak van het roerend vermogen is België echter een belastingparadijs: de informele schenking – de zogenaamde handgift – is niet belast. Ze wordt echter wel bij de nalatenschap gevoegd als de schenker binnen de drie jaar na de schenking overlijdt.

Onthoud bovendien dat u (met uitzondering van onroerende goederen), alles kunt schenken wat u wilt: van contant geld tot kasbons, schilderijen, aandelen en obligaties, zilverwerk, meubels, enz.

Nog belangrijk: de handgift gebeurt door middel van een uitwisseling van brieven tussen de schenker (in dit geval de grootouder) en de begunstigde (het kleinkind). De eerste geeft zijn bedoeling te kennen om een schenking te doen, de tweede aanvaardt de schenking uitdrukkelijk en bedankt de schenker.

Waarom zou u met dergelijke brieven werken in plaats van een heimelijke schenking te doen? Met andere woorden, waarom zou u een spoor achterlaten? Ten eerste is dat een manier om problemen in de familie te voorkomen, door de schenking en dus de (voorlopige) bevoordeling van een van de erfgenamen een formeel karakter te geven. Daarnaast vormen de brieven later een bewijs voor de fiscus dat de schenking meer dan drie jaar voor het overlijden heeft plaatsgevonden, zodat ze geen deel uitmaakt van de nalatenschap. Ten slotte – en dit is een aspect dat dikwijls over het hoofd wordt gezien – beschermen ze de begunstigde tegen lastige vragen van de fiscus. Wanneer het kleinkind – dat nog jong is en misschien geen hoog inkomen heeft – in staat blijkt te zijn om een huis te kopen, zal de fiscus misschien willen weten waar al dat geld zo plots vandaan komt. In dat geval zullen de brieven zijn argwaan wegnemen.

De indirecte schenking

De traditionele handgift, waarbij de schenking van hand tot hand overgaat, is niet langer de enige mogelijkheid. Sinds enkele jaren aanvaardt men dat een schenking in geld of effecten gewoon van de ene rekening naar de andere wordt overgeschreven. Men spreekt dan van een indirecte schenking. In dit geval is het uitwisselen van brieven niet nodig om een spoor achter te laten.

Een waarschuwing van François Parisis: “Vermeld bij de overschrijving nooit dat het om een schenking gaat. Een indirecte schenking moet namelijk neutraal zijn. Als ze dat niet is, kan ze nietig worden verklaard.” En dat zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren als de ouders een schenking van de grootouders aan de kleinkinderen zouden betwisten.

Het is ook mogelijk dat de grootouders een deel van hun spaargeld willen wegschenken omdat ze het toch niet allemaal nodig hebben, maar dat ze wel de opbrengst ervan willen houden.

Ook dit vormt geen probleem: ze kunnen de indirecte schenking koppelen aan een aantal voorwaarden die in een begeleidende overeenkomst worden opgenomen, zoals de ontvangst van de inkomsten die de kasbons, obligaties of aandelen van de schenking opleveren. Ze kunnen ook in ruil een rente vragen, uitgedrukt als een percentage van het geschonken bedrag. Dergelijke schenkingen met voorbehoud van vruchtgebruik komen erg vaak voor. Ze gebeuren echter vooral tussen ouders en kinderen, vanwege het belastingvoordeel dat ze opleveren. Maar ook voor grootouders die hun kleinkinderen een financieel steuntje willen geven, kan het een handige oplossing zijn wanneer de kleinkinderen wel in staat zijn om de rente van een zware hypotheek te betalen, maar bij de bank slechts een gedeelte van het bedrag geleend krijgen.

Twee generaties erven samen

Grootouders kunnen niet alleen geld en effecten, maar ook vastgoed – bijvoorbeeld hun huis – aan de kleinkinderen nalaten. Zij moeten natuurlijk altijd rekening houden met het reservatair deel van hun kinderen (het deel van de erfenis van de ouders dat verplicht naar de kinderen moet gaan). Notaris Olivier de Clippele raadt deze constructie in sommige gevallen aan, maar dan meer in de optiek van de registratierechten dan van de successierechten.

