Een gedwongen huwelijk

Wie eigenaar is van een goed mag er vrij over beschikken. Maar voor wie het vruchtge- bruik heeft (bij erfenis, schenking,verkoop met lijfrente,...) gelden andere regels.

Een eigenaar ûin juridische taal: een volle eigenaar- mag zijn goed gebruiken, weggeven, verkopen, uitlenen, verhuren, veranderen. Hij mag het zelfs vernietigen. Binnen de beperkingen van de wet is hij heer en meester. De volle eigenaar van een goed is immers zowel vruchtgebruiker als blote eigenaar. Of, met een bijna wiskundige vergelijking:

volle eigendom = vruchtgebruik + blote eigendom. Een juridisch woordje uitleg.

Wat is een vruchtgebruiker?

Het woord vruchtgebruiker is afgeleid van het Latijnse usus (=gebruik) en fructus (= opbrengst,vrucht). Met andere woorden: de vruchtgebruiker mag de vruchten van dat goed gebruiken maar hij heeft ook plichten.

Rechten De vruchtgebruiker mag het goed gebruiken en heeft recht op alles wat het opbrengt. Vruchtgebruik kan op allerlei zaken betrekking hebben zoals een auto, meubels of een huis. In dat laatste geval mag de vruchtgebruiker niet alleen in het huis wonen zonder huur te betalen, maar mag hij het ook verhuren en het huurgeld ontvangen. U kunt echter ook vruchtgebruiker zijn van een geldsom, een bank- of effectenrekening, een schuldvordering, aandelen van vennootschappen, enz. De vruchtgebruiker heeft dan recht op de opbrengst van die goederen: interest, uitgekeerde dividenden enz. Zonder de toestemming van de blote eigenaar kan hij het goed echter niet verkopen of wegschenken.

Plichten De vruchtgebruiker moet het goed als een goed huisvader onderhouden. Hij is immers verantwoordelijk voor het kapitaal van de blote eigenaar.

Voor vastgoed komen de kosten van grote herstellingen (aan het dak, de ruwbouw, de funderingen) ten laste van de blote eigenaar. U kunt echter overeenkomen dat de kosten anders worden verdeeld. Als de vruchtgebruiker bijv. de moeder of vader is en de kinderen blote eigenaar zijn, is het perfect mogelijk dat de vruchtgebruiker de grote herstellingen voor zijn rekening neemt. Als u dat wilt, mag u afwijken van de regels van het burgerlijk wetboek.

Hoe wordt u een vruchtgebruiker?

U kunt vruchtgebruiker worden op verschillende manieren.

Bijvoorbeeld:

u wordt als vruchtgebruiker aangeduid in een testament

u beslist uw huis te verkopen met lijfrente en u behoudt het vruchtgebruik voor uzelf, zodat u erin kunt blijven wonen

u schenkt uw huis, maar u behoudt zelf het vruchtgebruik. Of u krijgt het vruchtgebruik geschonken en de blote eigendom van het goed gaat naar andere personen, bijv. uw kinderen (zie hierover ons artikel: Een generatie overslaan om minder te betalen, in Plus Magazine van december 2003, p. 90).

Bijzondere bescherming voor de langstlevende echtgenoot. De wet voorziet in een bijzonder geval van vruchtgebruik, namelijk de bescherming van de langstlevende echtgenoot. Wie gehuwd is en geen huwelijksovereenkomst of testament heeft gemaakt, erft het vruchtgebruik van de nalatenschap van zijn/haar wederhelft, met minstens het vruchtgebruik van de gezinswoning en de huisraad. U kunt het erfrecht van uw wederhelft in een testament beperken en hem/haar enkel de ‘reserve’ toekennen als u zou overlijden. Deze reserve bedraagt de helft van de nalatenschap in vruchtgebruik. Maar ook dan heeft de langstlevende recht op het vruchtgebruik van de gezinswoning en de huisraad. Dit recht kan door niets in het gedrang komen, zelfs al was de gezinswoning een eigen goed van de overledene. Vooral als er kinderen uit een vorig huwelijk zijn, is deze bescherming heel belangrijk. De blote eigenaars, dus de kinderen van de echtgenoten en eventueel de kinderen uit een vorig huwelijk, hebben de toestemming van de vruchtgebruiker nodig om het vruchtgebruik om te zetten.

WEETJE Er bestaan uitzonderingen op deze regel. Wanneer de echtgenoten op de dag van het overlijden langer dan zes maanden gescheiden waren, de erflater door middel van een gerechtelijke akte een afzonderlijke verblijfplaats had gevraagd én de echtgenoten na deze akte niet opnieuw zijn gaan samenwonen, kan een testament de overlevende elk recht op de nalatenschap doen verliezen. Hetzelfde geldt wanneer de echtgenoten een echtscheidings- procedure met wederzijdse toestemming hebben ingezet en hun wederzijdse erfrecht in een overeenkomst voor de scheiding hebben vastgelegd.

