Een drijvende markt

Met zijn doolhof van moestuintjes en zijn eethuizen aan de waterkant is Amiens een droom voor wandelaars met een zwak voor romantiek. In de eerste zomerdagen komt in de schaduw van de mooiste gotische kathedraal van Frankrijk ook de gezellige ‘watermarkt’ tot leven.

Zacht glijdt de lange schuit over het water van de Somme. Met trage gebaren boomt Marcel zijn boot door het broekland. Vijfenvijftig kilometer rieux, smalle kanalen die uit de tijd van de Romeinen stammen, vormen een verbazend labyrint dat op de Somme werd veroverd. Ze vormen een paradijs voor reigers en kikkers, bloemen en ouderwetse kroegjes aan het water, plekjes die naar namen luisteren als Ile aux Fagots, Marais Neuf, Terre aux Carottes, Pré à Femme of Marais des îlots. Dit poëtische waterland van 300 hectare werd niet toevallig door Unesco in het Wereldpatrimonium van de Mensheid opgenomen. Door de schuiten, nochtans één ton zwaar, zal dit waterparadijs alvast niet beschadigd worden. Zij hebben een verhoogde voorsteven zodat ze de oevers niet ruïneren.

Een oude traditie

In het begin van de twintigste eeuw leefden hier bijna duizend mensen van de tuinbouw. Hortillons noemt men de bewaarders van de voorouderlijke traditie, een harde maar harmonieuze levenskunst. Mensen zoals Jean-Louis, een biologische tuinder die nauwgezet zijn teelten varieert en zijn grond nog met echte stalmest voedt.

Mensen zoals Marcel die de vruchten van zijn arbeid naar het hart van de stad brengt. Zijn schuit is zwaar beladen met een berg van versgeoogste groenten, fruit en bloemen... Want dit is een grote dag voor de hortillons. De dag dat het midzomerfeest van Sint-Jan wordt gevierd. Dat heel Amiens feest en de tuinders de watermarkt van hun voorouders weer tot leven brengen. Een na een komen de schuiten aan, toegejuicht door de enthousiaste menigte op de kade van place Parmentier.

Iedereen bewondert de schoonheid van de groentecomposities die de boten overstelpen. En de trotse tuinders en hun dames hebben zich voor de gelegenheid gehuld in de klederdracht van hun voorouders. Na het aanmeren worden de kratten met jonge groenten snel gelost en maken de stadsmensen hun keuze uit de artisjokken, de radijsjes, de bloemkolen.

Het kleine Venetië

Het is feest in de wijk van Saint-Leu. De terrassen van de restaurants aan de quai Bélu zitten overvol. Aan de waterkant worden eenvoudige specialiteiten gesmuld, zoetwatermosselen of eendenpastei. Het grappige uithangbord A la queue de vache (In de koeienstaart) herinnert aan de vroegere naam van deze pittoreske plek. Alles is nu gerenoveerd, kraaknet en vrolijk. De straatjes langs de kanalen, de mooie vakwerkhuizen die aan de bombardementen zijn ontsnapt, de antiekzaken van de passage Bélu,... alles nodigt uit tot een verkenning van wat Lodewijk XI het kleine Venetië noemde. Slingerende loopbruggen over het water leiden naar de eerbiedwaardige huizen met trapgevels van de place du Don, vlakbij.

De majestueuze gotische kathedraal van Amiens domineert de stad. Ze werd in amper 50 jaar gebouwd, werd prompt hét symbool van de welvaart van de lakenstad en toont een buitengewone architectonische eenheid. De met lood beklede houten spits van het stenen schip, verankerd in het moerasland van de Somme, is met zijn 112 meter hoogte van ver in de omtrek te bewonderen. De gerestaureerde kathedraal, ontdaan van het vuil van duizend jaar, straalt een mystiek wit licht uit. En sommige avonden brengen schijnwerpers de polychromie van haar beeldhouwwerk nog eens extra tot leven.

Verborgen schatten

Niet alleen de stad van Jules Verne zelf heeft charmes in overvloed, ook in haar onmiddellijke omgeving valt er heel wat te bekijken. De Sommevallei verbergt prachtige en heerlijk rustige landschappen. In Picquigny kijkt een imposante burcht uit de hoogte neer op de vallei. Hier was het dat de koningen van Frankrijk en Engeland in 1475 het verdrag ondertekenden dat een definitief einde maakte aan de rampzalige Honderdjarige Oorlog. Maar de stenen van Picardië dragen nog veel meer herinneringen met zich mee: aan Jeanne d’Arc, aan Karel de Stoute, aan de vorsten van Picardië, Champagne en Bourgondië.

De onderaardse stad van Naours getuigt van die woelige tijden. Hier groeven bange dorpelingen 28 kilometer gangen in het zachte krijt, met 300 kamers, kapellen en stallen waar ze veilig waren voor de wapenbenden die hen geregeld overvielen...

Dit is typisch Picardië: discreet en rustig, en toch altijd vol verborgen verrassingen en geheime schatten.

A Tekst en foto’s: Paul Lorsignol

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content