Opmerking vooraf: een dergelijke regeling betekent dat de kinderen en de kleinkinderen samen onverdeelde eigenaars van het onroerend goed worden. Vermits de wet zegt dat ‘niemand verplicht kan worden in onverdeeldheid te blijven’, zullen de ouders het deel van hun kinderen moeten kopen als ze in het huis willen blijven wonen en hun kinderen het willen verkopen. In zo’n situatie zou een meningsverschil tot een openbare verkoop kunnen leiden.

Of erger nog: stel dat een (tegendraads) kind of kleinkind zijn deel verkoopt aan een derde. In theorie is zo’n situatie mogelijk, maar de remedie is vlug gevonden: de grootouders kunnen een clausule in hun testament opnemen waarbij zij hun erfgenamen (de onverdeelde eigenaars) verplichten hun deel eerst te koop te stellen aan de andere onverdeelde eigenaars vooraleer dat te doen aan derden. Zowel inzake schenkingen als inzake testamenten kan men bijzondere bepalingen voorzien om latere conflicten te vermijden. Voorkomen is beter dan genezen, luidt ook hier de boodschap...

Het is trouwens niet moeilijk om de ouders het vruchtgebruik van de woning te laten behouden als de kinderen erg gehaast zijn: de grootouders laten het wettelijke deel (bijvoorbeeld 3/4e) van de blote eigendom samen met het volledige vruchtgebruik aan hun ouders na, terwijl de kleinkinderen het resterende deel (1/4e) in blote eigendom erven. De ouders kunnen dan heel hun leven in het huis blijven wonen of er de huur van blijven ontvangen.

l Winst op het vlak van de successierechten. Zoals we al hebben uitgelegd, bespaart u heel wat successierechten door de twee generaties in het testament op te nemen. In dit geval is de winst kleiner, omdat alleen de blote eigendom aan de derde generatie wordt nagelaten. In de volgende successie speelt het belastingeffect echter opnieuw mee, en deze keer ten volle: de kleinkinderen zijn geen successierechten verschuldigd op het kwart van de nalatenschap dat ze al hadden geërfd, en evenmin op het vruchtgebruik dat aan hun ouders was nagelaten.

l Winst op het vlak van de registratierechten. Dit is het grootste voordeel van deze regeling. Het is immers perfect mogelijk dat een kleinkind later belangstelling heeft voor de eigendom(men) die de grootouders hebben nagelaten. Als de ouders naar een appartement in de stad verhuizen, wil een van hun kinderen misschien hun huis op het platteland overnemen. Als de ouders eigenaar zijn van dat huis, zal het kind dat het koopt evenveel registratierechten moeten betalen als een buitenstaander: 10 % in Vlaanderen, 12,5 % in Brussel en Wallonië. Als het kleinkind echter in het testament als erfgenaam van het huis is aangeduid, is dit een transactie tussen onverdeelde eigenaren en betaalt het kleinkind amper... 1 %!

De winst op het vlak van de successierechten staat vast. Die op het vlak van de registratierechten is iets minder zeker. Het staat immers niet vast dat één van de kleinkinderen zich wel degelijk in het huis van de grootouders wil vestigen. Maar als dat wel het geval is, is de winst duidelijk.

Rekening houdend met de (hoger vermelde) moeilijkheden die zo’n situatie van onverdeeldheid kan veroorzaken, doet u er goed aan eerst uw familiale situatie eens te bekijken en na te gaan of het onroerend goed de volgende generatie zou interesseren. Maar om het met de woorden van notaris De Clippele te zeggen: zo’n financieel voordeel is in elk geval de moeite van het overwegen waard... n

A Guy Legrand

Door een generatie over te slaan, spaart u twee keer successierechten uit. Een reden te meer om een deel van uw erfenis rechtstreeks aan de kleinkinderen te geven!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content