Een GELUKKIG man

Hij is Italiaan én Belg, zanger én producer, artiest én zakenman, migrant én Limburger. Volgend jaar viert hij de vijftigste verjaardag van zijn wereldhit ‘Marina’ en de veertigste van zijn huwelijk. Rocco Granata, de zanger van de migranten, is een gelukkig man.

Met zijn nieuwe cd staat Rocco Granata weer volop in de belangstelling. Er staat ook een film over zijn leven op stapel, die door Stijn Coninx zal worden geregisseerd. En tussendoor werkt de goedlachse Italo-Belg verder aan zijn biografie.

Plus Magazine: Uw nieuwe cd heet ‘Ricominciamo’. Wilt u echt met een schone lei beginnen?

Rocco Granata: Ik heb grote successen gekend en alles uit mijn carrière gehaald. Niets hoeft nog. Maar ik heb soms wel dingen opgenomen die ik nu niet meer zou zingen. De liedjes op de nieuwe plaat zijn minder commercieel, maar ze liggen me nauwer aan het hart. Toen mijn vader met zijn gezin uit Calabrië vertrok, had hij de keuze: naar België of naar Zuid-Amerika emigreren. Hij koos voor België omdat het dichter bij Italië lag. Maar voor hetzelfde geld was ik in Brazilië beland. Daarom is deze cd in latino-jazzstijl en bossanova. Het is allemaal veel intiemer dan wat de mensen van mij verwachten. Er zullen er veel verrast zijn door de sfeer. Rocco is meer dan de lachebek die ze kennen.

Ook op uw vorige cd, gewijd aan uw geboortedorpje, was de weemoed nooit ver weg.

Daarin heb ik mijn gevoelens als migrant willen verwoorden. Ik zong over hoe alleen ik mij voelde toen ik als elfjarige in België aankwam, zo ver van mijn geliefde dorpje. Paisellu Miu zing ik in het Calabrees dialect, met Toots Thielemans op de mondharmonica. Papa, misschien heb je je wel vergist. Je bent ergens gegaan waar de hemel zo donker en grijs is, en maar af en toe blauw. Nu ben ik hem echter dankbaar dat ik mijn leven hier heb kunnen uitbouwen. Ik ga vaak terug naar mijn dorp, want Calabrië is de mooiste streek ter wereld. Maar ik kom ook altijd met plezier naar België terug. Ik reis graag, maar overal heb ik heimwee naar een andere plaats. Al vijftig jaar trek ik langs concertzalen en hotelkamers. Tijdens een concert in Canada stelde Toto Cotugno, ook een Italiaan, mij voor als de zanger van de migranten, daarmee was ik zeer ver-eerd. Mijn identiteit is zoals bij vele migranten dubbel: ik ben blij in België te wonen, maar fier Italiaan te zijn.

Uw wereldwijde succes hebt u vooral te danken aan de monsterhit ‘Marina’. Wie was dat meisje?

Geen idee, het is compleet verzonnen. Toen ik met mijn accordeon de Limburgse cafés afschuimde om een centje bij te verdienen, was de kusjesdans erg populair. De tekst was niet belangrijk, ik improviseerde er maar wat op los. En toen ik op een avond een poster van het sigarettenmerk Marina zag hangen, begon ik wat te spelen met die naam. Zo simpel was het. Toen we het liedje in de studio gingen opnemen, had ik zelfs nog geen tekst. Tot groot ongenoegen van de technici moest ik de opname meerdere keren onderbreken... zogezegd omdat ik problemen had met mijn stem maar eigenlijk was ik ter plaatse de strofes aan het verzinnen!

Hebt u er een idee van hoe vaak dat nummer al werd gecoverd?

Zeker meer dan 500 keer en er komen er nog steeds bij. Het Fins, het Maleis,... noem een taal en er bestaat een versie van Marina in. Persoonlijk hou ik het meest van die van Toots Thielemans, Flaco Jimenez, Dalida, Marino Marini en The Four Aces.

Het werd ook een grote hit in de V. S. maar bijna waren enkele Neder-landers met de pluimen gaan lopen.

Je weet hoe de Hollanders zijn. Zij hebben een neus voor zaken. Het succes van Marina in België was hen natuurlijk niet ontgaan en ze namen snel met Willy Alberti een eigen versie op die ze vliegensvlug in Amerika uitbrachten. Die plaat dook meteen de Amerikaanse Top 100 binnen. Mijn uitgever belde me in alle staten op: Rocco, we moeten naar de States. Nu meteen! In allerijl zijn we dan naar Amerika gevlogen om duidelijk te maken dat ik – en ik alleen – de orginele versie van Marina zong. Zo hebben we het tij kunnen keren.

In 1964 richtte u een eigen platenmaatschappij op. U bracht liedjes uit van, en schreef nummers voor artiesten zoals Louis Neefs, Miel Cools en Marva. Schuilt er in Rocco Granata een gehaaide zakenman?

Helemaal niet. Ik werd zakenman uit noodzaak, omdat niemand me wou hebben. Achteraf gezien is dat een geluk bij een ongeluk geweest. Zo heb ik alle rechten van mijn liedjes kunnen terugkopen. Ik ben dus eigenaar van mijn eigen werk. Nu wil iedereen zich losscheuren van de grote platenmaat-schappijen. Maar als platenbaas voelde ik me ook goed in mijn vel. Het komt eropaan feeling te hebben, aan te voelen wat een succes kan worden en wat niet. Ik heb altijd nummers geschreven in functie van de artiesten. Een liedje moet als een maatpak bij een artiest passen. Als ik ooit eens vijf minuten tijd heb, voor Louis Neefs, is daar een voorbeeld van. En de nummers die ik voor Marva schreef: Een eiland in groen en blauw, Het liedje van de zee, Laat ons goede vrienden zijn,...

Denkt u niet stilaan aan uitbollen na zo’n lange en gevulde carrière?

Ik blijf met plezier muziek maken en spelen, al 57 jaar lang. 30 jaar geleden wou ik stoppen met optreden, maar het is niet gelukt! Volgend jaar vier ik de vijftigste verjaardag van Marina, in oktober mijn veertigste huwelijksverjaardag en in augustus jongstleden ben ik zeventig geworden. Ik ga eerlijk zijn, dat laatste is minder prettig. De jonge jaren komen nooit meer terug, maar ik kan ermee leven als ik rond me kijk: naar mijn familie, mijn vijf kleinkinderen, waarvan Rosie de jongste is. Op dat gebied ben ik een echte Italiaan. Ik hou van veel familie en vrienden om me heen, liefst met een goed glas wijn erbij. Maar wel in beperkte kring want ik heb een hekel aan recepties. Vergis je niet, op foto’s zie ik er altijd goedlachs uit, maar ik breng ook graag tijd in eenzaamheid en stilte door. n

‘Ricominciamo’ van Rocco Granata – met een vijfkoppig orkest – telt 25 concerten en start op 26/9 in Heist-op-den-berg. In Leuven (19/12) en in de Roma in Borgerhout (20/12) is er zelfs een 15-koppig orkest van de partij. Info: www.roccogranata.be/agenda

Filip Godelaine – foto’s: Benny De Grove

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content