LET OP Dit zijn heel technische kwesties. Raadpleeg een expert voor u conclusies trekt over een specifiek geval!

Hoe eindigt het vruchtgebruik?

Het vruchtgebruik is een tijdelijk recht. Het vervalt automatisch wanneer de vruchtgebruiker overlijdt. De blote eigenaar wordt dan volle eigenaar, zonder iets te doen (of te betalen).

U kunt afzien van uw vruchtgebruik. Dit kan zonder tegenprestatie gebeuren maar ook via een mechanisme waarbij het vruchtgebruik wordt omgezet. Het onderhoud van een woning kan voor de vruchtgebruiker immers duur uitvallen. Of het huis is te groot voor de ouder die het vruchtgebruik heeft. Het is dan mogelijk dat de overlevende echtgenoot in overleg met de kinderen besluit het huis te verkopen.

Het vruchtgebruik kan ook bepaalde praktische problemen veroorzaken, bijvoorbeeld wanneer het aandelen van een vennootschap betreft. Wie mag dan de algemene vergadering bijwonen, de vruchtgebruiker of de blote eigenaar? Wie heeft het stemrecht? En als de twee echtgenoten samen een winkel uitbaten, zal de vruchtgebruiker misschien geen zin hebben om de zaak verder te zetten, zeker als de kinderen geen belangstelling hebben in de opvolging.

Ten slotte kan het bij het vruchtgebruik van een geldsom handiger zijn om het geld meteen in een kapitaal om te zetten, in plaats van het op een gemeenschappelijke rekening te plaatsen waarvan de vruchtgebruiker de rente mag opnemen, terwijl de blote eigenaars alleen maar kunnen wachten...

Hoe gebeurt de omzetting?

Het vruchtgebruik van de overlevende echtgenoot kan op drie manieren worden omgezet:

de omzetting in eigendom van de goederen die onder het vruchtgebruik vallen: door de aankoop van de blote eigendom wordt de vruchtgebruiker volle eigenaar van sommige of alle goederen waarvan hij het vruchtgebruik heeft

de omzetting in een geldsom die aan de vruchtgebruiker wordt betaald: de blote eigenaars kopen het vruchtgebruik af en worden volle eigenaars

de omzetting van het vruchtgebruik in een geïndexeerde en gewaarborgde lijfrente: ook hier wordt het vruchtgebruik afgekocht, in dit geval met een lijfrente.

Zijn de blote eigenaars wettelijke nakomelingen van de overleden echtgenoot (gemeenschappelijke, natuurlijke of geadopteerde kinderen), dan kunnen zowel zij als de vruchtgebruiker de omzetting vragen. Zijn ze geen wettelijke nakomelingen, dan kan alleen de vruchtgebruiker erom vragen.

Hoe wordt de waarde van het vruchtgebruik en de blote eigendom bepaald?

De waarde van het vruchtgebruik hangt af van de levensverwachting van de vruchtgebruiker. Er bestaan mortali- teitstabellen waarmee we ze kunnen berekenen. De wetgever heeft voor de registratie- of successierechten conversie- tabellen opgesteld. Deze tabellen zijn echter gebaseerd op mortaliteitstabellen van 1919. De levensverwachting is intussen toegenomen. Wij raden aan tabellen te gebruiken die van meer realistische mortaliteitscijfers vertrekken (zie kader links: Waarde van het omgezette vruchtgebruik).

Deze tabellen leveren een bepaald percentage op. Wanneer we dit percentage toepassen op de volle eigendom van het goed kunnen we het vruchtgebruik berekenen.

En zodra we deze twee waarden kennen, kunnen we ook de waarde van de blote eigendom berekenen volgens de formule:

Volle eigendom = vruchtgebruik + blote eigendom.

VOORBEELD Een weduwe van 55 jaar heeft het vruchtgebruik van een huis met een waarde (volle eigendom) van euro 100.000.

Het vruchtgebruik bedraagt dan: (volgens de tabel) euro 100.000 x 61,60 % = euro 61.600

De blote eigendom bedraagt:

euro100.000 (volle eigendom) – euro 61.600 (vruchtgebruik- = euro 38.400 (blote eigendom).

MERK OP dat op gelijke leeftijd, het vruchtgebruik van de vrouw groter is dan van de man. Logisch, vrouwen hebben een grotere levensverwachting.

WEETJE Op voorwaarde dat ze meerderjarig zijn, kunnen de erfgenamen altijd een andere omzetting overeenkomen.

A Jean-François Ledoux, advocaat

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content