De economische boom van de jaren '60 creëert een markt voor design. © CHRISTOPHE LICOPPE

Een eeuw Belgisch design

Een mixer, een koninklijk tapijt, een opblaasbare stoel: ze zijn allemaal te zien op de tentoonstelling ‘Panorama’ in het Brusselse museum ADAM. Ze tonen dat ons land 100 jaar lang een belangrijk productiecentrum voor design was.

Ook al wordt België niet meteen met design geassocieerd, toch heeft ons land de vorige eeuw wel degelijk een belangrijke rol gespeeld in dat domein. Bovendien werd design ingezet voor vele doelen: of het nu ging om het promoten van het land of het functioneler en esthetischer maken van het dagelijkse leven. Dat proberen curatoren Katarina Serulus en Thierry Belenger ons duidelijk te maken aan de hand van meubels, gebruiksvoorwerpen en documenten.

Congostijl

De expo start eind 19de eeuw. Een belangrijk moment in het Belgische design, want toen ontstond de befaamde art nouveau. Deze stroming werd aanvankelijk de Congostijl genoemd, omdat het publiek ermee kennis maakte op de Wereldtentoonstelling van 1897 in Brussel, waar het Congopaviljoen in deze stijl werd ingericht. Pronkstuk in deze sectie is ongetwijfeld een prachtig bureau uit 1902 van Victor Horta, samen met Paul Hankar, Philippe Wolfers en Henry van de Velde de belangrijkste vertegenwoordiger van deze kunststroming.

In de jaren ’20 evolueert de stijl naar art deco. Dit moderne design wordt dankbaar ingezet om België internationaal te promoten op wereldtentoonstellingen, die in de 19de en begin 20ste eeuw een uitzonderlijk forum vormden. Modernist Henry van de Velde kreeg toen stevige voet aan de grond. Het ADAM toont een geknoopt tapijt van zijn hand, dat hij ontwierp voor het bureau van koning Leopold III.

Van tupperware tot Knoll

Begin jaren ’50 komt design in ons land in een stroomversnelling terecht. De overheid wil designers actief steunen en België wordt een belangrijk productiecentrum, zij het dan van buitenlandse merken. Grote multinationals strijken in ons land neer: Tupperware (Aalst), Samsonite (Oudenaarde), Philips (Brussel),... Het Belgische meubelbedrijf De Coene wordt in 1954 verdeler van de beroemde Amerikaanse Knoll-meubelen, waarvan je de Bertoia chair uit 1954 kan zien. Deze wordt trouwens nog altijd verkocht. De bekende Tupperwarepotjes en enkele andere handige keukenaccessoires uit die tijd ontbreken evenmin op de expo. Een opmerkelijk Belgisch bedrijf is Meurop, dat als eerste op grote schaal moderne, betaalbare plastic meubels produceert, maar jammer genoeg failliet gaat in de jaren ’80.

Er ontstaat trouwens een enorme markt voor design dankzij de economische boom van de jaren ’60. In 1968 vindt voor het eerst de interieurbiënnale van Kortrijk plaats, ontdekken we dankzij de allereerste affiche en markante foto’s. Internationale designmerken als Knoll, Cassina, Zanotta,... vinden zo hun weg naar de Belgische interieurs.

Dat design in een stroomversnelling komt, is ook te danken aan de toenemende internationalisering van ons land en Brussel, dat dan al officieus de hoofdstad van Europa is. Het Belgische design krijgt bovendien een eigen platform in 1964 met de officiële opening van het Design Centre in de Ravensteingalerij in Brussel. Je kan er permanent Belgische producten bekijken. Tweeëntwintig jaar lang vormt het een promotiekanaal. Oude VRT-beelden (Kunstzaken!) laten ons een glimp zien van wat toen in was. De dood van directrice en drijvende kracht Josine des Cressonnières in 1985 betekent ook het einde van het centrum. En dit is ook waar de expo eindigt, met nog een kleine epiloog over de federale staat, waardoor het Belgische design nu een beetje meer Vlaams, Waals of Brussels is, maar toch nog genoeg gemeen heeft om samen onder Belgische vlag naar buiten te treden.

Panorama. A history of Modern Design in Belgium. Tot 7/1/2018 in het ADAM, Brussels Design Museum. 10-18 uur, di gesloten. ?6, combinatieticket met Atomium ? 17. www.adamuseum.be

ANN HEYLENS – FOTO’S CHRISTOPHE LICOPPE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content